Vraaggesprekken met Nico de Voogd zijn zeldzaam. Als zo’n gesprek dan ook nog eens binnen drie dagen geregeld wordt, moet de allerhoogste TU-baas wel in een erg goede bui zijn.
Of is het de zomer? ,,Ik ga bijna op vakantie, mijn kinderen komen langs, wat wil je nog meer?.”
Het laagpolig tapijt ademt vijf jaar exclusieve sigaren (‘Resident’). Een imponerend schilderij aan de gekleurde wand. Nico de Voogd neemt plaats aan het hoofd van de tafel en stopt zijn pijp. De sigaren zijn vandaag op.
,,Ik ben een democraat in hart en nieren. Ik heb ook goede ervaringen met medezeggenschap. Toen ik als Utrechtse student oprichter en voorzitter was van de studentenstudieraad, werd mijn complete voorstel voor een nieuw studieprogramma tot mijn grote verbazing overgenomen. Dat was midden jaren zestig, aan het begin van de democratiseringsgolf. Daarna is die democratisering een beetje doorgeschoten. Maar wij zitten nu in een situatie die erg goed is. Tussen de uitersten in. Ik ben wel iemand van het midden. Erg paars.”
Als vers afgestudeerd geofysicus leek De Voogd niet direct een management-toekomst te ambiëren. Het onderzoek trok en hij verliet Utrecht om in Delft bij Mijnbouwkunde te promoveren.
,,Ik mis de wetenschap die ik toen bedreef niet. De exploratiepraktijk wel. Het lesgeven was ook heel leuk, maar ook nu kan ik nog vaak genoeg voor groepen mijn verhaal kwijt.”
De collegevoorzitter koestert de omgang met studenten. ,,Ik vind het heel leuk om met die jonge mensen contact te hebben. Al geef ik inderdaad toe dat je als bestuurder niet moet denken dat dit dé Delftse studenten zijn. De studenten waarmee ik meestal in aanraking kom, hebben natuurlijk veel affiniteit voor het bestuur en zijn zeer gemotiveerd om er wat van te maken. Meestal studeren ze ook erg goed af. Het is een soort elite.”
Nerd
Schermt die elite niet het zicht op de gemiddelde student af?
,,Tijdens de rondes die we recent langs de faculteiten hebben gemaakt, heb ik wel een heleboel mensen ontmoet. Ik schat zo’n duizend in totaal, van de dertienduizend studenten en vijfduizend personeelsleden. Maar uiteraard niet iedereen.” De Voogd wil vanzelfsprekend studenten afleveren die hun vak beheersen. Maar de ingenieur van nu moet zijn bekwaamheden uitbreiden. De Voogd gruwt van het ‘nerd-imago’. Om daaraan te ontkomen zijn kennis van ethiek en de alfa- en gammavakken ook zo belangrijk. ,,We worden nog altijd beschouwd als onhandige mensen, techneuten en nerds. Daar moeten we iets aan doen. Bijvoorbeeld met ethiek. Behalve een idealistische kant, heeft ethiek zeker ook een zakelijk belang. Kijk naar Coca Cola: door hun aanvankelijke ontkenning van het probleem in België, hebben ze veel meer moeilijkheden gehad dan nodig was. En Shell met de Brent Spar. Je moet dan juist een groot gebaarmaken, om het publiek gerust te stellen. Ethiek is dus een factor die wel degelijk een heel belangrijke rol speelt. De ingenieur moet de maatschappelijke en economische gevolgen van wat hij doet leren herkennen.”
Op wat voor manier ontwikkelt het college dit soort visies? ,,Door overleg, naar mensen luisteren. Maar normaal komt het er niet altijd van. Misschien zouden we toch vaker van die heisessies moeten houden, het is veel leuker om over visies en toekomstbeelden te praten dan over geld en rechtsposities”, lacht De Voogd
Macht
Het moet een apart gevoel zijn om het absolute topje van de organisatorische TU-ijsberg te vormen. Heeft een collegevoorzitter veel macht?
,,Ik moet veel conclusies trekken en soms knopen doorhakken. Maar voor een strikte hiërarchie is de organisatie te ingewikkeld, dat kan niet in één persoon. De informatievoorziening is het belangrijkst. Vergelijk het met een vliegtuigfabriek. Op het moment dat er iets mis is met de klinknagels, weet alleen de man van de klinknagels dat. De directie weet dat pas, als die informatie bij hen arriveert. Die komt van verschillende kanten, zo komt er bij mij ook veel informatie bij elkaar. Daardoor kan een beeld van macht ontstaan. Dat herken ik wel. Heel vroeger als eenvoudig medewerker vond ik de collegevoorzitter ook een hele hotemetoot.”
