Harmen de Boer, oud-president van de Mijnbouwkundige Vereeniging, is een van de mensen achter de herdenkingsbijeenkomst voor de oud-hoogleraar wiskunde Herman Duparc (1918-2002).
/strong>
Wat voor mens was Duparc?
,,Een kleine, magere man: geen opvallende verschijning, geen man die in het middelpunt van de belangstelling wilde staan. Hij was bescheiden, verlegen. Maar als je met ‘m aan de praat raakte, ontdekte je wat een boeiende persoonlijkheid het was. Hij zat boordevol verhalen, maar het ging nooit op een toon van: kijk eens wat ik allemaal meegemaakt heb. En je kon ook je eigen verhaal bij hem kwijt. Iedereen kende hem, en hij, met zijn fenomenale geheugen, kende iedereen.
Hij hield wel van een beetje pesten: dat het toch een weinig voor de hand liggende combinatie was, mijnbouw en wiskunde. Wat hij altijd graag deed, was je in het gesprek uitdagen.”
Waarom ruim een half jaar na zijn dood een grote afscheidsbijeenkomst in de aula?
,,Hij zou het zelf overdreven hebben gevonden. Hij is op eigen verzoek in stilte gecremeerd; alleen zijn neven waren bij de plechtigheid aanwezig. Maar veel mensen betreurden het dat ze geen afscheid van hem hebben kunnen nemen. Zo ontstond het idee voor de bijeenkomst.”
Duparc heeft in de oorlog veel meegemaakt: gevlucht naar Engeland, later in Azië krijgsgevangene van de Japanners.
,,Het eerste wat mij bij hem opviel, was hoe gemakkelijk hij tegenover ons studenten sprak over die ervaringen. Hij maakte er zelfs grapjes over. Hij is na de oorlog zijn Japanse kampcommandant gaan opzoeken, en de kapitein van de U-Boot die het schip torpedeerde waarmee hij Nederlands-Indië probeerde te bereiken. Hij dacht daar heel genuanceerd over.”
Je zou denken: wie zoals hij in de oorlog als dwangarbeider in een Japanse mijn heeft moeten werken, houdt daar een levenslange afkeer van mijnbouw aan over. En uitgerekend deze man bleef tot lang na zijn officiële afscheid van de TU een boegbeeld van de Mijnbouwkundige Vereeniging.
,,In ons eeuwboek staat een verhaal van hem over die tijd: ‘Mijnwerker tegen wil en dank’. Dat besluit hij met de mededeling dat hij van alle kampgenoten misschien nog het meest aan die tijd heeft gehad – ‘doordat het toeval wilde dat ik in Delft met de mijnbouw werd geconfronteerd en door de uiterst galante wijze waarop mijnbouwers met een wiskundig mijnbouwer wisten om te gaan’. Dat citaat zegt veel over zijn persoonlijkheid.”
Harmen de Boer, oud-president van de Mijnbouwkundige Vereeniging, is een van de mensen achter de herdenkingsbijeenkomst voor de oud-hoogleraar wiskunde Herman Duparc (1918-2002).
Wat voor mens was Duparc?
,,Een kleine, magere man: geen opvallende verschijning, geen man die in het middelpunt van de belangstelling wilde staan. Hij was bescheiden, verlegen. Maar als je met ‘m aan de praat raakte, ontdekte je wat een boeiende persoonlijkheid het was. Hij zat boordevol verhalen, maar het ging nooit op een toon van: kijk eens wat ik allemaal meegemaakt heb. En je kon ook je eigen verhaal bij hem kwijt. Iedereen kende hem, en hij, met zijn fenomenale geheugen, kende iedereen.
Hij hield wel van een beetje pesten: dat het toch een weinig voor de hand liggende combinatie was, mijnbouw en wiskunde. Wat hij altijd graag deed, was je in het gesprek uitdagen.”
Waarom ruim een half jaar na zijn dood een grote afscheidsbijeenkomst in de aula?
,,Hij zou het zelf overdreven hebben gevonden. Hij is op eigen verzoek in stilte gecremeerd; alleen zijn neven waren bij de plechtigheid aanwezig. Maar veel mensen betreurden het dat ze geen afscheid van hem hebben kunnen nemen. Zo ontstond het idee voor de bijeenkomst.”
Duparc heeft in de oorlog veel meegemaakt: gevlucht naar Engeland, later in Azië krijgsgevangene van de Japanners.
,,Het eerste wat mij bij hem opviel, was hoe gemakkelijk hij tegenover ons studenten sprak over die ervaringen. Hij maakte er zelfs grapjes over. Hij is na de oorlog zijn Japanse kampcommandant gaan opzoeken, en de kapitein van de U-Boot die het schip torpedeerde waarmee hij Nederlands-Indië probeerde te bereiken. Hij dacht daar heel genuanceerd over.”
Je zou denken: wie zoals hij in de oorlog als dwangarbeider in een Japanse mijn heeft moeten werken, houdt daar een levenslange afkeer van mijnbouw aan over. En uitgerekend deze man bleef tot lang na zijn officiële afscheid van de TU een boegbeeld van de Mijnbouwkundige Vereeniging.
,,In ons eeuwboek staat een verhaal van hem over die tijd: ‘Mijnwerker tegen wil en dank’. Dat besluit hij met de mededeling dat hij van alle kampgenoten misschien nog het meest aan die tijd heeft gehad – ‘doordat het toeval wilde dat ik in Delft met de mijnbouw werd geconfronteerd en door de uiterst galante wijze waarop mijnbouwers met een wiskundig mijnbouwer wisten om te gaan’. Dat citaat zegt veel over zijn persoonlijkheid.”
Comments are closed.