De SP stelt de ministers voor wonen en onderwijs Kamervragen over kameroplichters in Delft, nieuws dat Delta onthulde. De SP vindt dat nepverhuur moet worden aangepakt.
In ons artikel kwam student Mike voor. Die naam is gefingeerd, omdat Mike sinds de oplichting waarvan hij slachtoffer werd bang is voor de crimineel die hem duizend euro heeft ontfutseld.
Mike had gereageerd op een kamer op Kamernet en mocht vervolgens langskomen voor een bezichtiging. Nadat hij een aanbetaling van duizend euro had gedaan, kreeg hij de sleutels van de kamer aan de Mijnbouwstraat. Toen hij daarmee naar binnen ging, bleek er al iemand op het adres te wonen. Mike probeerde daarna weer contact te leggen met de verhuurder, maar die gaf geen gehoor meer. Toen Mike de potige oplichter later in Delft zag, durfde hij niet op hem af te gaan. Zowel de politie als de TU waarschuwen studenten voor deze en andere vormen van kameroplichterij.
Zwarte lijsten
SP-Kamerleden Sandra Beckerman en Frank Futselaar willen in reactie op dit nieuws van de ministers voor wonen en onderwijs weten hoeveel studenten van de TU Delft (en landelijk) zijn opgelicht. Ook willen zij weten hoeveel slachtoffers uit het buitenland komen. De SP stelt dat internationals kwetsbaarder zijn omdat zij de Nederlandse taal en het systeem niet kennen. Tijdens een onderzoek voor een eerder artikel over kameroplichters in Delft zeiden TU en politie daarvan geen cijfers te hebben.
De SP wil van de ministers weten hoe de TU Delft studenten waarschuwt en hoe ze ervoor gaan zorgen dat alle instellingen voor hoger onderwijs dat gaan doen. De TU waarschuwt studenten inderdaad op een speciale website.
De SP ziet dat websites als Kamernet, Roomster en Facebook een rol spelen bij kamerfraude. De partij wil weten of deze digitale platforms wel gecontroleerd worden en of er zwarte lijsten van verhuurders zijn of komen. Andere manieren waarop nepverhuur volgens de SP is te bestrijden, zijn het ondersteunen van huurteams, een onafhankelijk keurmerk en een vergunningsplicht voor verhuurders.
De ministers voor wonen en onderwijs hebben drie weken de tijd om de Kamervragen te beantwoorden.
Comments are closed.