Een jaar na zijn afscheid kwam Herman Hertzberger weer even terug op Bouwkunde. Afgelopen donderdag gaf hij het startsein voor ‘design seminar’ Indesem 2000: een internationale speurtocht naar beoordelingscriteria in de architectuur.
The Herminator trok weer eens ouderwets van leer.
Een week na de opening van de Expo2000 in Hannover is Herman Hertzberger een van de eersten met kritiek op het Nederlandse paviljoen: ,,De bladen staan er vol mee, studenten zijn onmiddellijk aan het stapelen geslagen en we hebben bij wijze van spreken de cup gewonnen. Maar zijn we nog wel kritisch? Het eerste idee van Winy Maas vind ik geniaal: vierkante stukken landschap uitsnijden en die stapelen. Een sterk statement. Maar waarom al die vreemde expressieve vormen, waarom niet heel cool en minimalistisch betonnen vierkanten stapelen?”
Toen Hertzberger in Delft studeerde zag hij per jaar één nieuw goed gebouw. ,,Nu zijn de magazines maandelijks gevuld met tientallen goede gebouwen. De bladen bepalen wat ín is en wat uit. Het enige criterium is of het gebouw iets nieuws heeft. Kritisch zijn is ouderwets. Dat maakt het moeilijk een Einzelgänger te blijven, klanten verwachten dat je meegaat met de tijd.”
Gebouwen bestaan volgens hem nog slechts als image. Verleidelijke foto’s verhullen de minder geslaagde onderdelen van een gebouw. Wie zich door zulke beelden laat verleiden wordt kritiekloos. ,,Over Madonna droom ik liever. Het image is mooi, maar ik weet niet wat ik zou voelen wanneer ik haar aan zou raken. Ik weet bijvoorbeeld niet zo zeker of haar borsten wel echt zijn.”
Gefaald
Tijdens een recente trip door de Verenigde Staten bezocht Hertzberger musea van collega’s. Met een kritisch oog vergelijkt hij het gemaakte fotomateriaal. Een bejubeld museum in Houston van Renzo Piano: ,,Uitgangspunt van het ontwerp is de lichtinval door een ingewikkeld hightechdak. Daar waar het dak te veel licht doorlaat is het door provisorische doeken overdekt. Prachtig idee, prachtige foto’s, maar in werkelijkheid totaal gefaald.”
Een symmetrische verzameling kleurige baksteenstrepen van Mario Botta: ,,Wat moet ik zeggen? Belachelijk al die zebrastrepen op de gevel”, sputtert Hertzberger, ,,maar een prachtig overdekt terras tussen straat en ingang en dus toch een goed gebouw.”
Een nieuw museum van Peter Zumthor: ,,Hij won voor dit gebouw een prijs ten koste van Rem Koolhaas, de Kluivert van het Nederlandse team. Het museum ligt aan een prachtig meer, maar verder doet het me weinig. Het is bijvoorbeeld bijna sadistisch dat je nergens in het gebouw uitzicht hebt op dat meer.”
Want Hertzberger wil kijken en bekeken worden en dus grijpt hij terug op oeroude voorbeelden. De spiraal van het Guggenheim museum in New York: ,,Wanneer je aan de overkant iemand ziet die nog geldvan je krijgt kun je tenminste nog hard wegrennen.” Een Zuid-Amerikaanse betonklont van Lina Bobardi: ,,Vijfenzeventig meter overspanning zodat je er onderdoor kan kijken en genieten van het prachtige uitzicht. Zo simpel kan architectuur zijn.”
En zo simpel kan architectuurkritiek zijn: geen oeverloze discussies, maar gewoon een bak vol dia’s van verschillende gebouwen met elkaar vergelijken.
Een jaar na zijn afscheid kwam Herman Hertzberger weer even terug op Bouwkunde. Afgelopen donderdag gaf hij het startsein voor ‘design seminar’ Indesem 2000: een internationale speurtocht naar beoordelingscriteria in de architectuur. The Herminator trok weer eens ouderwets van leer.
Een week na de opening van de Expo2000 in Hannover is Herman Hertzberger een van de eersten met kritiek op het Nederlandse paviljoen: ,,De bladen staan er vol mee, studenten zijn onmiddellijk aan het stapelen geslagen en we hebben bij wijze van spreken de cup gewonnen. Maar zijn we nog wel kritisch? Het eerste idee van Winy Maas vind ik geniaal: vierkante stukken landschap uitsnijden en die stapelen. Een sterk statement. Maar waarom al die vreemde expressieve vormen, waarom niet heel cool en minimalistisch betonnen vierkanten stapelen?”
Toen Hertzberger in Delft studeerde zag hij per jaar één nieuw goed gebouw. ,,Nu zijn de magazines maandelijks gevuld met tientallen goede gebouwen. De bladen bepalen wat ín is en wat uit. Het enige criterium is of het gebouw iets nieuws heeft. Kritisch zijn is ouderwets. Dat maakt het moeilijk een Einzelgänger te blijven, klanten verwachten dat je meegaat met de tijd.”
Gebouwen bestaan volgens hem nog slechts als image. Verleidelijke foto’s verhullen de minder geslaagde onderdelen van een gebouw. Wie zich door zulke beelden laat verleiden wordt kritiekloos. ,,Over Madonna droom ik liever. Het image is mooi, maar ik weet niet wat ik zou voelen wanneer ik haar aan zou raken. Ik weet bijvoorbeeld niet zo zeker of haar borsten wel echt zijn.”
Gefaald
Tijdens een recente trip door de Verenigde Staten bezocht Hertzberger musea van collega’s. Met een kritisch oog vergelijkt hij het gemaakte fotomateriaal. Een bejubeld museum in Houston van Renzo Piano: ,,Uitgangspunt van het ontwerp is de lichtinval door een ingewikkeld hightechdak. Daar waar het dak te veel licht doorlaat is het door provisorische doeken overdekt. Prachtig idee, prachtige foto’s, maar in werkelijkheid totaal gefaald.”
Een symmetrische verzameling kleurige baksteenstrepen van Mario Botta: ,,Wat moet ik zeggen? Belachelijk al die zebrastrepen op de gevel”, sputtert Hertzberger, ,,maar een prachtig overdekt terras tussen straat en ingang en dus toch een goed gebouw.”
Een nieuw museum van Peter Zumthor: ,,Hij won voor dit gebouw een prijs ten koste van Rem Koolhaas, de Kluivert van het Nederlandse team. Het museum ligt aan een prachtig meer, maar verder doet het me weinig. Het is bijvoorbeeld bijna sadistisch dat je nergens in het gebouw uitzicht hebt op dat meer.”
Want Hertzberger wil kijken en bekeken worden en dus grijpt hij terug op oeroude voorbeelden. De spiraal van het Guggenheim museum in New York: ,,Wanneer je aan de overkant iemand ziet die nog geldvan je krijgt kun je tenminste nog hard wegrennen.” Een Zuid-Amerikaanse betonklont van Lina Bobardi: ,,Vijfenzeventig meter overspanning zodat je er onderdoor kan kijken en genieten van het prachtige uitzicht. Zo simpel kan architectuur zijn.”
En zo simpel kan architectuurkritiek zijn: geen oeverloze discussies, maar gewoon een bak vol dia’s van verschillende gebouwen met elkaar vergelijken.
Comments are closed.