Voor het eerst geven scholieren in een landelijk onderzoek aan dat ze over te halen zijn om een exacte studie te kiezen. Uulkje de Jong, onderzoekster van het Amsterdamse SCO-Kohnstamm-instituut, ondervraagt al jarenlang meer dan tienduizend scholieren in de hoogste klassen van het havo en vwo over hun aankomende studiekeuze.
En evenzoveel jaren blijkt dat geen enkele maatregel scholieren warm kan maken voor een bèta- of technische opleiding. Ook een verlaging van het collegegeld of verhoging van de studiebeurs maakt zo’n keuze niet aantrekkelijk.
Dat gaat mogelijk veranderen, blijkt uit het zojuist gepubliceerde onderzoek ‘Deelname aan hoger onderwijs’, gebaseerd op een enquête die in het schooljaar 1998-1999 werd afgenomen. Dat onderzoek geeft een trendbreuk aan. Voor het eerst geven scholieren te kennen dat ze toch zijn over te halen. Het gaat om leerlingen die wel de juiste vakken in hun profiel hebben, maar toch liever een andere studie kiezen. Van dit ‘verborgen bètatalent’ zal twintig procent zich aanmelden bij een exacte opleiding of dat serieus overwegen als het collegegeld met duizend gulden wordt verlaagd. ,,Misschien hebben we dus het dieptepunt in de belangstelling voor exacte opleidingen gehad.”
Een verklaring voor deze ommekeer heeft De Jong nog niet. ,,We moeten dit echt gaan uitzoeken. Het is opmerkelijk. Zelfs al zou maar vier procent van deze groep later daadwerkelijk voor techniek kiezen, betekent dat voor de exacte opleidingen al een enorme winst.”
Verder blijkt uit het onderzoek van de Amsterdamse onderzoeksinstellingen SCO-Kohnstamm en SEO dat 95 procent van eindexamenkandidaten op havo en vwo verder wil gaan studeren. Opvallend is dat uit analyses blijkt dat allochtonen inmiddels gretiger zijn dan autochtone leerlingen. In 1991 lag het percentage vwo-scholieren van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Arubaanse en Antilliaanse komaf dat naar het hbo of de universiteit wilde op 71, tegen 94 tijdens de recentste enquête. Ter vergelijking: van de ‘witte’ vwo’ers heeft 92 procent studieplannen.
Uulkje de Jong, onderzoekster van het Amsterdamse SCO-Kohnstamm-instituut, ondervraagt al jarenlang meer dan tienduizend scholieren in de hoogste klassen van het havo en vwo over hun aankomende studiekeuze. En evenzoveel jaren blijkt dat geen enkele maatregel scholieren warm kan maken voor een bèta- of technische opleiding. Ook een verlaging van het collegegeld of verhoging van de studiebeurs maakt zo’n keuze niet aantrekkelijk.
Dat gaat mogelijk veranderen, blijkt uit het zojuist gepubliceerde onderzoek ‘Deelname aan hoger onderwijs’, gebaseerd op een enquête die in het schooljaar 1998-1999 werd afgenomen. Dat onderzoek geeft een trendbreuk aan. Voor het eerst geven scholieren te kennen dat ze toch zijn over te halen. Het gaat om leerlingen die wel de juiste vakken in hun profiel hebben, maar toch liever een andere studie kiezen. Van dit ‘verborgen bètatalent’ zal twintig procent zich aanmelden bij een exacte opleiding of dat serieus overwegen als het collegegeld met duizend gulden wordt verlaagd. ,,Misschien hebben we dus het dieptepunt in de belangstelling voor exacte opleidingen gehad.”
Een verklaring voor deze ommekeer heeft De Jong nog niet. ,,We moeten dit echt gaan uitzoeken. Het is opmerkelijk. Zelfs al zou maar vier procent van deze groep later daadwerkelijk voor techniek kiezen, betekent dat voor de exacte opleidingen al een enorme winst.”
Verder blijkt uit het onderzoek van de Amsterdamse onderzoeksinstellingen SCO-Kohnstamm en SEO dat 95 procent van eindexamenkandidaten op havo en vwo verder wil gaan studeren. Opvallend is dat uit analyses blijkt dat allochtonen inmiddels gretiger zijn dan autochtone leerlingen. In 1991 lag het percentage vwo-scholieren van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Arubaanse en Antilliaanse komaf dat naar het hbo of de universiteit wilde op 71, tegen 94 tijdens de recentste enquête. Ter vergelijking: van de ‘witte’ vwo’ers heeft 92 procent studieplannen.
Comments are closed.