Onderwijs

Keuzevrijheid bij minors nog beperkt

Verschillende faculteiten bieden momenteel minors aan die vereist zijn bij de toelating in vervolg-masteropleidingen. Dat mag volgens de studentenraad niet.

Studentenraadslid Michel Holper constateert na een rondgang langs de faculteiten dat bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Civiele Techniek en Geowetenschappen en Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica minors worden aangeboden, die selecterend zijn voor een masteropleiding. “In de regels staat duidelijk dat dat niet mag. Studenten moeten vrij zijn in hun keuze voor een minor.”

Volgens Holper leven de faculteiten de regels niet na, omdat ze niet altijd bereid zijn om in de bacheloropleiding ruimte vrij te maken voor minors. “Ze moeten een opleiding van drie jaar een half jaar inkorten. Soms verzinnen ze wegen om toch dezelfde vakken te kunnen blijven aanbieden.”

Holper noemt het ‘schokkend’ dat bijvoorbeeld bij de opleiding elektrotechniek de keuzevakken simpelweg de naam minor hebben gekregen. “Er waren negen keuzevakken, waarvan studenten er zes moesten kiezen. Nu zijn die negen vakken samengevoegd tot een minor en moeten studenten zes van die negen kiezen. Dat beperkt de keuzevrijheid.”

Paul Rullmann van het college van bestuur onderschrijft dat minors niet selecterend mogen zijn. Hij zegde de studentenraad woensdag toe dat hij dit punt bij de opleidingsdirecteuren en de decanen aan de orde zal stellen.

Holper vindt dat er wel erg weinig uniformiteit is te ontdekken in het minorsbeleid van de faculteiten. Waar de een al jaren met minors werkt, moet de ander ze nog invoeren. “Zo ontstaat een hele onplezierige en onduidelijke tussensituatie”, vindt hij.

Volgens Rullmann hebben de faculteiten expres de vrijheid gekregen het major-minorsysteem in hun eigen tempo in te voeren, mits dat binnen drie jaar zou zijn. Die termijn is in september verstreken, maar er is een jaar aan toegevoegd, zodat nu alle opleidingen in september 2007 klaar moeten zijn. “Dat lijkt rommelig, maar een striktere invoering zou tot veel meer spanning in het onderwijs hebben geleid. En in de volgende minorronde mogen er dus geen selecterende minors meer zijn”, aldus Rullmann.

Volgens Holper wordt de keuzevrijheid van studenten ook beperkt door de duur van sommige minors. Die moeten in een zogenoemde blokvorm worden aangeboden, gedurende de tijd van een semester. Holper constateert echter dat verschillende minors een ‘lintvorm’ hebben en dus twee semesters duren. “Dat past vaak niet in een collegerooster”, weet hij.

Rullmann heeft met de lintminors minder problemen, al vindt ook hij dat minors in blokken moeten worden aangeboden aan studenten met vaste vakkenpakketten. “In de praktijk blijkt echter dat studenten zich weinig aantrekken van de duur van een minor. Als ze een vak leuk vinden, volgen ze het gewoon. Maar weinig studenten lopen nominaal.”

Studentenraadslid Michel Holper constateert na een rondgang langs de faculteiten dat bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Civiele Techniek en Geowetenschappen en Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica minors worden aangeboden, die selecterend zijn voor een masteropleiding. “In de regels staat duidelijk dat dat niet mag. Studenten moeten vrij zijn in hun keuze voor een minor.”

Volgens Holper leven de faculteiten de regels niet na, omdat ze niet altijd bereid zijn om in de bacheloropleiding ruimte vrij te maken voor minors. “Ze moeten een opleiding van drie jaar een half jaar inkorten. Soms verzinnen ze wegen om toch dezelfde vakken te kunnen blijven aanbieden.”

Holper noemt het ‘schokkend’ dat bijvoorbeeld bij de opleiding elektrotechniek de keuzevakken simpelweg de naam minor hebben gekregen. “Er waren negen keuzevakken, waarvan studenten er zes moesten kiezen. Nu zijn die negen vakken samengevoegd tot een minor en moeten studenten zes van die negen kiezen. Dat beperkt de keuzevrijheid.”

Paul Rullmann van het college van bestuur onderschrijft dat minors niet selecterend mogen zijn. Hij zegde de studentenraad woensdag toe dat hij dit punt bij de opleidingsdirecteuren en de decanen aan de orde zal stellen.

Holper vindt dat er wel erg weinig uniformiteit is te ontdekken in het minorsbeleid van de faculteiten. Waar de een al jaren met minors werkt, moet de ander ze nog invoeren. “Zo ontstaat een hele onplezierige en onduidelijke tussensituatie”, vindt hij.

Volgens Rullmann hebben de faculteiten expres de vrijheid gekregen het major-minorsysteem in hun eigen tempo in te voeren, mits dat binnen drie jaar zou zijn. Die termijn is in september verstreken, maar er is een jaar aan toegevoegd, zodat nu alle opleidingen in september 2007 klaar moeten zijn. “Dat lijkt rommelig, maar een striktere invoering zou tot veel meer spanning in het onderwijs hebben geleid. En in de volgende minorronde mogen er dus geen selecterende minors meer zijn”, aldus Rullmann.

Volgens Holper wordt de keuzevrijheid van studenten ook beperkt door de duur van sommige minors. Die moeten in een zogenoemde blokvorm worden aangeboden, gedurende de tijd van een semester. Holper constateert echter dat verschillende minors een ‘lintvorm’ hebben en dus twee semesters duren. “Dat past vaak niet in een collegerooster”, weet hij.

Rullmann heeft met de lintminors minder problemen, al vindt ook hij dat minors in blokken moeten worden aangeboden aan studenten met vaste vakkenpakketten. “In de praktijk blijkt echter dat studenten zich weinig aantrekken van de duur van een minor. Als ze een vak leuk vinden, volgen ze het gewoon. Maar weinig studenten lopen nominaal.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.