Onderwijs

‘Koolstof en GLARE beide geweldig’

Is het vliegtuig van de toekomst van koolstofcomposiet of van aluminiumlaminaat? Geen triviale vraag, bleek maandag tijdens het debat ‘Vliegtuigmaterialen van de toekomst’, georganiseerd door Studium Generale en studievereniging VSV Leonardo Da Vinci.

br />
Geknikte vleugels, ingedeukte vliegtuigneuzen en afgebroken stuurroeren flitsen achter elkaar over het scherm tijdens het titanengevecht tussen koolstofcomposietenadept prof.ir. Adriaan Beukers en aluminiumvolgeling prof.dr.ir. Rinze Benedictus. Het arsenaal waarmee beide hoogleraren elkaars materiaal bestoken lijkt eindeloos. De massaal toegestroomde studenten en medewerkers vinden het prachtig.

De spanning tussen de heren was de afgelopen maanden flink opgelopen. Beukers noemde de ontwikkeling van het materiaal Central afgelopen najaar in Delta “een laatste wee in de ontwikkeling van aluminiumlaminaten voor vliegtuigen.”

De leerstoel van Benedictus had dit nieuwe vliegtuigmateriaal, bestaande uit glasvezellagen afgewisseld met aluminiumlagen, kort daarvoor vol trots gelanceerd tijdens een symposium. Central zou de opvolger worden van het eveneens aan de TU ontwikkelde GLARE, dat in de airbus A380 verwerkt zit. De TU had dus iets om trots op te zijn.

Niet dus, volgens Beukers. De koolstofcomposieten die Boeing gebruikt in zijn nieuwe 787 zijn volgens hem veel sterker, lichter, ongevoelig voor corrosie en bovendien makkelijker in allerlei ingewikkelde vormen te gieten.

Tijdens de confrontatie is Benedictus duidelijk de gebeten hond. Een beetje pijnlijk is het wanneer debatleider dr. Dap Hartman de kampen neerzet als composiet versus ouderwets metaal. Maar Benedictus, die als eerste het woord neemt, kan wel samen met de zaal mee lachen om deze typering, al wimpelt hij hem natuurlijk direct af. “Deze laminaten bestaan nog maar twintig â dertig jaar. Ze zijn dus niet ouderwets.”

Wat volgens Benedictus sterk voor aluminium pleit, is het feit dat dit materiaal in gigantische hoeveelheden geproduceerd wordt voor blikjes en auto’s. De aluminiumindustrie kan de massaproductie van vliegtuigen daardoor ook makkelijk aan. Bij koolstofcomposieten valt dat volgens hem nog te bezien.

Maar al snel wordt duidelijk dat de aluminiumbehartiger eigenlijk helemaal niet zo sterk op confrontatie uit is. “Koolstof en GLARE zijn beide geweldig”, concludeert hij.

Beukers is onvermurwbaar. Hij vindt het hoog tijd voor verandering. “Als je de ontwikkelingscurve van aluminium bekijkt, dan zie je dat we aan het eind van de groeicurve zijn beland.” Hij vindt het raar om vanwege het recyclingvoordeel achter de auto- en blikjesindustrie aan te hobbelen.

Het eind van de groeicurve is nog helemaal niet in zicht, meent Benedictus, die dit weet te staven met harde cijfers. “De afgelopen jaren zijn aluminiumlaminaten dertig procent lichter geworden. Koolstofcomposieten maar vier procent.” Toch vraagt de markt volgens zijn tegenstander om koolstofcomposieten. “Maar wij zetten de trend, we volgen hem niet”, riposteert Benedictus.

Technische argumenten vliegen de toehoorders vervolgens om de oren. De meeste zijn lastig te volgen, deels omdat de microfoontjes het niet goed doen, deels omdat de twee hoogleraren halve waarheden vertellen. Vooral Benedictus beschuldigt Beukers daarvan. “Adriaan zegt de helft van de waarheid. Dus wat hij zegt is een leugen.” De zaal smult ervan. Ook Beukers kan een glimlach niet onderdrukken.

Wie de winnaar is, is een enigszins verwarde Hartmann aan het eind van de bijeenkomst niet helemaal duidelijk. Handen tellen biedt uitkomst. “Wie wil er aan aluminiumlaminaten werken?”, vraagt hij. Enkele handen gaan de lucht in. “Koolstofcomposieten?” Beduidend meer handen worden opgestoken.

