Alle faculteiten zijn druk bezig vakgroepen te bundelen tot afdelingen. Maar alleen Informatietechnologie en Systemen slecht grenzen tussen de subfaculteiten.
Delen
De stofwolken rond de clustering van de faculteiten zijn nog maar net opgetrokken of de volgende schaalvergroting dient zich al aan. Op 1 september moeten de oude vakgroepen tot afdelingen gebundeld zijn.
De voortgang in de afdelingsvorming verschilt sterk per faculteit. Zowel bij Ontwerp, Constructie en Productie als bij Techniek, Bestuur en Management is er alleen nog maar ‘interne discussie’ over de afdelingsvorming. Concrete plannen worden pas in de zomer verwacht. De hoogleraren van de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek zaten vorige week op de hei om te discussiëren over de twee of drie te vormen afdelingen.
Bouwkunde is sinds eind 1997 onderverdeeld in zeven clusters. Dit een interim-regeling. ,,Op termijn komen er waarschijnlijk afdelingen, maar het is nog onbekend wanneer”, vertelt Thea van Arum, hoofd van het faculteitssecretariaat van Bouwkunde.
Op de overige faculteiten liggen de veranderingsplannen al klaar. De faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) bestaat momenteel uit de afdelingen biotechnologie, materiaalkunde, scheikundige technologie en technische natuurkunde. In de toekomst worden die waarschijnlijk verder opgedeeld. Bij Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) komen zeven afdelingen, waaronder technische aardwetenschappen en geodesie.
De clustering van de dertien voormalige faculteiten moest onder andere leiden tot meer multidisciplinair onderzoek. Binnen de nieuw gevormde afdelingen zou die synergie tussen vakgebieden daadwerkelijk kunnen ontstaan. De faculteiten TNW en CiTG lijken dit doel echter helemaal niet na te streven met hun voorgestelde afdelingsvorming. Bij TNW is de indeling van de afdelingen gebaseerd op de geografische lokaties. Bij CiTG vormen de subfaculteiten Technische Aardwetenschappen en Geodesie, ieder met een eigen gebouw en opleiding, nu twee aparte afdelingen. De vijf andere afdelingen van CiTG zijn ontstaan uit de subfaculteit Civiele Techniek.
TNW en CiTG kozen voor de behoudende indeling in afdelingen, omdat het inefficiënt is om in verschillende gebouwen gehuisveste mensen tot samenwerking te dwingen. Ook is het logisch om de verschillende opleidingen door aparte afdelingen te laten verzorgen. Volgens CiTG kennen de geclusterde faculteiten elkaar bovendien pas zo kort dat ze nog niet goed weten op welke terreinen ze kunnen samenwerken.
Kamergeleerden
Bij Informatietechnologie en Systemen (ITS) worden wél afdelingen gevormd van vakgroepen uit verschillende subfaculteiten. Eén van die afdelingen heet mediamatica, wat staat voor media, kennistechnologie en mathematica. De beoogde voorzitter van deze afdeling is prof.dr.ir. Jan Biemond vanElektrotechniek. Samen met vijf hoogleraren vormt hij een strategiecommissie die het bestuur van ITS adviseert over de afdelingsvorming. ,,We kregen vorig jaar als opdracht om zoveel mogelijk synergie tussen de subfaculteiten te creëren. Het kostte ons een jaar om via het schuiven met vakgroepen de puzzel helemaal op te lossen”, vertelt Biemond.
De voorgestelde indeling van ITS telt zeven afdelingen, waarvan er drie uit combinaties van vakgroepen van de verschillende subfaculteiten bestaan. Biemond: ,,De voorstellen tot samenwerking zijn heel positief ontvangen.”
,,Persoonlijk had ik van tevoren geen behoefte aan clustering van mijn vakgroep informatie- en communicatietheorie met andere groepen”, zegt Biemond. ,,De vakgroep draaide uitstekend en werkte via bestaande Dioc’s en het nieuwe DICI-initiatief (Delft Institute of Computational Intelligence) al volop samen met groepen van Technische Informatica.”
Anderzijds lag door deze samenwerking clustering met de informaticagroepen voor de hand. Het inpassen van groepen van Technische Wiskunde in de afdeling was minder vanzelfsprekend. ,,Bij wiskundigen leeft de neiging tot samenwerking minder. Het zijn meer kamergeleerden. Toch bleken twee wiskundegroepen goed binnen het thema mediamatica te passen. Vooral op het gebied van cryptografie, codering en digitale topologie kunnen zij veel expertise leveren.”
Wensen
Zijn de gemengde afdelingen gewaagde experimenten of zijn ze een visitekaartje? Biemond: ,,Ze vormen het boegbeeld. Decaan Backer had echt als visie dat de clustering van de faculteiten meer moet opleveren dan de som der delen. Toch steek je je nek uit. Als je groepen bijeen zet die niet willen samenwerken, kost het een generatie voordat de pijn weg is. En het lukt ook alleen als afdelingen levensvatbaar zijn. De financiële prognoses voor de afdelingen zijn afhankelijk van de rekenmodellen, maar er zitten zorgenkindjes bij.”
,,De vakgroepen die de afdeling mediamatica zullen vormen zijn nu nog verdeeld over verschillende lokaties, maar moeten uiteindelijk bij elkaar gehuisvest worden. Bij voorkeur op drie verdiepingen rond het nieuwe medialab van mijn huidige vakgroep de elfde verdieping van Elektrotechniek. TU Vastgoed inventariseert momenteel de wensen van de zeven afdelingen. Het zal mijn persoonlijke inzet zijn om gezamenlijk onderwijs en onderzoek te stimuleren, maar zonder gezamenlijke huisvesting blijft mediamatica slechts een papieren afdeling.”
