Wetenschap

Japans geld voor energie-onderzoek

Het binnenslepen van Japanse subsidie is niet zo moeilijk: je wacht gewoon tot je gevraagd wordt. Het is wel handig als je al onderzoek in de gewenste richting doet, want de personeelskosten worden niet altijd vergoed.

STM hapte toe, en voegde lopend onderzoek naar keramische deklagen naadloos samen met de zoektocht naar nieuwe energiebronnen.

Nederland heeft Slochteren, Japan heeft helemaal niets. Het succesvolle industrieland is voor zijn energievoorziening grotendeels afhankelijk van olie-import, en zoekt sinds de crisis van 1973 naarstig naar nieuwe energiebronnen. Als je bij de New Energy And Industrial Technology Development Organization (NEDO) een goed onderzoeksvoorstel indient, zit het met de financiering van je project daarom meestal wel snor. ,,Als bepaalde kennis niet in Japan aanwezig is, dan zoekt men die gewoon in het buitenland”, weet dr. K. Hemmes van Scheikundige Technologie en Materiaalkunde.

Hemmes is van meet af aan betrokken bij het onderzoek naar gesmolten-carbonaatbrandstofcellen. In een brandstofcel wordt uit een katalytische reactie van waterstof en zuurstof, elektriciteit en warmte gewonnen. Door zijn hoge rendement en lage emissie, is de brandstofcel een belangrijke kandidaat in de race voor duurzame energieopwekking. De geringe levensduur en hoge kosten staan een brede toepassing alleen nog flink in de weg.

Mocht de brandstofcel doorbreken, dan is de mensheid in het algemeen en de Japanner in het bijzonder weer wat minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. NEDO betaalt daarom een groot deel van het onderzoek, waaraan ook in Chicago en Stockholm wordt gewerkt. Het initiatief voor het onderzoek ligt echter bij de Tohoko University in Aoba. Vanwege de aanwezige kennis over poreuze keramische deklagen, essentieel voor de elektroden van de brandstofcel, werd ook bij STM aangeklopt.

,,Aanvankelijk was het idee om brandstofcellen én batterijen onderzoeken, omdat die grote overeenkomsten hebben”, licht Hemmes toe. ,,Maar die opzet was blijkbaar te breed.” Want NEDO wees het voorstel af. ,,Het jaar daarop werd een nieuw voorstel wel geaccepteerd.”

NEDO vergoedt overigens geen personeel, maar financiert uitsluitend training, mobility & resources. Bij STM werkten echter al twee aio’s die onderzoek in deze richting deden, dus dat kwam goed uit. De extra financiering maakt wel aanschaf van kostbare apparatuur mogelijk. En dat de reiskosten vergoed worden is ook belangrijk.

Opmerkelijk is dat voor het lopende project ieder jaar een nieuwe aanvraag moet worden ingediend. Hemmes: ,,Het onderzoek dat we nu doen gaat per 1 april 1996 met terugwerkende kracht in. April is namelijk het begin van het Japanse fiscale boekjaar. In feite werken we dus op basis van drie eenjarige contracten, en over twee maanden moeten we weer een aanvraag insturen. Dat is wel vreemd, want voor je gevoel ben je nog maar net met je onderzoek begonnen.”

De samenwerking moet ook voor studenten gunstig uitpakken.,,Als de uitwisseling op gang komt, kunnen onze afstudeerders in Tohoko heel wat handsome experience opdoen”, meent Hemmes. ,,We hopen natuurlijk dat ze daarna terugkomen om hier te promoveren.”

Het binnenslepen van Japanse subsidie is niet zo moeilijk: je wacht gewoon tot je gevraagd wordt. Het is wel handig als je al onderzoek in de gewenste richting doet, want de personeelskosten worden niet altijd vergoed. STM hapte toe, en voegde lopend onderzoek naar keramische deklagen naadloos samen met de zoektocht naar nieuwe energiebronnen.

Nederland heeft Slochteren, Japan heeft helemaal niets. Het succesvolle industrieland is voor zijn energievoorziening grotendeels afhankelijk van olie-import, en zoekt sinds de crisis van 1973 naarstig naar nieuwe energiebronnen. Als je bij de New Energy And Industrial Technology Development Organization (NEDO) een goed onderzoeksvoorstel indient, zit het met de financiering van je project daarom meestal wel snor. ,,Als bepaalde kennis niet in Japan aanwezig is, dan zoekt men die gewoon in het buitenland”, weet dr. K. Hemmes van Scheikundige Technologie en Materiaalkunde.

Hemmes is van meet af aan betrokken bij het onderzoek naar gesmolten-carbonaatbrandstofcellen. In een brandstofcel wordt uit een katalytische reactie van waterstof en zuurstof, elektriciteit en warmte gewonnen. Door zijn hoge rendement en lage emissie, is de brandstofcel een belangrijke kandidaat in de race voor duurzame energieopwekking. De geringe levensduur en hoge kosten staan een brede toepassing alleen nog flink in de weg.

Mocht de brandstofcel doorbreken, dan is de mensheid in het algemeen en de Japanner in het bijzonder weer wat minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. NEDO betaalt daarom een groot deel van het onderzoek, waaraan ook in Chicago en Stockholm wordt gewerkt. Het initiatief voor het onderzoek ligt echter bij de Tohoko University in Aoba. Vanwege de aanwezige kennis over poreuze keramische deklagen, essentieel voor de elektroden van de brandstofcel, werd ook bij STM aangeklopt.

,,Aanvankelijk was het idee om brandstofcellen én batterijen onderzoeken, omdat die grote overeenkomsten hebben”, licht Hemmes toe. ,,Maar die opzet was blijkbaar te breed.” Want NEDO wees het voorstel af. ,,Het jaar daarop werd een nieuw voorstel wel geaccepteerd.”

NEDO vergoedt overigens geen personeel, maar financiert uitsluitend training, mobility & resources. Bij STM werkten echter al twee aio’s die onderzoek in deze richting deden, dus dat kwam goed uit. De extra financiering maakt wel aanschaf van kostbare apparatuur mogelijk. En dat de reiskosten vergoed worden is ook belangrijk.

Opmerkelijk is dat voor het lopende project ieder jaar een nieuwe aanvraag moet worden ingediend. Hemmes: ,,Het onderzoek dat we nu doen gaat per 1 april 1996 met terugwerkende kracht in. April is namelijk het begin van het Japanse fiscale boekjaar. In feite werken we dus op basis van drie eenjarige contracten, en over twee maanden moeten we weer een aanvraag insturen. Dat is wel vreemd, want voor je gevoel ben je nog maar net met je onderzoek begonnen.”

De samenwerking moet ook voor studenten gunstig uitpakken.,,Als de uitwisseling op gang komt, kunnen onze afstudeerders in Tohoko heel wat handsome experience opdoen”, meent Hemmes. ,,We hopen natuurlijk dat ze daarna terugkomen om hier te promoveren.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.