U vindt zichzelf geen hotemetoot?
,,Nou, dat beweer ik niet. Je hebt wel veel verantwoordelijkheid en wordt daar ook op aangesproken. Ik zet elke dag een hoop handtekeningen.”
Ondanks die eindverantwoordelijkheid benadrukt De Voogd dat het college problemen niet zelf kan oplossen: ,,Het bestuur neemt initiatief, maar het hoeft niet per se top-down, bottom-up kan ook. Om een voorbeeld te noemen: als blijkt dat tachtig procent van de studenten vindt dat de tentamens sneller moeten worden nagekeken, dan moet daar natuurlijk iets aan gebeuren. Mijn rol is dan om dat aan te kaarten bij de decanen, om een proces in gang te zetten. Dat kan nu ook, door de invoering van het integrale management.”
De afgelopen jaren hebben al in het teken gestaan van het verhogen van de bestuurlijke efficiëntie. Toch is de universiteit geen onderneming: ,,De processen op de universiteit verlopen een stuk langzamer dan in het bedrijfsleven. Als je hier een verandering doorvoert, zie je pas na zes jaar het effect. De cycli zijn langer. In het bedrijfsleven gaat alles veel sneller, daar is het schadelijk als je niet daadkrachtig bent. Dat was voor mij persoonlijk wel een overgang, in het begin was dat wennen.”
Wakker
Nico de Voogd strijdt onvermoeibaar voor vergaande internationalisering van de Delftse ingenieursopleidingen. Van iemand die ‘op tien verschillende scholen in Europa heeft gezeten’ valt nauwelijks iets anders te verwachten. Toch kijkt de TU soms wel erg gretig naar buitenlandse voorbeelden. Heefteen universiteit met het statuur van de TU Delft dat wel nodig?
,,Van universiteiten die veel presteren kunnen we leren. Bij MIT en de ETH Zurich zijn bepaalde gemeenschappelijke normen en waarden vanzelfsprekend. Als je daar niet enthousiast onderwijs staat te geven, wordt je er enorm op aangekeken, dat is gewoon not done. Mensen corrigeren elkaar. We kunnen wel kijken naar Eindhoven en Twente, maar daar lijken we teveel op. Bovendien doen ze maar een gedeelte van wat wij doen.”
Slechte resultaten voor Delft in de vergelijkende enquêtes tussen de Nederlandse TU’s worden door de cvb-voorzitter gerelativeerd: ,,Natuurlijk is het pijnlijk als de TUT of TUE beter uit de polls komt. Maar het is ook prikkelend, we weten het dan tenminste, we kunnen er iets aan doen.”
Maar De Voogd geeft toe dat hij er wel eens wakker van ligt. ,,Al moeten we oppassen dat we onszelf geen complex aanpraten. Want vergeet niet, in het buitenland is veel respect voor ons.”
Los van de management-beslommeringen lukt het De Voogd meestal wel om thuis ‘de knop om te draaien’. Dan ligt de collegevoorzitter plotseling languit op de bank een boek te lezen. John Updike’s Bech is net uit. ,,Ik lees erg veel. En ik luister naar muziek.” Voor de nog maar zelden musicerende trompettist betekent dat voornamelijk ‘oude jazz uit de jaren twintig en gewone-mensen-klassieke muziek.’
Trekhaak
De afstand die De Voogd op die manier tot zijn werk zegt te kunnen bewaren maakte het besluit om nog een termijn aan te blijven eenvoudig. ,,Natuurlijk ga ik verder, het is veel te leuk. De klus is ook nog niet af, maar ik zie wel al resultaten. Op de TU die ik achterlaat moeten die gemeenschappelijke normen en waarden al beginnen te kiemen, het geven van onderwijs moet als een voorrecht worden beschouwd en in de samenleving moet de waardering voor de TU nog groter zijn.”
Ook collegevoorzitters gaan op vakantie. ,,We gaan drie weken naar Frankrijk, met de auto. Nee, een caravan is niets voor mij. De kinderen schrokken wel even toen ik een auto had gekocht met trekhaak. Maar we hebben gewoon een huis gehuurd in de Provence en nemen misschien de fietsen mee. De kinderen komen ook, met aanhang en onze elf maanden oude kleindochter. Wat wil je nog meer?”
Zijn favoriete plek in Frankrijk? ,,De Provence. Daar heb je alles, en de mensen zijn er fantastisch. Ik ben wel een francofiel, heb er ook tien jaar gewoond.”
En in Delft? ,,Dat is een stuk moeilijker. Het oude Academiegebouw op de Oude Delft. De TU-historie is gewoon tastbaar in dat gebouw. Maar het is niet meer van ons. Anders denk ik aan Mijnbouw, of de Aula. En de bovenste verdieping van Elektrotechniek.”
