Een vliegveld met alles erop en eraan ontwerpen, of plannen maken voor de liberalisering van de energiesector. Zulke klussen moeten ingenieurs niet overlaten aan juristen, economen en politici, meent de kersverse TU-eredoctor Richard de Neufville.
,,TU’s hebben de verantwoordelijkheid om leiders op te leiden.”
Hij begon een nieuw vakgebied in een tijd dat iedereen sceptisch was over zijn plannen. En nog steeds vragen mensen overal waar hij komt of hij wel echt ingenieur is en of hij werkelijk weet waar hij mee bezig is. Maar zijn grote liefde, het onderwijs in technologie, politiek en management, blijft desondanks groeien. 11 Januari kreeg de Amerikaanse MIT-hoogleraar dr. Richard de Neufville op de TU een eredoctoraat voor zijn pionierswerk.
Wereldwijd is er slechts een vijftal universiteiten met een opleiding technische bestuurskunde. In Delft viert de opleiding dit jaar haar tiende verjaardag. ,,Het kost zeker 25 jaar om een nieuw vakgebied echt te ontwikkelen”, stelt onderwijsman De Neufville. ,,Op een bepaald niveau weten we ook nog niet zo goed waar we mee bezig zijn. Er is bijvoorbeeld nog geen overeenstemming over welke literatuur de basis van dit veld vormt.”
Lastig is dat het vakgebied bij de buitenwacht geen duidelijk beeld oproept. De Neufville: ,,Luchtvaartingenieurs hebben een vliegtuig, chemisch ingenieurs een fabriek, maar ons vakgebied heeft dat niet. Wij ontwerpen de architectuur van een systeem; hoe je de verschillende niveaus op elkaar kunt afstemmen. In de elektriciteitssector heeft de prijspolitiek bijvoorbeeld consequenties voor de investeerders, maar die prijspolitiek bepaalt ook de vraag en de plaats waar de meeste elektriciteit nodig is.”
Verdomhoekje
Traditionele ingenieursopleidingen falen in het opleiden van toekomstige technologische leiders die complexe systemen als een vliegveld, een schoon vervoerssysteem of een elektriciteitsnetwerk kunnen ontwerpen, meent De Neufville. Ze houden te weinig rekening met de maatschappelijke factoren en processen waarbinnen technische systemen functioneren.
Ingenieurs vervingen de afgelopen vijftig jaar hun oude vuistregels door een wetenschappelijker benadering. Een succesvolle operatie, maar tegelijkertijd kwamen daarmee zaken als management, overwegingen van economische en politieke aard en de regelgeving te veel in het verdomhoekje terecht.
Ingenieurs moeten zich afvragen of het ingenieursvak over het ontwerpen van het hele systeem gaat, stelt De Neufville. Kijken ze bijvoorbeeld bij de opwekking en distributie van stroom zowel naar de fabriek en het netwerk als naar de economische en politieke controle daarover, of praten ze alleen over de draadjes en laten ze het systeemontwerp over aan juristen, politici en economen? ,,Zijn de ingenieurs niet betrokken bij de besluitvorming, dan nemen mensen die de techniek niet kennen de beslissingen en die maken fouten. Dat bleek maar weer bij de energiecrisis in Californië.” De geliberaliseerde energiebedrijven daar waren vorig jaar niet voldoende in staat stroom te leveren.
,,Ik zeg niet dat we alle sociale problemen kunnen oplossen, dat pretendeer ik niet, maar wemoeten wel aan tafel zitten en de discussie begrijpen, bijvoorbeeld weten wat voor mechanismen er zijn om prijzen te controleren.”
Technologische leiders moeten dat kunnen en topuniversiteiten hebben de verantwoordelijkheid om toekomstige leiders op te leiden, vindt de Amerikaan. ,,Ik kan nog niet zeggen of onze opleiding op MIT veel industriële leiders heeft voortgebracht; onze oudste alumnus is nu 54.”
Auto-immuunreacties
De Neufville, die zo’n 25 jaar geleden op MIT startte met het technology and policy program (TPP), weet uit ervaring welke negatieve reacties een nieuw onderwijsprogramma kan oproepen. En die zijn niet te vermijden, denkt hij. Andere faculteiten zijn niet alleen bang dat je studenten en geld wegkaapt. Als je zegt dat jouw nieuwe en andere manier van onderwijs geven goed is, impliceer je meteen dat de oude manier niet goed is.
