Langzaam aan weer practica op de campus

Veel practica zijn al een ruim een jaar opgeschort omdat het onmogelijk is de anderhalve-meterrichtlijn aan te houden. Maar er lijkt licht aan het einde van de tunnel.

Op 23 maart zei minister Hugo de Jonge tijdens een persconferentie dat vanaf 26 april – als de besmettingscijfers het op dat moment toelaten – alle hoger onderwijsinstellingen één dag per week fysiek onderwijs mogen geven aan hun studenten. Die studenten moeten dan wel een negatief sneltestresultaat kunnen laten zien. Vanaf 26 april kunnen studenten en medewerkers twee coronatesten per week krijgen om zelf thuis uit te voeren.

Het is een mooie steun in de rug voor het valorisatiecentrum van de TU, dat al maanden werkt aan proeven die moeten helpen om het fysieke onderwijs weer op de rails te krijgen.

300 L&R-studenten aan de slag in ‘bubbels’
De Delftse pilots gaan verder dan de versoepelingsmaatregelen die de overheid heeft aangekondigd. Zo start hoogstwaarschijnlijk op 19 april bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) een tien weken durend practicum waarbij bachelorstudenten onder meer aan vliegtuigonderdelen sleutelen: het zogenaamde bachelor-eindproject. Zo’n driehonderd studenten gaan in groepjes van tien aan de slag. Dit is het meest omvangrijke lockdown-practicum tot nu toe. Er zijn ook plannen om bij Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) practica op te tuigen voor masterstudenten.

Dr. Joris Melkert, de coördinator van het bachelor-eindproject, heeft goede hoop dat de practica deze maand kunnen starten. “Maar”, zegt hij, “de benodigde zelftesten heb ik nog niet ontvangen. Hopelijk komen die volgende week. Fingers crossed.”

Vanaf begin maart konden L&R-studenten al meedoen aan vliegproeven met het onderzoeksvliegtuig (een Cessna Citation) van de TU Delft en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Het gaat om het jaarlijks terugkerend practicum om studenten vliegtuigdynamica bij te brengen. Vooraf moesten de deelnemers zich op corona laten testen.

‘Kom je te dichtbij, dan piept het apparaatje om je nek’

“Het is de bedoeling dat de groepen van elkaar gescheiden blijven”, zegt Sascha Hoogendoorn-Lanser van het valorisatiecentrum over het bachelor-eindproject. “De studenten gaan zoveel mogelijk werken binnen hun eigen bubbel.” Op de vloer, tussen de tafels, komt mogelijk belijning om aan te geven tot waar je mag komen. En bij wijze van experiment krijgen sommige studenten wellicht een klein apparaatje om hun nek dat zachtjes piept en een lichtsignaal geeft als ze toch te dicht in de buurt dreigen te komen van studenten uit een andere bubbel.

Het ministerie van Onderwijs heeft de TU Delft eind vorig jaar aangewezen als een van de locaties waar dit soort experimenten mogen plaatsvinden. Ook in Groningen en Amsterdam lopen proeven. Zo begon de Rijksuniversiteit Groningen op 18 januari met een proef waarbij studenten werden uitgenodigd om zich 24 uur voor een fysiek tentamen te laten testen.

Hoogendoorn-Lanser en verkeersdeskundigen van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (afdeling transport & planning) monitoren ook verkeersstromen op de campus. Ze gebruiken een dertigtal camera’s die voetgangers en fietsers registreren en weergeven als bewegende puntjes in een ruimte, niet als herkenbare individuen. Het idee is dat bottlenecks, plekken waar mensen te dicht bij elkaar komen, bijvoorbeeld door verkeersopstoppingen, eerder geïdentificeerd en aangepakt kunnen worden.

Met een app in de Library
Een vergelijkbaar experiment richt zich specifiek op de TU Delft Library. Bezoekers van de universiteitsbibliotheek krijgen een app op hun telefoon of een bandje in hun pols om dat communiceert met bakens in het gebouw. Met dit systeem kunnen de onderzoekers nagaan of bezoekers genoeg afstand houden van elkaar. Er zijn kritieke plekken waar mensen elkaar passeren, bij deuren en in gangen. Maar bij een test met 220 mensen deden zich geen problemen voor. Of het verantwoord is om nog meer mensen tegelijk binnen te laten, moet binnenkort uit vervolgexperimenten blijken.

De TU Delft wil zich met deze en andere experimenten voorbereiden op het nieuwe collegejaar. “We zijn vergevorderd met het afnemen van tentamens op tenminste 1,5 m afstand”, zegt Hoogendoorn-Lanser. “Om te kijken of er toch knelpunten zijn, zetten we vanaf 6 april ons monitoringsysteem (zoals bij de bibliotheek) in bij X tijdens een aantal tentamens.”

Correctie, 8 april 2021:
Het is nog niet zeker dat de practica voor de bachelor-eindprojecten daadwerkelijk zullen plaatsvinden. De coördinator van de practica, Joris Melkert, houdt een slag om de arm omdat hij de de coronatests nog niet heeft ontvangen. Deze kanttekening is op 8 april aan het stuk toegevoegd.