Campus

Kotsen over de reling

Lotte Diephuis organiseert de zevende Nederlandse Studenten Zeezeilrace. Eenentwintig boten strijden volgende week tegen elkaar op de zonnige wateren rond het Italiaanse eiland Elba.

br />
,,Ik vond zeilen vroeger verschrikkelijk”, biecht Diephuis (23) op. De vijfdejaars bouwkundestudent beschrijft hoe ze als vijfjarige voor het eerst met haar vader meezeilde. ,,Alles ging mis. Tijdens een storm vloog midden op zee de motor in brand, en tot overmaat van ramp kwamen we ook nog eens vast te liggen. Mijn vader kon er wel om lachen, maar ik wilde het liefst zo snel mogelijk weer op de wal staan.” Ook na dit incident was het zeilen voor Diephuis meer een plaaggeest dan een bron van ontspanning en vermaak. ,,Mijn vader stuurde me op allerlei zeilkampen in Zeeland. Maar het beviel me weer voor geen meter. Ik kon me toen echt niet voorstellen dat ik zeilen ooit leuk zou gaan vinden. Jarenlang heb ik het geassocieerd met kou, nattigheid en ellende.”

Uiteindelijk werd Diephuis bekeerd door Leukotheia, de zeilondervereniging van Sint Jansbrug. ,,Ik ben in mijn eerste jaar meegegaan op een tjalkweekend. De zon scheen, de wind was niet te hard en het was enorm gezellig op de boot. Er ging een wereld voor me open: zeilen kan ook leuk zijn. Sindsdien ben ik overstag.”

Groter

En behoorlijk overstag; een stormrondje is wellicht een betere beschrijving. Ze kocht met drie vrienden een zeewaardige zeilboot en zit nu in de vijfkoppige organisatie van de Nederlandse Studenten Zeezeilrace. Het Delftse initiatief behoort nog niet tot het rijtje van de meest bekende zeezeilraces, maar is hard op weg zich bij de top aan te sluiten. In de eerste edities van de jaarlijkse race deden alleen Jansbruggers mee en er werd gezeild op de Noordzee. Drie jaar geleden besloot de organisatie het groter aan te pakken. Deelname werd mogelijk voor studenten uit heel Nederland, en de locatie verschoof naar warmere oorden. Teams uit zo’n beetje alle studentensteden in Nederland doen nu mee. Dit jaar zelfs een team van het marine-instituut in Den Helder. In drie jaar tijd steeg het aantal deelnemende teams van vier naar eenentwintig. Met ongeveer acht bemanningsleden per boot, rekent de organisatie dus op zo’n honderzeventig deelnemers. Diephuis: ,,En het hadden er nog wel meer kunnen zijn. We hebben de inschrijving stopgezet omdat anders de organisatie te ingewikkeld zou worden. Niet iedereen heeft even veel zeilervaring, dus we moeten in staat zijn om goed op te letten of alle teams hun boot wel onder controle kunnen houden.” Toch wil Leukotheia het volgend jaar nog groter aanpakken. ,,Uiteindelijk willen we kunnen concurreren met evenementen als de North Sea Regatta en de Heineken Race of the Classics.”

Protestvlag

Haar eerste zeezeilrace in Griekenland % toen nog als deelneemster – herinnert Diephuis zich nog levendig. ,,De eerste dagen was het prachtig weer. Iedereen lag languit in zwemkleding op het dek. ’s Avonds in de haven legden we de boten tegen elkaar en vormden de dekken samen ééngrote borrelvloer. De laatste twee dagen sloeg het weer om. De helft van de bemanning van mijn boot hing over de reling te kotsen, maar ik stond achter het roer en genoot.” Dat klinkt als een behoorlijk contrast met het kleine bange meisje dat door haar vader op grote boze zeilkampen werd gestuurd. ,,Absoluut. Vroeger vond ik een beetje schuin gaan al eng. In Griekenland trotseerde ik voor het eerst met veel plezier de hoogste golven. Dan merk je ook pas het grote verschil tussen zeezeilen en zeilen op een meertje in Friesland. Je moet navigeren, rekening houden met de stroming en natuurlijk hopen dat je ooit weer een keer land in zicht krijgt.”

