.chap ,,Homo’s zijn er en gaan nooit meer weg.”Liefdesverdriet en ander herkenbaar leed, daarop trakteert Jan Rot zijn publiek in een weemoedige show.
/strong>
,,Slaap is goed, doodgaan beter,
ongeboren zijn het best.
Maar als je toch al bent geboren
is overleven al wat rest.
Heb uw lot lief, heb uw lot lief, heb uw lot lief%%
Dreunend op stevige akkoorden herhaalt de voormalige rocker, liedjesschrijver, zanger, publicist, presentator en sinds vele jaren ook theatermaker Jan Rot zijn boodschap aan het publiek. Een verheerlijking van tragiek, gebracht in de vorm van liedjes en verhalen over verloren liefdes en opgehouden illusies. %Meisjes%, zoals de voorstelling heet, gaat niet zozeer over meisjes alswel over Jan Rot zelf.
Orerend als een leraar voor de klas behandelt hij, op een schoolbord, meisjes in alle soorten en maten: hoeren, moeders, bakvissen, potten, de vrouw van zijn leven en de vrouw in hemzelf. Om daarvandaan uit te weiden over zijn eerste liefde op de middelbare school, verschillen tussen mannen en vrouwen, zijn onvermogen om meisjes gelukkig te maken en zijn overstap naar de mannenliefde. De vele liedjes worden aaneengesmeed door een stortvloed van op rijm gezette gedachten, taalvondsten en levenswijsheden.
Niet allemaal van hemzelf, geeft hij toe. Hij heeft leentjebuur gespeeld bij talloze Nederlandse en buitenlandse dichters en hun vondsten ingekapseld in zijn eigen verhaal. Maar dat doet niets af aan de boodschap, licht hij na afloop in de foyer toe. ,,Ik heb een hekel aan bronvermeldingen. Daardoor ga je denken aan de bron in plaats van aan de betekenis van de woorden. Het bekendste voorbeeld is misschien wel To be, or not to be. Als ik dat zeg denkt iedereen %Ah, Shakespeare%, terwijl de vraag in een gewoon leven wel vier of vijf keer per dag opduikt. Daarom vermeld ik er nooit bij van wie ik een mooie zin heb geleend. Maar ik weet het natuurlijk wel.”
Kinderdromen
Zijn middelbare school heeft hij naar eigen zeggen alleen maar afgemaakt om zijn moeder een plezier te doen. Hoewel hij al in bandjes speelde en de muziek in wilde, ging hij daarna toch studeren: Nederlands in Groningen. Hij heeft één uur college gevolgd en is er mee gestopt. ,,Altijd nog iets om op terug te vallen”, grijnst hij. En voegt eraan toe: ,,Zet dat er maar in, voor die studenten.”
Nu, 42 jaar oud, staat hijzelf voor zijn eigen klasje op de planken. Wat begon met het idee een vrolijk stuk over meisjes te schrijven, kreeg tijdens de try-outs steeds meer eigen levenservaring mee. ,,Na weer zo’n avond met simpele grapjes begon ik na te denken over wat ik nou eigenlijk wilde vertellen. En dat werd een heleboel. Nu is het een college in de kunst van het overleven, in plaats van een lollige grapshowover meisjes.”
Veel leed, herkenbaar leed, verteld op een losse manier met steeds een zweem van een glimlach om zijn lippen. Rot geniet van zoveel tragiek. ,,Als één voor één je illusies en kinderdromen verloren gaan, kun je daar nog troost uit halen door dat ook in te zien.” Hij proeft de zojuist gesproken woorden en grijnst weer: ,,Ik heb een vat vol uitspraken, maar dit is weer een nieuwe.”
De rol van leraar bevalt hem goed. Maar op een middelbare school zou hij het anders aanpakken. ,,Als ik lesgeef over Piet Paaltjens, zou ik ze niet vertellen wannéér hij leefde, maar waaróm. Niet hoe en waar precies een koets werd gestopt bij Heiligerlee, maar waaróm mensen oorlog voeren, mannen altijd met elkaar hebben gevochten.”
Dat je ook op een middelbare school al leert overleven is volgens Rot het enige dat hem verder heeft geholpen. Rot bespot zijn eigen ellende, en weet op soms heel directe manier tekortkomingen van vrouwen, homo’s en hetero’s duidelijk te zeggen. Hij heeft daar ook nog heel wat over te zeggen. Wie het vooral moet ontgelden, is de blanke hetero van veertig jaar, die denkt dat hij de norm is in Nederland. ,,Maar”, zegt Rot, ,,homo’s zijn er en gaan nooit meer weg. Vrouwen met hoofddoekjes zijn er en gaan nooit meer weg. Nederland wordt nooit meer blank en hetero. Als je nu nog wilt veranderen, dan moet je bij de blanke hetero van veertig wat veranderen.”
Na dit seizoen schrijft hij het allemaal op in een boek, om het daarna nooit meer over homo’s en hetero’s te hebben. Zoals hij zich ook niet meer bezig houdt met zijn vorige theaterprogramma’s of de tijd dat hij als rocker door Nederland trok.
Aan het eind is het schoolbord leeg, veel geluk en veel ellende voorbij en Jan Rot uitgepraat. Hij heeft, naar eigen zeggen, weggegeven voor wie het wil aannemen: ,,Met mijn eigen bloed geschreven, met mijn eigen tranen weer weggeveegd, om het blanco door te geven. Zie maar wat je ermee doet.”
Meisjes speelt zaterdag 19 februari in Theater aan het Spui in Den Haag en donderdag 24 februari in Theater de Veste, Delft. Studentenprijs bij laatstgenoemde op vertoon van collegekaart: fl. 15,-.
