TBM viert haar dertigste verjaardag. De faculteit begon met een behoefte aan ingenieurs die verder kijken dan hun vakgebied. Zijn die er gekomen? Deel één van twee.
Op zoek naar de wortels van de jubilerende faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) keren we terug naar 1986. De economie kwakkelt, de werkloosheid is hoog en de overheid blijft bezuinigen. In januari ontploft spaceshuttle Challenger en drie maanden later vindt de kernramp van Tsjernobyl plaats. De wereld maakt kennis met een ‘computervirus’, dat zich verspreidt via floppydisks. In navolging van zijn Britse ambtgenoot Margaret Thatcher zet CDA-premier Lubbers in op marktwerking en het minimaliseren van de staatsuitgaven.
Dus wanneer onderwijsminister Deetman in januari 1987 meer bezuinigingen aankondigde voor het hoger onderwijs begreep de Delftse collegevoorzitter en oud-minister Henk Zeevalking wat hij moet doen: met volle kracht vooruit. “Een Universitas Neerlandica die zijn weerga in ons land en wellicht in heel West-Europa niet kent, zie ik in de drie Zuid-Hollandse inrichtingen voor het wetenschappelijk onderwijs: Leiden, Delft en Rotterdam”, orakelde hij in het Algemeen Dagblad. “We moeten ons niet beperken tot het opleiden van ‘die enge ingenieurs uit Delft’ maar ons gezichtsveld verbreden met alfa-, gamma- en bètawetenschappen.”
Twee jaar eerder was in Delft een nieuwe afstudeerrichting bestuurskunde gestart, nadat minister Deetman te kennen had gegeven dat hij de opleidingscapaciteit voor bestuurskunde wilde vergroten. Het was de enige groeisector voor Nederlandse universiteiten. Voor het overige was het al jarenlang niets dan krimp. In Leiden en Rotterdam kwamen nieuwe bestuurskunde-opleidingen, in Delft een afstudeerrichting. Studenten die deze richting kozen, bij de toenmalige faculteiten Civiele Techniek, Bouwkunde of Geodesie, kregen een aantekening bij hun diploma.
Later besloot de TU Delft de afstudeerrichting uit te breiden tot een complete opleiding technische bestuurskunde. Informatiekundige prof.dr. Henk Sol kreeg in 1989 het verzoek om zo’n opleiding op te zetten. Kennelijk beviel zijn plan, want in januari 1992 benoemde het college van bestuur Sol tot ‘bouwdecaan’ van de faculteit Technische Bestuurskunde. In september van dat jaar stroomden de eerste honderd bachelorstudenten binnen (beperkt door een numerus fixus) naast 22 afstudeerders. Door een fusie met de faculteit Wijsbegeerte, Techniek en Maatschappij ontstond in 1997 de faculteit TBM zoals we die nu kennen.
Faculteit dertig jaar
De faculteit hanteert dat jaar, 1992, als geboortejaar en viert daarom nu haar jubileum. De huidige decaan, prof.dr. Aukje Hassoldt, schreef in september in een e-mail aan het TBM-personeel: “In 1990 stelde het college van bestuur van de TU Delft de commissie Zeevalking in. Onder leiding van voorzitter Henk Zeevalking stelde de commissie vast dat er een grote behoefte was aan ingenieurs die bestaande disciplinegrenzen konden overschrijden en zo belangrijke maatschappelijke problemen aan konden pakken. Op basis van het advies van die commissie is in september 1992 de bachelor Technische Bestuurskunde gestart. Daarom start hier onze telling. Ook is vrijwel meteen onze gewaardeerde studievereniging Curius opgericht. Zij vieren ook dit academisch jaar hun 30-jarig bestaan.’
Consultant, adviseur, manager
Gegevens van de afdeling alumni relations van de TU Delft. (Afbeelding: Marjolein van der Veldt)
Wat is er terechtgekomen van de wens ingenieurs op te leiden die disciplinegrenzen konden overstijgen om belangrijke maatschappelijke problemen aan te pakken? Delta vroeg de afdeling alumni relations waar afgestudeerden van TBM terechtkomen.
In de database komen 412 verschillende beroepen voor, van adviseur tot zeil- en windsurfinstructeur. De meest voorkomende banen voor TBM-alumni zijn consultant, adviseur en projectmanager. Maar de spreiding is zo enorm dat ook het percentage alumni die deze meest voorkomende banen hebben, laag blijft.
Bij welke werkgevers gaan TBM’ers na hun studie aan de slag? Ook hier ontstaat een top-drie die niet erg verrast: een ministerie (4 procent), een buitenlandse universiteit (3 procent) of de TU Delft (2 procent). Ook in deze benadering werkt 91 procent níet bij een van de grootste werkgevers, maar bij een van de 667 andere bedrijven. Kortom: overal.
De derde benadering komt van magnet.me, een ontmoetingsplatform voor werkgevers en studenten, dat een lijst opstelde van de meest populaire opleidingen onder werkgevers. Ze leidden dat af uit het aantal keren dat studenten van een bepaalde studierichting benaderd werden door recruiters op het platform. Conclusie: alumni van de Erasmusuniversiteit zijn het meest gewild (dertien keer in de top-vijftig, de TU Delft acht keer). Van de Delftse studies zijn twee TBM-opleidingen het populairst onder werkgevers: engineering and policy analysis (plaats vier) en complex systems engineering and management (plaats zes).
- Lees morgen een interview met decaan Aukje Hassoldt: ‘TBM is veel technischer dan mensen denken’
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.