Wetenschap

Kamer schuift TU-onderzoek Groningen terzijde

Volgens onderzoek van TU en TNO is diepe bodemdaling niet de oorzaak van schade aan gebouwen in Groningen. Wat is er dan aan de hand, vroeg Delta aan onderzoeker Jan Rots.

Inspectie van schade aan een woonhuis in Warffum. ( Foto: Kees van de Veen/Hollandse Hoogte)

Een motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Agnes Mulder (CDA) kreeg bij de stemming op 5 oktober de steun van de hele Tweede Kamer. Ze roepen de regering op het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) niet toe te staan om gebieden in Groningen en Noord-Drenthe uit te sluiten bij het indienen van schadeclaims.
Daarmee veegde de Tweede Kamer twee onderzoeksrapporten van tafel waarop het IMG zich beriep. Het
eerste rapport door TNO en TU Delft uit maart 2021 over de directe gevolgen van diepe bodemdaling concludeert ‘dat diepe bodemdaling (en -stijging) in de gasopslag Norg en het Groningenveld niet leidt of heeft geleid tot schade aan gebouwen.’ Op een webpagina van het IMG staat meer documentatie. Het andere rapport, dat afgelopen september verscheen, gaat over de indirecte effecten van diepe bodemdaling. Deltares legt hierin uit dat het daarbij meestal gaat om veranderd grondwaterpeil en de effecten daarvan op de ondergrond en fundamenten. Op basis van het eerste rapport wees het IMG 1.800 claims af, waarvan het er 300 opnieuw in overweging nam door het tweede rapport. Onzin, zei de Tweede Kamer op 5 oktober, laat eerst dan maar eens zien wat dan wel de oorzaak is.
Duizenden huizen in Groningen gingen scheuren vertonen in de nadagen van de gaswinning onder hun huizen. Het klinkt aannemelijk dat gaswinning daar iets mee te maken heeft, maar dat wetenschappelijk of juridisch te bewijzen blijkt erg lastig.
Delta belde over het werk aan het beladen Groninger dossier met prof.dr.ir. Jan Rots, medeauteur van het rapport over de directe effecten van diepe bodemdaling en hoogleraar constructiemechanica aan de faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen.

In het onderzoek schrijft u: diepe bodemdaling leidt niet, en heeft niet geleid tot schade aan gebouwen. Toch zijn er duizenden schademeldingen. Als het niet door de diepe bodemdaling komt, wat is er dan aan de hand?
“Dat is niet de vraag die aan ons gesteld is. Dus ik kan daar ook geen antwoord op geven. We weten dat scheuren in metselwerk door een veelheid van oorzaken kunnen ontstaan. Een gebouw kan in de loop der tijd ongelijkmatig verzakken doordat de grond of de kracht op de fundering ongelijkmatig is. Wat ook veel voorkomt is dat kalkzandsteenwanden krimpen. Als dat belemmerd wordt, krijg je spanningen en dus scheuren.” 

U heeft natuurlijk ook gelezen over boerderijen die er al meer dan een eeuw staan en die pas in de afgelopen decennia zijn gaan verzakken. Dat is toch vreemd?
“Die vraag is niet bij ons gekomen, dus dat hebben wij niet onderzocht.”

Jullie hebben diepe bodemdaling onderzocht. Hebben jullie gekeken naar aardschokken als zo’n verandering schoksgewijs verloopt?
“Dat hebben we in deze studie niet gedaan, want de vraag betrof hier alleen de directe gevolgen van diepe bodemdaling. Maar we zijn wel met onderzoek bezig naar de invloed van trillingen op gebouwen als gevolg van aardbevingen. We doen daarvoor proeven in het lab en baseren daar wiskundige modellen op. Wat we daarbij ook onderzoeken is de cumulatie, de invloed van een nieuwe trilling op een bestaande schade. Gaat zo’n scheur dab groeien? Want dat is ook iets waar Groningers zich terecht zorgen over maken.” 

