Het aantal buitenlandse studenten in Nederland en ook aan de TU Delft groeit gestaag. Goed nieuws voor de kenniseconomie. Maar de bureaucratie rond visumverstrekking en werkvergunningen zit flink in de weg.
Ook op de universiteit zelf valt nog veel te verbeteren aan de houding en de toelatingsprocedures. ,,Het gaat nu te amateuristisch.”
Eindelijk kon Ekim Tan uit Turkije afgelopen maandag beginnen met haar masteropleiding bij Bouwkunde. Tien weken beet ze op een houtje in Istanbul, voordat ze op het vliegtuig kon stappen. Heb je alleen al voor het eerste jaar van je studie op voorhand meer dan 15.000 euro neergeteld – 5900 euro collegegeld, 7200 euro levensonderhoud, 2370 euro administratiekosten % mag je vervolgens het land niet in. Gevolg: veel zenuwen, verloren tijd, extra kosten voor een ticket en achterstand bij het begin van de studie. De drie collegeweken die ze heeft gemist zijn wel in te halen, maar het maakt de start van zo’n buitenlands avontuur niet echt lekker.
Nog steeds zaten eind vorige week zo’n veertig Delftse aanmelders uit alle hoeken van de wereld op uitsluitsel te wachten. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), de afdeling van het ministerie van Justitie die de visumaanvragen behandelt, belooft universiteiten en hogescholen een verkorte procedure van twee tot vier weken, maar daar komt in de praktijk weinig van terecht. Slechts 260 buitenlandse masterstudenten arriveerden begin augustus op tijd in Delft voor de voorbereidende summer course. Dat betekende ook voor de universiteit extra kosten en verspilde moeite, plus overuren om al die één voor één binnendruppelende laatkomers op te vangen. Enkele aanmelders hebben vanwege de onzekerheid rond hun visum zelfs afgehaakt en gekozen voor een opleiding elders.
Doorn
De bureaucratische vertragingen bij de visumverstrekking zijn het hoger onderwijs al jaren een doorn in het oog. Dit jaar loopt het echt uit de hand. Enkele duizenden internationale studenten maakten het begin van het academisch jaar slechts op afstand mee. Bovendien bleek de IND nagenoeg onbereikbaar voor informatie of toelichting over de stand van zaken. De ergernis heeft zelfs tot Kamervragen geleid. Een woordvoerder van de IND reageert laconiek en kaatst de bal terug. ,,We behandelen per jaar negenduizend aanvragen door studenten, en dat aantal loopt op. De helft daarvan komt in de zomermaanden, dat geeft een enorme piek. Wij pleiten al jaren voor spreiding. Bovendien worden veel aanvragen incompleet aangeleverd % dat geeft extra vertraging. De universiteiten en hogescholen dragen een eigen verantwoordelijkheid.” Het communicatieprobleem geeft hij volmondig toe. ,,Maar dat is inmiddels opgelost met extra mensen aan de telefoon.”
Anita van Velzen van de sectie internationale relaties aan de TU zucht. ,,De IND weet toch op voorhand dat die piek komt % zo werken de universiteiten nu eenmaal. En studenten maken eerst een andere opleiding af. Wat de aanvragen betreft, daar zal best wel eens een onvolledige tussen zitten, maar dat gaat niet om grote aantallen. Dit wordt wel al te gemakkelijk als een excuus opgevoerd. Ik weet van insiders bij de IND dat het op z’n zachts gezegd allemaal niet zo soepel loopt bij die dienst. Officieel kreeg ik telkens vage excuses te horen zoals computerstoringen en files die kwijt waren. Ik laat het nu maar even. De laatste groep studenten hierheen halen en op weg helpen heeft onze prioriteit. In oktober bespreken we opnieuw met de betrokken partijen hoe we deze ellende in de toekomst kunnen voorkomen. Dat dit slecht is voor de betrokken studenten, de TU Delft en het imago van Nederland als kennisland mag duidelijk zijn.”
