Opinie

Lichtelijk nonchalante opstellen voor Stassen

Niet iedere wetenschapper ondergaat de eer van een liber amicorum, een boek waarin zijn wetenschappelijke vrienden artikelen aan hem opdragen.

Prof.dr. Henk Stassen mag zich dus rekenen tot de happy few. En het boek is naast eervol nog redelijk leesbaar ook.

De traditie eist dat een liber amicorum weliswaar wetenschappelijk verantwoord maar tegelijk niet al te detaillistisch moet zijn. Kortom, dé gelegenheid voor een onderzoeker om eens een overzichtsartikel te schrijven dat niet direct nieuwe resultaten beschrijft maar wel een goede samenvatting van eerdere werkzaamheden geeft.

Dat gebeurt dan ook in ‘Perspectives on the human controller’, dat Thomas Sheridan (hoogleraar aan MIT en eredoctor in Delft) en Ton van Lunteren (docent bij Werktuigbouw) ter gelegenheid van Stassens zestigste verjaardag samenstelden. Dat was overigens anderhalf jaar geleden, maar Stassen moest nog in de gelegenheid gesteld worden zelf een slothoofdstuk te schrijven, vandaar dat het boekwerk er nu pas ligt.

Hoe dan ook, in drie secties gaan Stassens collega’s uit binnen- en buitenland in op achtereenvolgens op hulpmiddelen voor gehandicapten, controle van machines en controle van complexe systemen. In het eerste deel domineren Stassens naaste medewerkers. De Delftse groep staat tenslotte bekend om haar werk aan protheses en modellering van lichaamsdelen. De andere twee kennen een meer internationale inbreng. Sheridan bijvoorbeeld schetst de trends in de besturing van vliegtuigen, auto’s en treinen.

Een van de leukste bijdragen is die van Henry Jex van het Amerikaanse bedrijf System Technology. Hij schetst de ontwikkeling van het vliegtuig op mankracht. Die verliep tientallen jaren vrij moeizaam. Een eindje vooruit vliegen lukte nog wel, maar sturen, ho maar. In 1977 slaagde de Gossamer Condor erin een achtje van een ruime kilometer te vliegen. Twee jaar later vloog de Gossamer Albatross het Kanaal over. Sindsdien gaat het steeds verder en sneller, hoewel het milieuvriendelijke vliegtuig nog geen populair voertuig is.

De aardigheid van Jex’ bijdrage zit mede in het feit dat die gebaseerd is op een voordracht van Stassen. Ten bewijze doet Jex er kopietjes van Stassens sheets bij. Jex: ,,Stassen bedacht vaak de sheets van de eerste presentatie van een student, daarbij zijn vaardigheid via voorbeelden uitleggend, iets waar de student zijn leven lang plezier van heeft.”

Dit is precies zoals het hoort: feterend maar tegelijk informatief. Ook de andere schrijvers doen hun best veel uit Stassens werk te citeren en het boek bevat uiteraard ook een levensbeschrijving en publicatielijst. Stassen zelf grijpt zijn slothoofdstuk aan om zijn waardering (en verrassing) uit te spreken voor het initiatief, om na een pagina moeiteloos over te gaan op het vakgebied. Een laatste hoofdstuk behoortnu eenmaal de conclusies te geven.

Al met al is ‘Perspectives on the human controller’ natuurlijk in de eerste plaats interessant voor degenen die datzelfde van Stassen vinden. Maar de artikelen hebben ook de juiste toon om een aantal aardige inleidingen te geven in het vakgebied van de mens-machine interactie. Niet al te strak, eerder nonchalant met een serieuze ondertoon, ongeveer zoals Stassen zelf.
(C.J.)

Thomas Sheridan en Ton van Lunteren, ‘Perspectives on the human controller, essays in honor of Henk G. Stassen’. ISBN 0-8058-2190-2. Uitgeverij Lawrence Erbaum Associates, prijs nog onbekend.