De wedstrijd, die een week duurt, is verdeeld in een aantal onderdelen. De kick-off is een lange-afstandsreis van zestig zeemijlen van Porte Ferrario naar Bastia. Diephuis: ”Daar doe je ongeveer veertien uur over.” De volgende dagen zeilen de deelnemers een rondje om het eiland Capráia en leggen ze een met boeien gemarkeerd parcours af. Het geheel wordt afgesloten met een serie één-tegen-één races. De vraag waarmee iedere deelnemer aan een studentensporttoernooi kampt – doen we mee voor de gezelligheid of om te winnen? – gaat ook op voor de zeezeilrace. Diephuis: ,,Er zitten wedstrijdzeilers tussen die ontzettend fanatiek zijn en elke avond voor twaalven in bed liggen. Die zijn nog in staat om tijdens het varen de bagage naar een kant van de boot te schuiven om een optimale gewichtsverdeling te krijgen. Daarnaast heb je natuurlijk ook de mensen die de hele nacht doorfeesten en de volgende dag superbrak het zeil hijsen.”

De wil om te winnen van sommige zeilers gaat Diephuis af en toe te ver. ,,Er onstaan vaak vervelende discussies over voorrangsregels. Om de haverklap worden er protestvlaggen in de mast gehesen. Deze keer willen we het geklaag wat beperken. Het indienen van een protest kost tien euro. En die krijg je alleen terug als de wedstrijdcommissie je protest honoreert.”

Zelf zal Diephuis het niet heel erg druk hebben tijdens de race. Als secretaris houdt ze zich in Italië voornamelijk bezig met het dagelijks uploaden van de website met foto’s en wedstrijdverslagen. Diephuis: ,,Ik zit op de organisatieboot en die doet natuurlijk niet mee aan de wedstrijd. Je zult mij veel in bikini op het dek treffen.”

Lotte Diephuis organiseert de zevende Nederlandse Studenten Zeezeilrace. Eenentwintig boten strijden volgende week tegen elkaar op de zonnige wateren rond het Italiaanse eiland Elba.

,,Ik vond zeilen vroeger verschrikkelijk”, biecht Diephuis (23) op. De vijfdejaars bouwkundestudent beschrijft hoe ze als vijfjarige voor het eerst met haar vader meezeilde. ,,Alles ging mis. Tijdens een storm vloog midden op zee de motor in brand, en tot overmaat van ramp kwamen we ook nog eens vast te liggen. Mijn vader kon er wel om lachen, maar ik wilde het liefst zo snel mogelijk weer op de wal staan.” Ook na dit incident was het zeilen voor Diephuis meer een plaaggeest dan een bron van ontspanning en vermaak. ,,Mijn vader stuurde me op allerlei zeilkampen in Zeeland. Maar het beviel me weer voor geen meter. Ik kon me toen echt niet voorstellen dat ik zeilen ooit leuk zou gaan vinden. Jarenlang heb ik het geassocieerd met kou, nattigheid en ellende.”

Uiteindelijk werd Diephuis bekeerd door Leukotheia, de zeilondervereniging van Sint Jansbrug. ,,Ik ben in mijn eerste jaar meegegaan op een tjalkweekend. De zon scheen, de wind was niet te hard en het was enorm gezellig op de boot. Er ging een wereld voor me open: zeilen kan ook leuk zijn. Sindsdien ben ik overstag.”