Mobstacles
‘Nederland frustreert mobiliteit van kennis’, zo luidde onlangs de kop op de Forum-pagina van ‘de Volkskrant’ boven een artikel van Ed d’Hondt, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (Vsnu). ,,De problemen zijn bekend en worden op hoog niveau erkend”, schrijft hij. ,,De vele malen geuite bezwaren van universiteiten en bedrijven worden, samen met de geformuleerde aanbevelingen, als een zwarte piet doorgeschoven. Van het ministerie van OC&W naar EZ, van EZ weer naar Justitie en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), en uiteindelijk via Financiën weer terug bij OC&W. De vele studenten en kenniswerkers die jaarlijks binnen willen komen belanden daarmee in een draaikolk van halfverantwoordelijke ministers en onmachtige ministeries.” Naast de moeizame visumprocedures, niet alleen voor studenten maar bijvoorbeeld ook voor partners van postdocs, gaat het tevens over de fors opgehoogde leges (430 euro) die moeten worden betaald voor de tijdelijke verblijfsvergunning en de gecompliceerde regelgeving en al even trage verwerking van de werkvergunning.
,,De beleidsintenties van de regering stroken inderdaad niet met de praktijk van de uitvoering”, stelt op iets gematigder toon ook Hanneke Teekens, hoofd internationalisering bij Nuffic, de koepelorganisatie van het hoger onderwijs voor alles wat met het buitenland te maken heeft. Nuffic tracht langs het ene spoor instellingen en individuen informatie te geven en wegwijs te maken in de complexe wet- en regelgeving. Hiervoor is zelfs een speciaal team van twee medewerkers opgericht, onder de naam mobstacles (mobility obstacles). Langs het andere spoor probeert de koepelorganisatie samen met de instellingen voortdurend invloed uit te oefenen op het beleid en de uitvoering ervan. Zo werd pas weer een kritische brief over de visumvertragingen verstuurd en is volgens Teekens ookover de leges het laatste woord nog niet gesproken. ,,Ondanks de hobbels is de trend dat er meer internationale studenten komen. Je zou dus kunnen zeggen dat het beleid toch werkt. De ingeslagen weg lijkt de goede, maar vraag is echter of de snelheid niet veel groter kan en moet zijn.”
Amateuristisch
Maar Teekens wil niet eenzijdig met de vinger naar de overheid wijzen. ,,De universiteiten en hogescholen dienen internationalisering op een duurzame manier te integreren in hun beleid en manier van werken. Je moet je niet alleen blind staren op de aantallen, maar ook de vraag stellen of je de juiste studenten en kenniswerkers binnenhaalt. Naast kwantiteit telt ook kwaliteit.”
Belangrijk is ook de wederkerigheid van mobiliteit, benadrukt ze. Terwijl Nederland in Europees verband aanvankelijk in de voorhoede liep qua aantallen studenten die een periode naar het buitenland gingen, blijven de cijfers momenteel steken of zijn zelfs licht dalend. ,,Het is nog niet dramatisch, maar we moeten dit goed in de gaten houden”, stelt Teekens. Daarnaast wijst ze op het belang van de interne mobiliteit binnen Nederland. ,,De bama-structuur wordt slechts gezien als een herstructurering van het eigen onderwijs. Er wordt nauwelijks gesproken over de mogelijkheid om na een bachelordiploma op een andere universiteit een master te halen. Men gaat erg defensief om met dit onderwerp.”
De inhoudelijke kanten blijven natuurlijk een verantwoordelijkheid van de faculteiten, maar wat de taken van de sectie internationale relaties betreft – van werving tot en met eerste opvang % steekt Anita van Velzen de hand ook in eigen boezem. ,,Ik werk hier nu een jaar en constateer dat er aan onze procedures nog heel wat te verbeteren valt. Eigenlijk is het ronduit amateuristisch zoals we hier werken, dat past niet bij de ambities die we uitspreken. Ook voor ons geldt dat we in de zomer een piek moeten opvangen. Dat doen we onder andere met student-assistenten, maar die dragen nu veel te veel verantwoordelijkheden. We gaan de komende maanden stevig evalueren en de zaak beter op de rit zetten voor volgend jaar.”
Behalve over de trage visumprocedure kan de Turkse Ekim Tan ook meepraten over de gang van zaken in Delft. Van de rommelige informatie op de website over de deadline en de niet erg transparante procedure voor aanmelding tot de slordige communicatie met telkens wisselende contactpersonen. Hoe anders liep dat bij haar aanmeldingen bij universiteiten in de Verenigde Staten. Bevestigingen, uiterst vriendelijke bejegeningen, keurige brieven en toen ze werd aangenomen op Harvard zelfs een hoogleraar die hoogstpersoonlijk opbelde om haar te feliciteren. Uiteindelijk koos ze toch voor Delft vanwege de prijs, persoonlijke omstandigheden en zeker ook het positieve imago van de architectuur en stedenbouw in Nederland. Ze is blij dat ze een plek heeft en van start kan gaan. Jammer dat ze binnenkort weer moet verhuizen omdat de spaceboxen voor buitenlandse studenten nog niet klaar zijn. Dat wordt eind oktober, maar het kan ook een paar weken later worden, aldus Duwo.