Is daar al iets over te zeggen?
“Het onderzoek is nog niet afgerond, dus de bekendmaking zal nog wel enige tijd duren.”

‘Ik bestrijd dat het de bedoeling was om het schadegebied te verkleinen’

Het Instituut Mijnbouwschade Groningen heeft geprobeerd het gebied te verkleinen waarin het aansprakelijk gesteld kan worden voor schades. Daar is zowel jullie onderzoek voor gebruikt als dat van Deltares. Was u op de hoogte van die intentie van het onderzoek?
“Wij waren op de hoogte van de achtergronden van het bewijsvermoeden, maar ik bestrijd dat het de bedoeling was om dat gebied te verkleinen. Dat was geen vooropgezette bedoeling. Tenminste, niet dat ik weet. Er is aan ons puur de vraag gesteld: kan diepe bodemdaling in directe zin een effect hebben op schade?”

Nu heeft de Tweede Kamer met algemene stemmen een motie aangenomen die het IMG verbiedt het aansprakelijkheidsgebied in te perken. Wat vindt u daarvan?
“Daar geef ik geen commentaar op.”

Er liggen onderzoeksrapporten en er zijn duizenden boze Groningers met hun beschadigde huizen. Hoe kan het bestaan dat de wetenschap geen bevredigend antwoord kan geven op de oorzaak van die schades?
“Als je een studie hebt gedaan en daaruit blijkt dat, in dit geval, diepe bodemdaling níet de oorzaak kan zijn dan is de vraag natuurlijk: wat dan wel? Die vraag is ons nu niet gesteld, maar die vraag is ons wel gesteld in een onderzoek dat we in 2018 gedaan hebben. Toen hebben we 69 gebouwen met 2.400 schades onderzocht om de oorzaak van de schades te achterhalen. Daar kwam een genuanceerd verhaal uit met verschillende kansen op diverse oorzaken. We schreven toen dat de invloed van bevingen moeilijk uit te sluiten is, maar ook moeilijk te bewijzen. Als je het bewijsvermoeden wilt ontzenuwen, zoals juristen dat noemen, dan moet je ook een andere oorzaak kunnen aanwijzen.”

Is het in zo’n juridisch beladen omgeving nog mogelijk om objectief wetenschappelijk werk te doen?
“Ja. Ik heb me nooit belemmerd gevoeld omdat de opdrachten aan ons altijd zuiver en objectief waren. Gewoon objectieve kennis vermeerderen om mensen die schadevergoeding moeten toewijzen te helpen. Ik heb daar geen moeite mee. Wij werken al lang aan ‘Groningen’, vanaf 2013. Ik kan me niet herinneren dat ik daardoor in een moeilijke situatie ben gekomen. Je moet alleen wel bij je rol blijven als onderzoeker en geen uitspraken doen over politiek of bestuur.”

Leest u de reacties die mensen plaatsen in reactie op jullie onderzoeksrapporten? Daaruit spreekt weinig vertrouwen in ‘de Delftse heren’.
“Er zijn natuurlijk mensen die er positief op reageren en anderen die wantrouwen overhouden. Dat is voor mij geen reden om te stoppen met onderzoek. Sterker nog, en dat geldt voor meer TU Delft-wetenschappers, we willen maatschappelijk relevant zijn. Daarom werken wij aan de veiligheid in Groningen, en daarom dragen wij objectieve kennis bij over mogelijke oorzaken van schades aan gebouwen. Dan is dat volgens mij een goede zaak voor de mensen. We zijn ook met hen in gesprek gegaan en hebben het onderzoek toegelicht in webinars georganiseerd door IMG.” 

En dat niet alle mensen daar blij mee zijn?
“Daar gaan wij niet over. Uiteindelijk leveren wij kennis waar schade-experts, juristen en bestuurders gebruik van maken om tot beslissingen te komen. Dat is niet aan de onderzoekers. Wij leveren hun bouwstenen aan om tot objectievere beslissingen te komen dan in het verleden.”

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.