Om serieus te worden genomen, waakt De Neufville ervoor dat zijn opleiding op MIT geen vluchtstudie wordt voor mensen voor wie een ‘echte’ ingenieursopleiding te moeilijk is. ,,Onze studenten volgen meer vakken dan andere ingenieurs en er zijn strenge selectiecriteria. Niemand, hoe erg ze de nieuwe benadering ook vinden, kan zeggen dat TPP een makkelijke studie is.”
Alle TPP-studenten hebben zich eerst vier jaar in een technische discipline gespecialiseerd. TPP is een masters-opleiding die zich zowel op techniek als op gammavakken richt en waarin bijvoorbeeld een luchtvaartstudent zich specialiseert in de politieke en managementaspecten van de luchtvaart.
Veel studenten hebben ook al werkervaring. ,,Komen ze daarna terug naar de universiteit, dan zijn ze vaak sterker gemotiveerd om meer gammavakken te volgen.”
Tijdens hun technische bachelor-fase hebben ze dan overigens al een kwart van hun tijd aan gammavakken besteed. ,,Je kunt de verschillende talen die ingenieurs en gamma’s spreken het best allebei vroeg leren. Later is dat veel lastiger.” Studenten die nooit gammavakken hebben gevolgd, zijn slecht voorbereid op serieuze discussies over verschillende waarden. Ook zijn ze niet voorbereid op het feit dat er geen correcte, eenduidige antwoorden bestaan voor de politiek en dat oplossingen moeten worden uitonderhandeld tussen belangengroepen. De sterke tradities van paradigma’s van de technische wetenschappen enerzijds en sociale wetenschappen anderzijds zorgen ervoor dat er wederzijds auto-immuunreacties ontstaan.
De Neufville streeft ernaar dat de helft van zijn studenten uit het buitenland komt. Zo leren studenten in de praktijk om te gaan met cultuurverschillen. ,,Een cursus Japanse cultuur volgen is niet hetzelfde als Yoshia die bij je in de klas zit. Die kan uit eigen ervaring vertellen dat in Japan het werk in een fabriek heel anders wordt georganiseerd.”
Een Nederlandse student naar MIT lokken is hem nog nooit gelukt. In Nederland bestaat geen traditie om als student veel geld te investeren in je toekomst. Op MIT bedragen collegegeld en huisvestingskosten rond de 30 duizend gulden. Studenten uit Frankrijk en Japan komen wel naar MIT. ,,Frankrijk heeft een speciaal programma om goede studenten overzee te sturen.”
Huwelijk
Studenten van De Neufville staat meteen in de eerste week van hun wetenschappelijke opleiding een verrassend onderdeel te wachten. De Neufville wil hen voorbereiden op leiderschap door ze de wildernis in te sturen. ,,We laten ze buiten als team fysieke uitdagingen aangaan. Het gaat niet om de afzonderlijke kracht van de studenten, maar om de kracht van het team: mannen en vrouwen, Amerikanen, Japanners en Fransen moeten allemaal samen opdrachten uitvoeren.”
Eén onderdeel is het beklimmen van een houten hindernisbaan van vijf meter hoog. ,,Je startdoor sommige mensen op andermans schouders te zetten, maar je moet het hele team eroverheen krijgen: de sterke, de zwakke, de dikke en de dunne. Dat lukt alleen door samen te werken. Iemand die niet zo sterk is kan heel belangrijk zijn, omdat die misschien ook heel licht is en er als eerste overheen kan. Iedereen moet wat bijdragen en studenten moeten naar elkaar leren luisteren.”
,,Het lijkt iets onbelangrijks. Toch is het voor het werken in professionele teams ontzettend belangrijk om goed naar elkaar te kunnen luisteren. Dat is een succesvol onderdeel van ons curriculum. We merken ook echt dat studenten die de wildernis in zijn gestuurd beter groepswerk leveren. Je moet er daarna wel aan blijven werken, natuurlijk. Wat dat betreft is het net als in een huwelijk.”