Het aantal internationale studenten aan de TU Delft begint te stijgen. De hoeveelheid uitwisselingsstudenten is sinds 1996 licht gegroeid van 278 naar 421 vorig jaar. Het aantal fulltime studenten met een buitenlandse nationaliteit is in dezelfde periode toegenomen van 974 naar 1232. Met name de Engelstalige masterstudenten beginnen daar flink aan bij te dragen. Hun aandeel groeide sinds de start vijf jaar geleden via 180 studenten vorig jaar naar 260 dit jaar.
Opvallend gegeven: driekwart van de uitwisselingsstudenten is uit de EU afkomstig en een kwart van elders, terwijl dat bij de fulltime studenten precies omgekeerd ligt, met Azië als grootste ‘leverancier’. Overigens schat Nuffic het totaal aantal buitenlandse studenten in Nederland momenteel op bijna 30.000.
Op basis van haar ervaringen met Amerikaanse universiteiten en de TU Delft geeft de Turkse student Ekim Tan een aantal tips.
1 Geef duidelijke, eenduidige en up-to-date informatie op de website. Met name waar het gaat over deadlines, bedragen en procedure.
2 Houd jezelf aan de data van de procedure.
3 Stuur een bevestiging van aanmelding, laat weten of de inzending compleet is of wat eventueel nog ontbreekt.
4 Communiceer via een duidelijk aanspreekpunt, niet via telkens weer andere personen. Behandel vragen via telefoon en e-mail niet als lastig % de student is een klant die flink betaalt.
5 Communiceer pro-actief. Bijvoorbeeld over de stand van zaken rond de visumprocedure. Dat voorkomt veel onnodige vragen.
6 Breng ook de faculteit en/of de opleiding zelf in contact met de nieuwe student nadat die is aangenomen. Per slot van rekening gaat het uiteindelijk om de inhoud.
7 Maak een handzame checklist met informatie over de aankomst: wat te doen, wat waar te regelen, in welke volgorde. Inclusief praktische zaken als aanschaf van fiets en gsm.
www.tudelft.nl/statistiek . .
Het aantal buitenlandse studenten in Nederland en ook aan de TU Delft groeit gestaag. Goed nieuws voor de kenniseconomie. Maar de bureaucratie rond visumverstrekking en werkvergunningen zit flink in de weg. Ook op de universiteit zelf valt nog veel te verbeteren aan de houding en de toelatingsprocedures. ,,Het gaat nu te amateuristisch.”
Eindelijk kon Ekim Tan uit Turkije afgelopen maandag beginnen met haar masteropleiding bij Bouwkunde. Tien weken beet ze op een houtje in Istanbul, voordat ze op het vliegtuig kon stappen. Heb je alleen al voor het eerste jaar van je studie op voorhand meer dan 15.000 euro neergeteld – 5900 euro collegegeld, 7200 euro levensonderhoud, 2370 euro administratiekosten % mag je vervolgens het land niet in. Gevolg: veel zenuwen, verloren tijd, extra kosten voor een ticket en achterstand bij het begin van de studie. De drie collegeweken die ze heeft gemist zijn wel in te halen, maar het maakt de start van zo’n buitenlands avontuur niet echt lekker.
Nog steeds zaten eind vorige week zo’n veertig Delftse aanmelders uit alle hoeken van de wereld op uitsluitsel te wachten. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), de afdeling van het ministerie van Justitie die de visumaanvragen behandelt, belooft universiteiten en hogescholen een verkorte procedure van twee tot vier weken, maar daar komt in de praktijk weinig van terecht. Slechts 260 buitenlandse masterstudenten arriveerden begin augustus op tijd in Delft voor de voorbereidende summer course. Dat betekende ook voor de universiteit extra kosten en verspilde moeite, plus overuren om al die één voor één binnendruppelende laatkomers op te vangen. Enkele aanmelders hebben vanwege de onzekerheid rond hun visum zelfs afgehaakt en gekozen voor een opleiding elders.
