Als het goed is krijgen studenten straks een passende vergoeding als ze plaatsnemen in de medezeggenschap. In Delft willen ze al langer een hogere vergoeding voor raadswerk.
Studenten beslissen via de medezeggenschap mee over bijvoorbeeld het onderwijsbeleid en de begroting. Maar bij de ene instelling krijgen ze een veel lagere vergoeding dan bij de andere. Daar wordt al jaren over gediscussieerd.
GroenLinks en PvdA dienden onlangs een motie in om “samen met de studentenorganisaties en de koepels van instellingen landelijke richtlijnen op te stellen voor vergoedingen voor de leden van de medezeggenschap”. Een meerderheid van de Tweede Kamer schaarde zich achter dat voorstel.
Reacties
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is “heel blij” met het besluit en verwacht dat het een stap in de goede richting is. “We vinden het fijn dat het om richtlijnen gaat, want het is goed dat het gesprek ook op de onderwijsinstelling gevoerd kan worden”, zegt ISO-bestuurslid Gijsbert van Elven. Dat komt volgens hem de relatie tussen bestuurders en medezeggenschappers ten goede.
Maar Rien Wijnhoven, voorzitter van het Landelijk Overleg Universitaire Medezeggenschap (LOVUM), is sceptisch. “Het is een motie in het wilde weg. Leuk, maar volgens mij kunnen we er niet zoveel mee.” Het ontbreekt volgens hem aan duidelijke randvoorwaarden voor de instellingen. “Sommige maken op basis van richtlijnen goede afspraken en sommige niet.”
Het ISO hoopt dat dit de medezeggenschap zal versterken, want de belangstelling loopt al jaren terug. “Maar mijn enthousiasme valt of staat wel bij de uitvoering”, waarschuwt Van Elven.
Te weinig
In Delft bedraagt de maandelijkse bestuursvergoeding voor fulltime studentenraadsleden 181,50 euro, schrijft Nanette van de Luitgaarden-Ninaber. Zij is ambtelijk secretaris van de centrale studentenraad.
Julian van Dijk, bestuurslid bij Lijst Bèta, vindt dat te weinig. “De sr wil al langer een hogere vergoeding voor het raadswerk. Wij merkten tijdens de sollicitatiegesprekken dat de financiële investering die je maakt tijdens een raadsjaar voor sommigen echt een struikelblok vormt.”
“Het is fijn om te zien dat het onderwerp raadsvergoeding besproken wordt in de Kamer, maar de belofte tot opstelling van richtlijnen vind ik een lastige”, zegt Van Dijk. “Er zijn op dit moment al richtlijnen aanwezig in het sectorakkoord wetenschappelijk onderwijs 2018. Deze richtlijnen stellen dat het werk van een raadslid minimaal 8 uur per week betreft. Wij zijn van mening dat, ondanks dat wij ons werk als raadslid voltijds uitvoeren, een technisch-assistent loon van 8 uur per week zou moeten volstaan om de financiële hindernissen van een raadsjaar te overbruggen. Dat zou uitkomen op een brutobedrag van 488 euro per maand.”
Het voorstel van Lijst Bèta ligt dus zo’n 300 euro per maand hoger dan het bedrag dat sr-leden nu ontvangen. Het is afwachten wat de landelijke richtlijn wordt.
HOP, Josefine van Enk / Delta, Jos Wassink
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.