Of is het de zomer? ,,Ik ga bijna op vakantie, mijn kinderen komen langs, wat wil je nog meer?.”
Het laagpolig tapijt ademt vijf jaar exclusieve sigaren (‘Resident’). Een imponerend schilderij aan de gekleurde wand. Nico de Voogd neemt plaats aan het hoofd van de tafel en stopt zijn pijp. De sigaren zijn vandaag op.
,,Ik ben een democraat in hart en nieren. Ik heb ook goede ervaringen met medezeggenschap. Toen ik als Utrechtse student oprichter en voorzitter was van de studentenstudieraad, werd mijn complete voorstel voor een nieuw studieprogramma tot mijn grote verbazing overgenomen. Dat was midden jaren zestig, aan het begin van de democratiseringsgolf. Daarna is die democratisering een beetje doorgeschoten. Maar wij zitten nu in een situatie die erg goed is. Tussen de uitersten in. Ik ben wel iemand van het midden. Erg paars.”
Als vers afgestudeerd geofysicus leek De Voogd niet direct een management-toekomst te ambiëren. Het onderzoek trok en hij verliet Utrecht om in Delft bij Mijnbouwkunde te promoveren.
,,Ik mis de wetenschap die ik toen bedreef niet. De exploratiepraktijk wel. Het lesgeven was ook heel leuk, maar ook nu kan ik nog vaak genoeg voor groepen mijn verhaal kwijt.”
De collegevoorzitter koestert de omgang met studenten. ,,Ik vind het heel leuk om met die jonge mensen contact te hebben. Al geef ik inderdaad toe dat je als bestuurder niet moet denken dat dit dé Delftse studenten zijn. De studenten waarmee ik meestal in aanraking kom, hebben natuurlijk veel affiniteit voor het bestuur en zijn zeer gemotiveerd om er wat van te maken. Meestal studeren ze ook erg goed af. Het is een soort elite.”
Nerd
Schermt die elite niet het zicht op de gemiddelde student af?
,,Tijdens de rondes die we recent langs de faculteiten hebben gemaakt, heb ik wel een heleboel mensen ontmoet. Ik schat zo’n duizend in totaal, van de dertienduizend studenten en vijfduizend personeelsleden. Maar uiteraard niet iedereen.” De Voogd wil vanzelfsprekend studenten afleveren die hun vak beheersen. Maar de ingenieur van nu moet zijn bekwaamheden uitbreiden. De Voogd gruwt van het ‘nerd-imago’. Om daaraan te ontkomen zijn kennis van ethiek en de alfa- en gammavakken ook zo belangrijk. ,,We worden nog altijd beschouwd als onhandige mensen, techneuten en nerds. Daar moeten we iets aan doen. Bijvoorbeeld met ethiek. Behalve een idealistische kant, heeft ethiek zeker ook een zakelijk belang. Kijk naar Coca Cola: door hun aanvankelijke ontkenning van het probleem in België, hebben ze veel meer moeilijkheden gehad dan nodig was. En Shell met de Brent Spar. Je moet dan juist een groot gebaarmaken, om het publiek gerust te stellen. Ethiek is dus een factor die wel degelijk een heel belangrijke rol speelt. De ingenieur moet de maatschappelijke en economische gevolgen van wat hij doet leren herkennen.”
Op wat voor manier ontwikkelt het college dit soort visies? ,,Door overleg, naar mensen luisteren. Maar normaal komt het er niet altijd van. Misschien zouden we toch vaker van die heisessies moeten houden, het is veel leuker om over visies en toekomstbeelden te praten dan over geld en rechtsposities”, lacht De Voogd
Macht
Het moet een apart gevoel zijn om het absolute topje van de organisatorische TU-ijsberg te vormen. Heeft een collegevoorzitter veel macht?
,,Ik moet veel conclusies trekken en soms knopen doorhakken. Maar voor een strikte hiërarchie is de organisatie te ingewikkeld, dat kan niet in één persoon. De informatievoorziening is het belangrijkst. Vergelijk het met een vliegtuigfabriek. Op het moment dat er iets mis is met de klinknagels, weet alleen de man van de klinknagels dat. De directie weet dat pas, als die informatie bij hen arriveert. Die komt van verschillende kanten, zo komt er bij mij ook veel informatie bij elkaar. Daardoor kan een beeld van macht ontstaan. Dat herken ik wel. Heel vroeger als eenvoudig medewerker vond ik de collegevoorzitter ook een hele hotemetoot.”
U vindt zichzelf geen hotemetoot?