Een vliegveld met alles erop en eraan ontwerpen, of plannen maken voor de liberalisering van de energiesector. Zulke klussen moeten ingenieurs niet overlaten aan juristen, economen en politici, meent de kersverse TU-eredoctor Richard de Neufville. ,,TU’s hebben de verantwoordelijkheid om leiders op te leiden.”
Hij begon een nieuw vakgebied in een tijd dat iedereen sceptisch was over zijn plannen. En nog steeds vragen mensen overal waar hij komt of hij wel echt ingenieur is en of hij werkelijk weet waar hij mee bezig is. Maar zijn grote liefde, het onderwijs in technologie, politiek en management, blijft desondanks groeien. 11 Januari kreeg de Amerikaanse MIT-hoogleraar dr. Richard de Neufville op de TU een eredoctoraat voor zijn pionierswerk.
Wereldwijd is er slechts een vijftal universiteiten met een opleiding technische bestuurskunde. In Delft viert de opleiding dit jaar haar tiende verjaardag. ,,Het kost zeker 25 jaar om een nieuw vakgebied echt te ontwikkelen”, stelt onderwijsman De Neufville. ,,Op een bepaald niveau weten we ook nog niet zo goed waar we mee bezig zijn. Er is bijvoorbeeld nog geen overeenstemming over welke literatuur de basis van dit veld vormt.”
Lastig is dat het vakgebied bij de buitenwacht geen duidelijk beeld oproept. De Neufville: ,,Luchtvaartingenieurs hebben een vliegtuig, chemisch ingenieurs een fabriek, maar ons vakgebied heeft dat niet. Wij ontwerpen de architectuur van een systeem; hoe je de verschillende niveaus op elkaar kunt afstemmen. In de elektriciteitssector heeft de prijspolitiek bijvoorbeeld consequenties voor de investeerders, maar die prijspolitiek bepaalt ook de vraag en de plaats waar de meeste elektriciteit nodig is.”
Verdomhoekje
Traditionele ingenieursopleidingen falen in het opleiden van toekomstige technologische leiders die complexe systemen als een vliegveld, een schoon vervoerssysteem of een elektriciteitsnetwerk kunnen ontwerpen, meent De Neufville. Ze houden te weinig rekening met de maatschappelijke factoren en processen waarbinnen technische systemen functioneren.
Ingenieurs vervingen de afgelopen vijftig jaar hun oude vuistregels door een wetenschappelijker benadering. Een succesvolle operatie, maar tegelijkertijd kwamen daarmee zaken als management, overwegingen van economische en politieke aard en de regelgeving te veel in het verdomhoekje terecht.
Ingenieurs moeten zich afvragen of het ingenieursvak over het ontwerpen van het hele systeem gaat, stelt De Neufville. Kijken ze bijvoorbeeld bij de opwekking en distributie van stroom zowel naar de fabriek en het netwerk als naar de economische en politieke controle daarover, of praten ze alleen over de draadjes en laten ze het systeemontwerp over aan juristen, politici en economen? ,,Zijn de ingenieurs niet betrokken bij de besluitvorming, dan nemen mensen die de techniek niet kennen de beslissingen en die maken fouten. Dat bleek maar weer bij de energiecrisis in Californië.” De geliberaliseerde energiebedrijven daar waren vorig jaar niet voldoende in staat stroom te leveren.
,,Ik zeg niet dat we alle sociale problemen kunnen oplossen, dat pretendeer ik niet, maar wemoeten wel aan tafel zitten en de discussie begrijpen, bijvoorbeeld weten wat voor mechanismen er zijn om prijzen te controleren.”
Technologische leiders moeten dat kunnen en topuniversiteiten hebben de verantwoordelijkheid om toekomstige leiders op te leiden, vindt de Amerikaan. ,,Ik kan nog niet zeggen of onze opleiding op MIT veel industriële leiders heeft voortgebracht; onze oudste alumnus is nu 54.”
Auto-immuunreacties
De Neufville, die zo’n 25 jaar geleden op MIT startte met het technology and policy program (TPP), weet uit ervaring welke negatieve reacties een nieuw onderwijsprogramma kan oproepen. En die zijn niet te vermijden, denkt hij. Andere faculteiten zijn niet alleen bang dat je studenten en geld wegkaapt. Als je zegt dat jouw nieuwe en andere manier van onderwijs geven goed is, impliceer je meteen dat de oude manier niet goed is.