Tomas van Dijk

Is het vliegtuig van de toekomst van koolstofcomposiet of van aluminiumlaminaat? Geen triviale vraag, bleek maandag tijdens het debat ‘Vliegtuigmaterialen van de toekomst’, georganiseerd door Studium Generale en studievereniging VSV Leonardo Da Vinci.

Geknikte vleugels, ingedeukte vliegtuigneuzen en afgebroken stuurroeren flitsen achter elkaar over het scherm tijdens het titanengevecht tussen koolstofcomposietenadept prof.ir. Adriaan Beukers en aluminiumvolgeling prof.dr.ir. Rinze Benedictus. Het arsenaal waarmee beide hoogleraren elkaars materiaal bestoken lijkt eindeloos. De massaal toegestroomde studenten en medewerkers vinden het prachtig.

De spanning tussen de heren was de afgelopen maanden flink opgelopen. Beukers noemde de ontwikkeling van het materiaal Central afgelopen najaar in Delta “een laatste wee in de ontwikkeling van aluminiumlaminaten voor vliegtuigen.”

De leerstoel van Benedictus had dit nieuwe vliegtuigmateriaal, bestaande uit glasvezellagen afgewisseld met aluminiumlagen, kort daarvoor vol trots gelanceerd tijdens een symposium. Central zou de opvolger worden van het eveneens aan de TU ontwikkelde GLARE, dat in de airbus A380 verwerkt zit. De TU had dus iets om trots op te zijn.

Niet dus, volgens Beukers. De koolstofcomposieten die Boeing gebruikt in zijn nieuwe 787 zijn volgens hem veel sterker, lichter, ongevoelig voor corrosie en bovendien makkelijker in allerlei ingewikkelde vormen te gieten.

Tijdens de confrontatie is Benedictus duidelijk de gebeten hond. Een beetje pijnlijk is het wanneer debatleider dr. Dap Hartman de kampen neerzet als composiet versus ouderwets metaal. Maar Benedictus, die als eerste het woord neemt, kan wel samen met de zaal mee lachen om deze typering, al wimpelt hij hem natuurlijk direct af. “Deze laminaten bestaan nog maar twintig â dertig jaar. Ze zijn dus niet ouderwets.”

Wat volgens Benedictus sterk voor aluminium pleit, is het feit dat dit materiaal in gigantische hoeveelheden geproduceerd wordt voor blikjes en auto’s. De aluminiumindustrie kan de massaproductie van vliegtuigen daardoor ook makkelijk aan. Bij koolstofcomposieten valt dat volgens hem nog te bezien.

Maar al snel wordt duidelijk dat de aluminiumbehartiger eigenlijk helemaal niet zo sterk op confrontatie uit is. “Koolstof en GLARE zijn beide geweldig”, concludeert hij.

Beukers is onvermurwbaar. Hij vindt het hoog tijd voor verandering. “Als je de ontwikkelingscurve van aluminium bekijkt, dan zie je dat we aan het eind van de groeicurve zijn beland.” Hij vindt het raar om vanwege het recyclingvoordeel achter de auto- en blikjesindustrie aan te hobbelen.

Het eind van de groeicurve is nog helemaal niet in zicht, meent Benedictus, die dit weet te staven met harde cijfers. “De afgelopen jaren zijn aluminiumlaminaten dertig procent lichter geworden. Koolstofcomposieten maar vier procent.” Toch vraagt de markt volgens zijn tegenstander om koolstofcomposieten. “Maar wij zetten de trend, we volgen hem niet”, riposteert Benedictus.

Technische argumenten vliegen de toehoorders vervolgens om de oren. De meeste zijn lastig te volgen, deels omdat de microfoontjes het niet goed doen, deels omdat de twee hoogleraren halve waarheden vertellen. Vooral Benedictus beschuldigt Beukers daarvan. “Adriaan zegt de helft van de waarheid. Dus wat hij zegt is een leugen.” De zaal smult ervan. Ook Beukers kan een glimlach niet onderdrukken.

Wie de winnaar is, is een enigszins verwarde Hartmann aan het eind van de bijeenkomst niet helemaal duidelijk. Handen tellen biedt uitkomst. “Wie wil er aan aluminiumlaminaten werken?”, vraagt hij. Enkele handen gaan de lucht in. “Koolstofcomposieten?” Beduidend meer handen worden opgestoken.

Tomas van Dijk

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.