Campus

Http://me

“My joy knew no bounds when I received my first computer way back in 1997, running the 16-bit operating system, Windows 3.1. Preloaded games like
minesweeper and solitaire remained a favourite past time then.

Simple things like the colour display, screensavers and logos, programmes like the calculator and paint, caught my attention as a kid, initially. I thought I couldn’t be more amazed with what the computer can offer, until ‘the internet’ happened.

My first internet connection was made through a dial-up internet modem. I still remember me and my younger brother waiting for someone to pick up the call when we dialed to connect for the first time. Internet did not draw my attention at all until I started to learn its various features. Now it is a daily part of my life. It’s quite tough for me to imagine how to put a computer or a phone to good use without internet. Communication, gaming, movie streaming, music and everything imaginable has now become so fast as well as easily accessible.

Nowadays my online activity has increased more than ever. For my thesis at hand, I use websites to find and read relevant articles. I also use ‘FastVoip’ to stay in touch with family and friends back in India. It offers very cheap calling rates. Besides the many social networking websites, news and music/video websites, I closely follow gadget news. Sites like cnet, tweakers and techcrunch are of course on the list as main tech news providers, but a probably less-known website like pocketnow, which provides the latest updates on phones, is also on my list.

While so many sites exist with all kinds of news, one can easily lose track as to what one wants to actually read. ‘StumbleUpon’ is very handy in this case, as it helps you find what you want and recommends web content based on choices you make. With web content one can think of videos, web pages, and photos all personalized and customized as per one’s own interest and taste. It’s true that sometimes the internet knows exactly what you would like, more than yourself.”


My favorites:

Bij zijn eerste triatlon was Rob Mulders meteen verkocht. Het ging om een 1/8ste triatlon: 500 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer lopen. “Een triatlon is iets geweldigs. Kom je het water uit, moet je ineens een andere sport gaan doen. Het geeft een kick als je bij alle drie de onderdelen anderen kan bijhouden of zelfs voor blijven.”

Niet zo heel lang daarvoor was de student bij Technische Natuurwetenschappen begonnen met hardlopen. “Ik werd een keer gevraagd mee te doen aan de Batavierenrace, voor iemand die op het laatste moment afzegde. Ongetraind liep ik twaalf kilometer. Of dat goed ging? Ik ben gefinisht.” Toen hij een keer met zijn vriendin ging zwemmen ontdekte hij ook daarvan de charme. Een week later kocht hij voor 250 euro een fiets en werd lid van triatlonvereniging Trinity, later ondergebracht bij zwemclub Wave. Rennen doet hij bij De Koplopers.

Mulders is regelmatig ‘in voor gekke dingen’. Zo deed hij mee aan de Lektocht, een openwaterzwemwedstrijd over zes kilometer. En onlangs stond hij op een werpvijfkamp met een gewicht van zestien kilo te gooien. Bij de onderdelen speerwerpen, discuswerpen, kogelstoten en kogelslingeren moest hij aan andere atleten vragen hoe je moest gooien. “Ik kon er niks van.” Momenteel is hij aan het trainen voor een steeplechase, hardlopen met hindernissen. “Ik vind die hekjes erbij wel grappig. Het meest angstwekkende is de waterbak van tweeëneenhalve meter lang. Je komt met volle snelheid aan en dan moet je eroverheen springen. Een traploopwedstrijd ga ik ook nog wel een keer doen.”

Vreemd genoeg deed Mulders vroeger nauwelijks aan sport. “Ik was rond mijn achttiende salsaleraar. Daarmee ben ik gestopt, omdat salsa geen echte sport is. Mijn hart ligt meer bij het doodgaan in de sport. Diepgaan, afzien. Vooral het gevoel daarna. Als je na een training thuiskomt, gooi je je schoenen uit en dan heb je nog minstens een halve dag een heerlijk gevoel.”
Twee keer per week zwemt hij, vier tot vijf keer loopt hij hard. In de zomer fietst hij vaak. Daarnaast doet hij vier, vijf keer een krachttraining. Thuis, op een matje. “Een half tot een heel uur. Buikspieroefeningen en dergelijke. Lenigheidsoefeningen, anders heb ik te veel energie.”

In de fitnessruimte komt hij zelden. “Van spinnen of van zo’n loopband word ik binnen de kortste keren gek. Dan ga ik mij vervelen, want er is niets te zien. Op vakanties loop je door bossen en heuvels die je niet kent. Ook al is het heel koud en guur, dat is toch veel mooier dan binnen op zo’n band?” (JT)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.