Om serieus te worden genomen, waakt De Neufville ervoor dat zijn opleiding op MIT geen vluchtstudie wordt voor mensen voor wie een ‘echte’ ingenieursopleiding te moeilijk is. ,,Onze studenten volgen meer vakken dan andere ingenieurs en er zijn strenge selectiecriteria. Niemand, hoe erg ze de nieuwe benadering ook vinden, kan zeggen dat TPP een makkelijke studie is.”
Alle TPP-studenten hebben zich eerst vier jaar in een technische discipline gespecialiseerd. TPP is een masters-opleiding die zich zowel op techniek als op gammavakken richt en waarin bijvoorbeeld een luchtvaartstudent zich specialiseert in de politieke en managementaspecten van de luchtvaart.
Veel studenten hebben ook al werkervaring. ,,Komen ze daarna terug naar de universiteit, dan zijn ze vaak sterker gemotiveerd om meer gammavakken te volgen.”
Tijdens hun technische bachelor-fase hebben ze dan overigens al een kwart van hun tijd aan gammavakken besteed. ,,Je kunt de verschillende talen die ingenieurs en gamma’s spreken het best allebei vroeg leren. Later is dat veel lastiger.” Studenten die nooit gammavakken hebben gevolgd, zijn slecht voorbereid op serieuze discussies over verschillende waarden. Ook zijn ze niet voorbereid op het feit dat er geen correcte, eenduidige antwoorden bestaan voor de politiek en dat oplossingen moeten worden uitonderhandeld tussen belangengroepen. De sterke tradities van paradigma’s van de technische wetenschappen enerzijds en sociale wetenschappen anderzijds zorgen ervoor dat er wederzijds auto-immuunreacties ontstaan.
De Neufville streeft ernaar dat de helft van zijn studenten uit het buitenland komt. Zo leren studenten in de praktijk om te gaan met cultuurverschillen. ,,Een cursus Japanse cultuur volgen is niet hetzelfde als Yoshia die bij je in de klas zit. Die kan uit eigen ervaring vertellen dat in Japan het werk in een fabriek heel anders wordt georganiseerd.”
Een Nederlandse student naar MIT lokken is hem nog nooit gelukt. In Nederland bestaat geen traditie om als student veel geld te investeren in je toekomst. Op MIT bedragen collegegeld en huisvestingskosten rond de 30 duizend gulden. Studenten uit Frankrijk en Japan komen wel naar MIT. ,,Frankrijk heeft een speciaal programma om goede studenten overzee te sturen.”
Huwelijk
Studenten van De Neufville staat meteen in de eerste week van hun wetenschappelijke opleiding een verrassend onderdeel te wachten. De Neufville wil hen voorbereiden op leiderschap door ze de wildernis in te sturen. ,,We laten ze buiten als team fysieke uitdagingen aangaan. Het gaat niet om de afzonderlijke kracht van de studenten, maar om de kracht van het team: mannen en vrouwen, Amerikanen, Japanners en Fransen moeten allemaal samen opdrachten uitvoeren.”
Eén onderdeel is het beklimmen van een houten hindernisbaan van vijf meter hoog. ,,Je startdoor sommige mensen op andermans schouders te zetten, maar je moet het hele team eroverheen krijgen: de sterke, de zwakke, de dikke en de dunne. Dat lukt alleen door samen te werken. Iemand die niet zo sterk is kan heel belangrijk zijn, omdat die misschien ook heel licht is en er als eerste overheen kan. Iedereen moet wat bijdragen en studenten moeten naar elkaar leren luisteren.”
,,Het lijkt iets onbelangrijks. Toch is het voor het werken in professionele teams ontzettend belangrijk om goed naar elkaar te kunnen luisteren. Dat is een succesvol onderdeel van ons curriculum. We merken ook echt dat studenten die de wildernis in zijn gestuurd beter groepswerk leveren. Je moet er daarna wel aan blijven werken, natuurlijk. Wat dat betreft is het net als in een huwelijk.”
Comments are closed.