Doorn
De bureaucratische vertragingen bij de visumverstrekking zijn het hoger onderwijs al jaren een doorn in het oog. Dit jaar loopt het echt uit de hand. Enkele duizenden internationale studenten maakten het begin van het academisch jaar slechts op afstand mee. Bovendien bleek de IND nagenoeg onbereikbaar voor informatie of toelichting over de stand van zaken. De ergernis heeft zelfs tot Kamervragen geleid. Een woordvoerder van de IND reageert laconiek en kaatst de bal terug. ,,We behandelen per jaar negenduizend aanvragen door studenten, en dat aantal loopt op. De helft daarvan komt in de zomermaanden, dat geeft een enorme piek. Wij pleiten al jaren voor spreiding. Bovendien worden veel aanvragen incompleet aangeleverd % dat geeft extra vertraging. De universiteiten en hogescholen dragen een eigen verantwoordelijkheid.” Het communicatieprobleem geeft hij volmondig toe. ,,Maar dat is inmiddels opgelost met extra mensen aan de telefoon.”
Anita van Velzen van de sectie internationale relaties aan de TU zucht. ,,De IND weet toch op voorhand dat die piek komt % zo werken de universiteiten nu eenmaal. En studenten maken eerst een andere opleiding af. Wat de aanvragen betreft, daar zal best wel eens een onvolledige tussen zitten, maar dat gaat niet om grote aantallen. Dit wordt wel al te gemakkelijk als een excuus opgevoerd. Ik weet van insiders bij de IND dat het op z’n zachts gezegd allemaal niet zo soepel loopt bij die dienst. Officieel kreeg ik telkens vage excuses te horen zoals computerstoringen en files die kwijt waren. Ik laat het nu maar even. De laatste groep studenten hierheen halen en op weg helpen heeft onze prioriteit. In oktober bespreken we opnieuw met de betrokken partijen hoe we deze ellende in de toekomst kunnen voorkomen. Dat dit slecht is voor de betrokken studenten, de TU Delft en het imago van Nederland als kennisland mag duidelijk zijn.”
Mobstacles
‘Nederland frustreert mobiliteit van kennis’, zo luidde onlangs de kop op de Forum-pagina van ‘de Volkskrant’ boven een artikel van Ed d’Hondt, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (Vsnu). ,,De problemen zijn bekend en worden op hoog niveau erkend”, schrijft hij. ,,De vele malen geuite bezwaren van universiteiten en bedrijven worden, samen met de geformuleerde aanbevelingen, als een zwarte piet doorgeschoven. Van het ministerie van OC&W naar EZ, van EZ weer naar Justitie en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), en uiteindelijk via Financiën weer terug bij OC&W. De vele studenten en kenniswerkers die jaarlijks binnen willen komen belanden daarmee in een draaikolk van halfverantwoordelijke ministers en onmachtige ministeries.” Naast de moeizame visumprocedures, niet alleen voor studenten maar bijvoorbeeld ook voor partners van postdocs, gaat het tevens over de fors opgehoogde leges (430 euro) die moeten worden betaald voor de tijdelijke verblijfsvergunning en de gecompliceerde regelgeving en al even trage verwerking van de werkvergunning.
,,De beleidsintenties van de regering stroken inderdaad niet met de praktijk van de uitvoering”, stelt op iets gematigder toon ook Hanneke Teekens, hoofd internationalisering bij Nuffic, de koepelorganisatie van het hoger onderwijs voor alles wat met het buitenland te maken heeft. Nuffic tracht langs het ene spoor instellingen en individuen informatie te geven en wegwijs te maken in de complexe wet- en regelgeving. Hiervoor is zelfs een speciaal team van twee medewerkers opgericht, onder de naam mobstacles (mobility obstacles). Langs het andere spoor probeert de koepelorganisatie samen met de instellingen voortdurend invloed uit te oefenen op het beleid en de uitvoering ervan. Zo werd pas weer een kritische brief over de visumvertragingen verstuurd en is volgens Teekens ookover de leges het laatste woord nog niet gesproken. ,,Ondanks de hobbels is de trend dat er meer internationale studenten komen. Je zou dus kunnen zeggen dat het beleid toch werkt. De ingeslagen weg lijkt de goede, maar vraag is echter of de snelheid niet veel groter kan en moet zijn.”
Amateuristisch
Maar Teekens wil niet eenzijdig met de vinger naar de overheid wijzen. ,,De universiteiten en hogescholen dienen internationalisering op een duurzame manier te integreren in hun beleid en manier van werken. Je moet je niet alleen blind staren op de aantallen, maar ook de vraag stellen of je de juiste studenten en kenniswerkers binnenhaalt. Naast kwantiteit telt ook kwaliteit.”