De stofwolken rond de clustering van de faculteiten zijn nog maar net opgetrokken of de volgende schaalvergroting dient zich al aan. Op 1 september moeten de oude vakgroepen tot afdelingen gebundeld zijn.
De voortgang in de afdelingsvorming verschilt sterk per faculteit. Zowel bij Ontwerp, Constructie en Productie als bij Techniek, Bestuur en Management is er alleen nog maar ‘interne discussie’ over de afdelingsvorming. Concrete plannen worden pas in de zomer verwacht. De hoogleraren van de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek zaten vorige week op de hei om te discussiëren over de twee of drie te vormen afdelingen.
Bouwkunde is sinds eind 1997 onderverdeeld in zeven clusters. Dit een interim-regeling. ,,Op termijn komen er waarschijnlijk afdelingen, maar het is nog onbekend wanneer”, vertelt Thea van Arum, hoofd van het faculteitssecretariaat van Bouwkunde.
Op de overige faculteiten liggen de veranderingsplannen al klaar. De faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) bestaat momenteel uit de afdelingen biotechnologie, materiaalkunde, scheikundige technologie en technische natuurkunde. In de toekomst worden die waarschijnlijk verder opgedeeld. Bij Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) komen zeven afdelingen, waaronder technische aardwetenschappen en geodesie.
De clustering van de dertien voormalige faculteiten moest onder andere leiden tot meer multidisciplinair onderzoek. Binnen de nieuw gevormde afdelingen zou die synergie tussen vakgebieden daadwerkelijk kunnen ontstaan. De faculteiten TNW en CiTG lijken dit doel echter helemaal niet na te streven met hun voorgestelde afdelingsvorming. Bij TNW is de indeling van de afdelingen gebaseerd op de geografische lokaties. Bij CiTG vormen de subfaculteiten Technische Aardwetenschappen en Geodesie, ieder met een eigen gebouw en opleiding, nu twee aparte afdelingen. De vijf andere afdelingen van CiTG zijn ontstaan uit de subfaculteit Civiele Techniek.
TNW en CiTG kozen voor de behoudende indeling in afdelingen, omdat het inefficiënt is om in verschillende gebouwen gehuisveste mensen tot samenwerking te dwingen. Ook is het logisch om de verschillende opleidingen door aparte afdelingen te laten verzorgen. Volgens CiTG kennen de geclusterde faculteiten elkaar bovendien pas zo kort dat ze nog niet goed weten op welke terreinen ze kunnen samenwerken.
Kamergeleerden
Bij Informatietechnologie en Systemen (ITS) worden wél afdelingen gevormd van vakgroepen uit verschillende subfaculteiten. Eén van die afdelingen heet mediamatica, wat staat voor media, kennistechnologie en mathematica. De beoogde voorzitter van deze afdeling is prof.dr.ir. Jan Biemond vanElektrotechniek. Samen met vijf hoogleraren vormt hij een strategiecommissie die het bestuur van ITS adviseert over de afdelingsvorming. ,,We kregen vorig jaar als opdracht om zoveel mogelijk synergie tussen de subfaculteiten te creëren. Het kostte ons een jaar om via het schuiven met vakgroepen de puzzel helemaal op te lossen”, vertelt Biemond.
De voorgestelde indeling van ITS telt zeven afdelingen, waarvan er drie uit combinaties van vakgroepen van de verschillende subfaculteiten bestaan. Biemond: ,,De voorstellen tot samenwerking zijn heel positief ontvangen.”
,,Persoonlijk had ik van tevoren geen behoefte aan clustering van mijn vakgroep informatie- en communicatietheorie met andere groepen”, zegt Biemond. ,,De vakgroep draaide uitstekend en werkte via bestaande Dioc’s en het nieuwe DICI-initiatief (Delft Institute of Computational Intelligence) al volop samen met groepen van Technische Informatica.”
Anderzijds lag door deze samenwerking clustering met de informaticagroepen voor de hand. Het inpassen van groepen van Technische Wiskunde in de afdeling was minder vanzelfsprekend. ,,Bij wiskundigen leeft de neiging tot samenwerking minder. Het zijn meer kamergeleerden. Toch bleken twee wiskundegroepen goed binnen het thema mediamatica te passen. Vooral op het gebied van cryptografie, codering en digitale topologie kunnen zij veel expertise leveren.”
Wensen
Zijn de gemengde afdelingen gewaagde experimenten of zijn ze een visitekaartje? Biemond: ,,Ze vormen het boegbeeld. Decaan Backer had echt als visie dat de clustering van de faculteiten meer moet opleveren dan de som der delen. Toch steek je je nek uit. Als je groepen bijeen zet die niet willen samenwerken, kost het een generatie voordat de pijn weg is. En het lukt ook alleen als afdelingen levensvatbaar zijn. De financiële prognoses voor de afdelingen zijn afhankelijk van de rekenmodellen, maar er zitten zorgenkindjes bij.”
,,De vakgroepen die de afdeling mediamatica zullen vormen zijn nu nog verdeeld over verschillende lokaties, maar moeten uiteindelijk bij elkaar gehuisvest worden. Bij voorkeur op drie verdiepingen rond het nieuwe medialab van mijn huidige vakgroep de elfde verdieping van Elektrotechniek. TU Vastgoed inventariseert momenteel de wensen van de zeven afdelingen. Het zal mijn persoonlijke inzet zijn om gezamenlijk onderwijs en onderzoek te stimuleren, maar zonder gezamenlijke huisvesting blijft mediamatica slechts een papieren afdeling.”
Comments are closed.