Niet iedere wetenschapper ondergaat de eer van een liber amicorum, een boek waarin zijn wetenschappelijke vrienden artikelen aan hem opdragen. Prof.dr. Henk Stassen mag zich dus rekenen tot de happy few. En het boek is naast eervol nog redelijk leesbaar ook.

De traditie eist dat een liber amicorum weliswaar wetenschappelijk verantwoord maar tegelijk niet al te detaillistisch moet zijn. Kortom, dé gelegenheid voor een onderzoeker om eens een overzichtsartikel te schrijven dat niet direct nieuwe resultaten beschrijft maar wel een goede samenvatting van eerdere werkzaamheden geeft.

Dat gebeurt dan ook in ‘Perspectives on the human controller’, dat Thomas Sheridan (hoogleraar aan MIT en eredoctor in Delft) en Ton van Lunteren (docent bij Werktuigbouw) ter gelegenheid van Stassens zestigste verjaardag samenstelden. Dat was overigens anderhalf jaar geleden, maar Stassen moest nog in de gelegenheid gesteld worden zelf een slothoofdstuk te schrijven, vandaar dat het boekwerk er nu pas ligt.

Hoe dan ook, in drie secties gaan Stassens collega’s uit binnen- en buitenland in op achtereenvolgens op hulpmiddelen voor gehandicapten, controle van machines en controle van complexe systemen. In het eerste deel domineren Stassens naaste medewerkers. De Delftse groep staat tenslotte bekend om haar werk aan protheses en modellering van lichaamsdelen. De andere twee kennen een meer internationale inbreng. Sheridan bijvoorbeeld schetst de trends in de besturing van vliegtuigen, auto’s en treinen.

Een van de leukste bijdragen is die van Henry Jex van het Amerikaanse bedrijf System Technology. Hij schetst de ontwikkeling van het vliegtuig op mankracht. Die verliep tientallen jaren vrij moeizaam. Een eindje vooruit vliegen lukte nog wel, maar sturen, ho maar. In 1977 slaagde de Gossamer Condor erin een achtje van een ruime kilometer te vliegen. Twee jaar later vloog de Gossamer Albatross het Kanaal over. Sindsdien gaat het steeds verder en sneller, hoewel het milieuvriendelijke vliegtuig nog geen populair voertuig is.

De aardigheid van Jex’ bijdrage zit mede in het feit dat die gebaseerd is op een voordracht van Stassen. Ten bewijze doet Jex er kopietjes van Stassens sheets bij. Jex: ,,Stassen bedacht vaak de sheets van de eerste presentatie van een student, daarbij zijn vaardigheid via voorbeelden uitleggend, iets waar de student zijn leven lang plezier van heeft.”

Dit is precies zoals het hoort: feterend maar tegelijk informatief. Ook de andere schrijvers doen hun best veel uit Stassens werk te citeren en het boek bevat uiteraard ook een levensbeschrijving en publicatielijst. Stassen zelf grijpt zijn slothoofdstuk aan om zijn waardering (en verrassing) uit te spreken voor het initiatief, om na een pagina moeiteloos over te gaan op het vakgebied. Een laatste hoofdstuk behoortnu eenmaal de conclusies te geven.

Al met al is ‘Perspectives on the human controller’ natuurlijk in de eerste plaats interessant voor degenen die datzelfde van Stassen vinden. Maar de artikelen hebben ook de juiste toon om een aantal aardige inleidingen te geven in het vakgebied van de mens-machine interactie. Niet al te strak, eerder nonchalant met een serieuze ondertoon, ongeveer zoals Stassen zelf.
(C.J.)

Thomas Sheridan en Ton van Lunteren, ‘Perspectives on the human controller, essays in honor of Henk G. Stassen’. ISBN 0-8058-2190-2. Uitgeverij Lawrence Erbaum Associates, prijs nog onbekend.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.