Belangrijk is ook de wederkerigheid van mobiliteit, benadrukt ze. Terwijl Nederland in Europees verband aanvankelijk in de voorhoede liep qua aantallen studenten die een periode naar het buitenland gingen, blijven de cijfers momenteel steken of zijn zelfs licht dalend. ,,Het is nog niet dramatisch, maar we moeten dit goed in de gaten houden”, stelt Teekens. Daarnaast wijst ze op het belang van de interne mobiliteit binnen Nederland. ,,De bama-structuur wordt slechts gezien als een herstructurering van het eigen onderwijs. Er wordt nauwelijks gesproken over de mogelijkheid om na een bachelordiploma op een andere universiteit een master te halen. Men gaat erg defensief om met dit onderwerp.”
De inhoudelijke kanten blijven natuurlijk een verantwoordelijkheid van de faculteiten, maar wat de taken van de sectie internationale relaties betreft – van werving tot en met eerste opvang % steekt Anita van Velzen de hand ook in eigen boezem. ,,Ik werk hier nu een jaar en constateer dat er aan onze procedures nog heel wat te verbeteren valt. Eigenlijk is het ronduit amateuristisch zoals we hier werken, dat past niet bij de ambities die we uitspreken. Ook voor ons geldt dat we in de zomer een piek moeten opvangen. Dat doen we onder andere met student-assistenten, maar die dragen nu veel te veel verantwoordelijkheden. We gaan de komende maanden stevig evalueren en de zaak beter op de rit zetten voor volgend jaar.”
Behalve over de trage visumprocedure kan de Turkse Ekim Tan ook meepraten over de gang van zaken in Delft. Van de rommelige informatie op de website over de deadline en de niet erg transparante procedure voor aanmelding tot de slordige communicatie met telkens wisselende contactpersonen. Hoe anders liep dat bij haar aanmeldingen bij universiteiten in de Verenigde Staten. Bevestigingen, uiterst vriendelijke bejegeningen, keurige brieven en toen ze werd aangenomen op Harvard zelfs een hoogleraar die hoogstpersoonlijk opbelde om haar te feliciteren. Uiteindelijk koos ze toch voor Delft vanwege de prijs, persoonlijke omstandigheden en zeker ook het positieve imago van de architectuur en stedenbouw in Nederland. Ze is blij dat ze een plek heeft en van start kan gaan. Jammer dat ze binnenkort weer moet verhuizen omdat de spaceboxen voor buitenlandse studenten nog niet klaar zijn. Dat wordt eind oktober, maar het kan ook een paar weken later worden, aldus Duwo.
Het aantal internationale studenten aan de TU Delft begint te stijgen. De hoeveelheid uitwisselingsstudenten is sinds 1996 licht gegroeid van 278 naar 421 vorig jaar. Het aantal fulltime studenten met een buitenlandse nationaliteit is in dezelfde periode toegenomen van 974 naar 1232. Met name de Engelstalige masterstudenten beginnen daar flink aan bij te dragen. Hun aandeel groeide sinds de start vijf jaar geleden via 180 studenten vorig jaar naar 260 dit jaar.
Opvallend gegeven: driekwart van de uitwisselingsstudenten is uit de EU afkomstig en een kwart van elders, terwijl dat bij de fulltime studenten precies omgekeerd ligt, met Azië als grootste ‘leverancier’. Overigens schat Nuffic het totaal aantal buitenlandse studenten in Nederland momenteel op bijna 30.000.
Op basis van haar ervaringen met Amerikaanse universiteiten en de TU Delft geeft de Turkse student Ekim Tan een aantal tips.
1 Geef duidelijke, eenduidige en up-to-date informatie op de website. Met name waar het gaat over deadlines, bedragen en procedure.
2 Houd jezelf aan de data van de procedure.
3 Stuur een bevestiging van aanmelding, laat weten of de inzending compleet is of wat eventueel nog ontbreekt.
4 Communiceer via een duidelijk aanspreekpunt, niet via telkens weer andere personen. Behandel vragen via telefoon en e-mail niet als lastig % de student is een klant die flink betaalt.
5 Communiceer pro-actief. Bijvoorbeeld over de stand van zaken rond de visumprocedure. Dat voorkomt veel onnodige vragen.
6 Breng ook de faculteit en/of de opleiding zelf in contact met de nieuwe student nadat die is aangenomen. Per slot van rekening gaat het uiteindelijk om de inhoud.
7 Maak een handzame checklist met informatie over de aankomst: wat te doen, wat waar te regelen, in welke volgorde. Inclusief praktische zaken als aanschaf van fiets en gsm.
www.tudelft.nl/statistiek . .
Comments are closed.