Het is onduidelijk hoe het vakgebied industrieel ontwerpen zich in de toekomst ontwikkelt. Toch vinden de studenten dat de opleiding duidelijker keuzes moet maken.
,,IO’ers laten zich te veel beïnvloeden door anderen”, betoogde opleidingsdirecteur prof.ir. J.J. Jacobs afgelopen maandag tijdens de discussiemiddag over de toekomst van Industrieel Ontwerpen. ,,Daardoor is het vakgebied de afgelopen jaren overwoekerd door de waan van de dag.” Jacobs noemt als voorbeeld het populaire retro-design. Volgens hem getuigt dit verschijnsel van een gebrek aan visie en durf om nieuwe archetypen te ontwikkelen. ,,Je moet je niet verschuilen achter dingen die vandaag interessant zijn, maar morgen net zo gemakkelijk weer verdwijnen.”
Als iets duidelijk was op de discussiemiddag van de studievereniging i.d., dan was het dat niemand wist waar het naar toe zou gaan met het vakgebied. Jacobs wist wel dat IO het veel te druk heeft gehad met het verwerken van de grote aantallen studenten. ,,Daardoor zijn we te veel in onszelf gekeerd en vergeten we dat we niet uniek zijn in de wereld. Die pedante houding heeft ons kwaad gedaan. We moeten ons bevrijden uit ons zelf gecreëerde isolement, en de ontwerper moet vooral ontwerper blijven.”
Oud-student ir. Jeroen Verbrugge pleitte tijdens de discussie voor een meer integrale aanpak van productontwikkeling in de studie. ,,De IO’er is godzijdank geen specialist. Tijdens mijn Delftse opleiding kreeg ik brokjes van verschillende disciplines gedoceerd. Het is doodzonde dat deze vakgebieden niet door IO geïntegreerd werden. Dat vind ik namelijk wel een taak van de opleiding.” De io’er van de toekomst moet volgens Verbrugge ,,een visionair zijn, het cement in de ontwikkeling van producten, creatief, sociaal bewogen en vooral integraal opgeleid.”
Ook andere sprekers groeven naarstig in hun ontwerp-vocabulaire om de IO’er van toekomst te schetsen. Voormalig Burnaby Lautier-directeur ir. W. Poelman voorzag een ‘polarisatie van techniek en vormgeving’, wat vraagt om een ‘anticipatie op de intermediaire rol’ van de ontwerper. Zelfstandig ontwerper Frans de la Haye was het opgevallen dat ‘betekenisaspecten worden geaccelereerd door virtual reality‘. De la Haye meende ook dat studenten ‘buiten de paradigma’s moeten durven kijken’ om tot ‘oorspronkelijk denken’ te komen.
,,Goed”, vonden de studenten in de zaal, die aan het eind van de middag nog even mochten meepraten, ,,maar daar moeten we dan wel de tijd voor krijgen.” Het overvolle vierjarige programma biedt geen tijd voor reflectie, luidde de algemene kritiek uit de zaal. Hierdoor kunnen studenten nooit een eigen visie ontwikkelen. Het zou helpen als de opleiding zelf al een duidelijke richting zou inslaan. ,,We hebben bewust op voorhand geen keuzes gemaakt”, verklaarde opleidingsdirecteur Jacobs daarop. ,,We bieden een breed en neutraal kennisgebied aan en laten studenten zelf keuzes maken.”
Dan zou de opleiding de studenten toch in ieder geval moeten prikkelen om stelling te nemen, vond de zaal. Dat zou kunnendoor een andere, meer kritische manier van beoordelen. Dus niet vragen ‘hoe je aan je ontwerp komt’, maar letten op de kwaliteit van het eindresultaat. ,,Dat vind ik een mooi idee”, zei Jacobs, ,,maar realiseer je wel dat zo’n twintig procent van de studenten er dan onmiddellijk uitgeknikkerd wordt.”
,,IO’ers laten zich te veel beïnvloeden door anderen”, betoogde opleidingsdirecteur prof.ir. J.J. Jacobs afgelopen maandag tijdens de discussiemiddag over de toekomst van Industrieel Ontwerpen. ,,Daardoor is het vakgebied de afgelopen jaren overwoekerd door de waan van de dag.” Jacobs noemt als voorbeeld het populaire retro-design. Volgens hem getuigt dit verschijnsel van een gebrek aan visie en durf om nieuwe archetypen te ontwikkelen. ,,Je moet je niet verschuilen achter dingen die vandaag interessant zijn, maar morgen net zo gemakkelijk weer verdwijnen.”
Als iets duidelijk was op de discussiemiddag van de studievereniging i.d., dan was het dat niemand wist waar het naar toe zou gaan met het vakgebied. Jacobs wist wel dat IO het veel te druk heeft gehad met het verwerken van de grote aantallen studenten. ,,Daardoor zijn we te veel in onszelf gekeerd en vergeten we dat we niet uniek zijn in de wereld. Die pedante houding heeft ons kwaad gedaan. We moeten ons bevrijden uit ons zelf gecreëerde isolement, en de ontwerper moet vooral ontwerper blijven.”
Oud-student ir. Jeroen Verbrugge pleitte tijdens de discussie voor een meer integrale aanpak van productontwikkeling in de studie. ,,De IO’er is godzijdank geen specialist. Tijdens mijn Delftse opleiding kreeg ik brokjes van verschillende disciplines gedoceerd. Het is doodzonde dat deze vakgebieden niet door IO geïntegreerd werden. Dat vind ik namelijk wel een taak van de opleiding.” De io’er van de toekomst moet volgens Verbrugge ,,een visionair zijn, het cement in de ontwikkeling van producten, creatief, sociaal bewogen en vooral integraal opgeleid.”
Ook andere sprekers groeven naarstig in hun ontwerp-vocabulaire om de IO’er van toekomst te schetsen. Voormalig Burnaby Lautier-directeur ir. W. Poelman voorzag een ‘polarisatie van techniek en vormgeving’, wat vraagt om een ‘anticipatie op de intermediaire rol’ van de ontwerper. Zelfstandig ontwerper Frans de la Haye was het opgevallen dat ‘betekenisaspecten worden geaccelereerd door virtual reality‘. De la Haye meende ook dat studenten ‘buiten de paradigma’s moeten durven kijken’ om tot ‘oorspronkelijk denken’ te komen.
,,Goed”, vonden de studenten in de zaal, die aan het eind van de middag nog even mochten meepraten, ,,maar daar moeten we dan wel de tijd voor krijgen.” Het overvolle vierjarige programma biedt geen tijd voor reflectie, luidde de algemene kritiek uit de zaal. Hierdoor kunnen studenten nooit een eigen visie ontwikkelen. Het zou helpen als de opleiding zelf al een duidelijke richting zou inslaan. ,,We hebben bewust op voorhand geen keuzes gemaakt”, verklaarde opleidingsdirecteur Jacobs daarop. ,,We bieden een breed en neutraal kennisgebied aan en laten studenten zelf keuzes maken.”
Dan zou de opleiding de studenten toch in ieder geval moeten prikkelen om stelling te nemen, vond de zaal. Dat zou kunnendoor een andere, meer kritische manier van beoordelen. Dus niet vragen ‘hoe je aan je ontwerp komt’, maar letten op de kwaliteit van het eindresultaat. ,,Dat vind ik een mooi idee”, zei Jacobs, ,,maar realiseer je wel dat zo’n twintig procent van de studenten er dan onmiddellijk uitgeknikkerd wordt.”
Comments are closed.