Groter

En behoorlijk overstag; een stormrondje is wellicht een betere beschrijving. Ze kocht met drie vrienden een zeewaardige zeilboot en zit nu in de vijfkoppige organisatie van de Nederlandse Studenten Zeezeilrace. Het Delftse initiatief behoort nog niet tot het rijtje van de meest bekende zeezeilraces, maar is hard op weg zich bij de top aan te sluiten. In de eerste edities van de jaarlijkse race deden alleen Jansbruggers mee en er werd gezeild op de Noordzee. Drie jaar geleden besloot de organisatie het groter aan te pakken. Deelname werd mogelijk voor studenten uit heel Nederland, en de locatie verschoof naar warmere oorden. Teams uit zo’n beetje alle studentensteden in Nederland doen nu mee. Dit jaar zelfs een team van het marine-instituut in Den Helder. In drie jaar tijd steeg het aantal deelnemende teams van vier naar eenentwintig. Met ongeveer acht bemanningsleden per boot, rekent de organisatie dus op zo’n honderzeventig deelnemers. Diephuis: ,,En het hadden er nog wel meer kunnen zijn. We hebben de inschrijving stopgezet omdat anders de organisatie te ingewikkeld zou worden. Niet iedereen heeft even veel zeilervaring, dus we moeten in staat zijn om goed op te letten of alle teams hun boot wel onder controle kunnen houden.” Toch wil Leukotheia het volgend jaar nog groter aanpakken. ,,Uiteindelijk willen we kunnen concurreren met evenementen als de North Sea Regatta en de Heineken Race of the Classics.”

Protestvlag

Haar eerste zeezeilrace in Griekenland % toen nog als deelneemster – herinnert Diephuis zich nog levendig. ,,De eerste dagen was het prachtig weer. Iedereen lag languit in zwemkleding op het dek. ’s Avonds in de haven legden we de boten tegen elkaar en vormden de dekken samen ééngrote borrelvloer. De laatste twee dagen sloeg het weer om. De helft van de bemanning van mijn boot hing over de reling te kotsen, maar ik stond achter het roer en genoot.” Dat klinkt als een behoorlijk contrast met het kleine bange meisje dat door haar vader op grote boze zeilkampen werd gestuurd. ,,Absoluut. Vroeger vond ik een beetje schuin gaan al eng. In Griekenland trotseerde ik voor het eerst met veel plezier de hoogste golven. Dan merk je ook pas het grote verschil tussen zeezeilen en zeilen op een meertje in Friesland. Je moet navigeren, rekening houden met de stroming en natuurlijk hopen dat je ooit weer een keer land in zicht krijgt.”

De wedstrijd, die een week duurt, is verdeeld in een aantal onderdelen. De kick-off is een lange-afstandsreis van zestig zeemijlen van Porte Ferrario naar Bastia. Diephuis: ”Daar doe je ongeveer veertien uur over.” De volgende dagen zeilen de deelnemers een rondje om het eiland Capráia en leggen ze een met boeien gemarkeerd parcours af. Het geheel wordt afgesloten met een serie één-tegen-één races. De vraag waarmee iedere deelnemer aan een studentensporttoernooi kampt – doen we mee voor de gezelligheid of om te winnen? – gaat ook op voor de zeezeilrace. Diephuis: ,,Er zitten wedstrijdzeilers tussen die ontzettend fanatiek zijn en elke avond voor twaalven in bed liggen. Die zijn nog in staat om tijdens het varen de bagage naar een kant van de boot te schuiven om een optimale gewichtsverdeling te krijgen. Daarnaast heb je natuurlijk ook de mensen die de hele nacht doorfeesten en de volgende dag superbrak het zeil hijsen.”

De wil om te winnen van sommige zeilers gaat Diephuis af en toe te ver. ,,Er onstaan vaak vervelende discussies over voorrangsregels. Om de haverklap worden er protestvlaggen in de mast gehesen. Deze keer willen we het geklaag wat beperken. Het indienen van een protest kost tien euro. En die krijg je alleen terug als de wedstrijdcommissie je protest honoreert.”

Zelf zal Diephuis het niet heel erg druk hebben tijdens de race. Als secretaris houdt ze zich in Italië voornamelijk bezig met het dagelijks uploaden van de website met foto’s en wedstrijdverslagen. Diephuis: ,,Ik zit op de organisatieboot en die doet natuurlijk niet mee aan de wedstrijd. Je zult mij veel in bikini op het dek treffen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.