.chap ,,Homo’s zijn er en gaan nooit meer weg.”
Liefdesverdriet en ander herkenbaar leed, daarop trakteert Jan Rot zijn publiek in een weemoedige show.
,,Slaap is goed, doodgaan beter,
ongeboren zijn het best.
Maar als je toch al bent geboren
is overleven al wat rest.
Heb uw lot lief, heb uw lot lief, heb uw lot lief%%
Dreunend op stevige akkoorden herhaalt de voormalige rocker, liedjesschrijver, zanger, publicist, presentator en sinds vele jaren ook theatermaker Jan Rot zijn boodschap aan het publiek. Een verheerlijking van tragiek, gebracht in de vorm van liedjes en verhalen over verloren liefdes en opgehouden illusies. %Meisjes%, zoals de voorstelling heet, gaat niet zozeer over meisjes alswel over Jan Rot zelf.
Orerend als een leraar voor de klas behandelt hij, op een schoolbord, meisjes in alle soorten en maten: hoeren, moeders, bakvissen, potten, de vrouw van zijn leven en de vrouw in hemzelf. Om daarvandaan uit te weiden over zijn eerste liefde op de middelbare school, verschillen tussen mannen en vrouwen, zijn onvermogen om meisjes gelukkig te maken en zijn overstap naar de mannenliefde. De vele liedjes worden aaneengesmeed door een stortvloed van op rijm gezette gedachten, taalvondsten en levenswijsheden.
Niet allemaal van hemzelf, geeft hij toe. Hij heeft leentjebuur gespeeld bij talloze Nederlandse en buitenlandse dichters en hun vondsten ingekapseld in zijn eigen verhaal. Maar dat doet niets af aan de boodschap, licht hij na afloop in de foyer toe. ,,Ik heb een hekel aan bronvermeldingen. Daardoor ga je denken aan de bron in plaats van aan de betekenis van de woorden. Het bekendste voorbeeld is misschien wel To be, or not to be. Als ik dat zeg denkt iedereen %Ah, Shakespeare%, terwijl de vraag in een gewoon leven wel vier of vijf keer per dag opduikt. Daarom vermeld ik er nooit bij van wie ik een mooie zin heb geleend. Maar ik weet het natuurlijk wel.”
Kinderdromen
Zijn middelbare school heeft hij naar eigen zeggen alleen maar afgemaakt om zijn moeder een plezier te doen. Hoewel hij al in bandjes speelde en de muziek in wilde, ging hij daarna toch studeren: Nederlands in Groningen. Hij heeft één uur college gevolgd en is er mee gestopt. ,,Altijd nog iets om op terug te vallen”, grijnst hij. En voegt eraan toe: ,,Zet dat er maar in, voor die studenten.”
Nu, 42 jaar oud, staat hijzelf voor zijn eigen klasje op de planken. Wat begon met het idee een vrolijk stuk over meisjes te schrijven, kreeg tijdens de try-outs steeds meer eigen levenservaring mee. ,,Na weer zo’n avond met simpele grapjes begon ik na te denken over wat ik nou eigenlijk wilde vertellen. En dat werd een heleboel. Nu is het een college in de kunst van het overleven, in plaats van een lollige grapshowover meisjes.”
Veel leed, herkenbaar leed, verteld op een losse manier met steeds een zweem van een glimlach om zijn lippen. Rot geniet van zoveel tragiek. ,,Als één voor één je illusies en kinderdromen verloren gaan, kun je daar nog troost uit halen door dat ook in te zien.” Hij proeft de zojuist gesproken woorden en grijnst weer: ,,Ik heb een vat vol uitspraken, maar dit is weer een nieuwe.”
De rol van leraar bevalt hem goed. Maar op een middelbare school zou hij het anders aanpakken. ,,Als ik lesgeef over Piet Paaltjens, zou ik ze niet vertellen wannéér hij leefde, maar waaróm. Niet hoe en waar precies een koets werd gestopt bij Heiligerlee, maar waaróm mensen oorlog voeren, mannen altijd met elkaar hebben gevochten.”
Dat je ook op een middelbare school al leert overleven is volgens Rot het enige dat hem verder heeft geholpen. Rot bespot zijn eigen ellende, en weet op soms heel directe manier tekortkomingen van vrouwen, homo’s en hetero’s duidelijk te zeggen. Hij heeft daar ook nog heel wat over te zeggen. Wie het vooral moet ontgelden, is de blanke hetero van veertig jaar, die denkt dat hij de norm is in Nederland. ,,Maar”, zegt Rot, ,,homo’s zijn er en gaan nooit meer weg. Vrouwen met hoofddoekjes zijn er en gaan nooit meer weg. Nederland wordt nooit meer blank en hetero. Als je nu nog wilt veranderen, dan moet je bij de blanke hetero van veertig wat veranderen.”
Na dit seizoen schrijft hij het allemaal op in een boek, om het daarna nooit meer over homo’s en hetero’s te hebben. Zoals hij zich ook niet meer bezig houdt met zijn vorige theaterprogramma’s of de tijd dat hij als rocker door Nederland trok.
Aan het eind is het schoolbord leeg, veel geluk en veel ellende voorbij en Jan Rot uitgepraat. Hij heeft, naar eigen zeggen, weggegeven voor wie het wil aannemen: ,,Met mijn eigen bloed geschreven, met mijn eigen tranen weer weggeveegd, om het blanco door te geven. Zie maar wat je ermee doet.”
Meisjes speelt zaterdag 19 februari in Theater aan het Spui in Den Haag en donderdag 24 februari in Theater de Veste, Delft. Studentenprijs bij laatstgenoemde op vertoon van collegekaart: fl. 15,-.
Comments are closed.