,,Nou, dat beweer ik niet. Je hebt wel veel verantwoordelijkheid en wordt daar ook op aangesproken. Ik zet elke dag een hoop handtekeningen.”
Ondanks die eindverantwoordelijkheid benadrukt De Voogd dat het college problemen niet zelf kan oplossen: ,,Het bestuur neemt initiatief, maar het hoeft niet per se top-down, bottom-up kan ook. Om een voorbeeld te noemen: als blijkt dat tachtig procent van de studenten vindt dat de tentamens sneller moeten worden nagekeken, dan moet daar natuurlijk iets aan gebeuren. Mijn rol is dan om dat aan te kaarten bij de decanen, om een proces in gang te zetten. Dat kan nu ook, door de invoering van het integrale management.”
De afgelopen jaren hebben al in het teken gestaan van het verhogen van de bestuurlijke efficiëntie. Toch is de universiteit geen onderneming: ,,De processen op de universiteit verlopen een stuk langzamer dan in het bedrijfsleven. Als je hier een verandering doorvoert, zie je pas na zes jaar het effect. De cycli zijn langer. In het bedrijfsleven gaat alles veel sneller, daar is het schadelijk als je niet daadkrachtig bent. Dat was voor mij persoonlijk wel een overgang, in het begin was dat wennen.”
Wakker
Nico de Voogd strijdt onvermoeibaar voor vergaande internationalisering van de Delftse ingenieursopleidingen. Van iemand die ‘op tien verschillende scholen in Europa heeft gezeten’ valt nauwelijks iets anders te verwachten. Toch kijkt de TU soms wel erg gretig naar buitenlandse voorbeelden. Heefteen universiteit met het statuur van de TU Delft dat wel nodig?
,,Van universiteiten die veel presteren kunnen we leren. Bij MIT en de ETH Zurich zijn bepaalde gemeenschappelijke normen en waarden vanzelfsprekend. Als je daar niet enthousiast onderwijs staat te geven, wordt je er enorm op aangekeken, dat is gewoon not done. Mensen corrigeren elkaar. We kunnen wel kijken naar Eindhoven en Twente, maar daar lijken we teveel op. Bovendien doen ze maar een gedeelte van wat wij doen.”
Slechte resultaten voor Delft in de vergelijkende enquêtes tussen de Nederlandse TU’s worden door de cvb-voorzitter gerelativeerd: ,,Natuurlijk is het pijnlijk als de TUT of TUE beter uit de polls komt. Maar het is ook prikkelend, we weten het dan tenminste, we kunnen er iets aan doen.”
Maar De Voogd geeft toe dat hij er wel eens wakker van ligt. ,,Al moeten we oppassen dat we onszelf geen complex aanpraten. Want vergeet niet, in het buitenland is veel respect voor ons.”
Los van de management-beslommeringen lukt het De Voogd meestal wel om thuis ‘de knop om te draaien’. Dan ligt de collegevoorzitter plotseling languit op de bank een boek te lezen. John Updike’s Bech is net uit. ,,Ik lees erg veel. En ik luister naar muziek.” Voor de nog maar zelden musicerende trompettist betekent dat voornamelijk ‘oude jazz uit de jaren twintig en gewone-mensen-klassieke muziek.’
Trekhaak
De afstand die De Voogd op die manier tot zijn werk zegt te kunnen bewaren maakte het besluit om nog een termijn aan te blijven eenvoudig. ,,Natuurlijk ga ik verder, het is veel te leuk. De klus is ook nog niet af, maar ik zie wel al resultaten. Op de TU die ik achterlaat moeten die gemeenschappelijke normen en waarden al beginnen te kiemen, het geven van onderwijs moet als een voorrecht worden beschouwd en in de samenleving moet de waardering voor de TU nog groter zijn.”
Ook collegevoorzitters gaan op vakantie. ,,We gaan drie weken naar Frankrijk, met de auto. Nee, een caravan is niets voor mij. De kinderen schrokken wel even toen ik een auto had gekocht met trekhaak. Maar we hebben gewoon een huis gehuurd in de Provence en nemen misschien de fietsen mee. De kinderen komen ook, met aanhang en onze elf maanden oude kleindochter. Wat wil je nog meer?”
Zijn favoriete plek in Frankrijk? ,,De Provence. Daar heb je alles, en de mensen zijn er fantastisch. Ik ben wel een francofiel, heb er ook tien jaar gewoond.”
En in Delft? ,,Dat is een stuk moeilijker. Het oude Academiegebouw op de Oude Delft. De TU-historie is gewoon tastbaar in dat gebouw. Maar het is niet meer van ons. Anders denk ik aan Mijnbouw, of de Aula. En de bovenste verdieping van Elektrotechniek.”
Comments are closed.