Onderwijs

Hoogopgeleide roker stopt makkelijker

Hoogopgeleiden hebben er meer vertrouwen in dat ze kunnen stoppen met roken dan laagopgeleiden. Volgens anti-tabakstichting Stivoro proberen hoogopgeleiden vaker te stoppen dan minder hoog opgeleiden en hebben ze meer succes.

Stivoro vermoedt dat dat komt doordat ze over het algemeen minder zware rokers zijn.

De stichting heeft data op een rij gezet over roken en opleidingsniveau. De stichting pleit ervoor om laagopgeleide rokers beter te ondersteunen bij hun stoppogingen. “Dat kan bijvoorbeeld door in achterstandswijken een stoppen-met-roken-centrum op te richten”, licht een woordvoerder toe.

Ondersteuning bij stoppen met roken zit gedeeltelijk in het basispakket van de zorgverzekeraars. Vanaf 2011 wordt niet alleen therapieën als persoonlijke coaching en groepstraining vergoed, maar ook nicotinepleisters en medicijnen.

Jonge rokers die een hoge opleiding volgen zijn vaker van plan te stoppen dan middelbaar of lager opgeleiden. Door de jaren heen zijn Nederlanders minder gaan roken, maar vooral onder hoogopgeleiden nam het percentage flink af: van 31 procent in 1988 naar 22 procent in 2008.

Alleen in de jaren 2002 tot 2004 was er sprake van een lichte daling in de tevredenheid, zodat het eindcijfer heel even onder de zeven dook. Verder kwamen de oordelen in de Nationale Studenten Enquête telkens tussen de 7,0 en 7,1 uit. Dat staat in het rapport ‘Studenten vellen hun oordeel’ van onderzoekscentrum CHOI, dat ook de Keuzegids Hoger Onderwijs maakt.

Wel blijken universitaire studenten hun docenten steeds meer te waarderen: van een 7,1 in 1996 naar een 7,3 in 2008. Het zijn kleine verschuivingen, maar op de lange termijn is de trend wel zichtbaar.

Het kan verkeren per studie. Zo krijgen de grote opleidingen pedagogiek al jaren slechte beoordelingen en het wordt er maar niet beter op: zelfs de ‘studeerbaarheid’, vroeger het sterkste punt van de opleiding, holt achteruit. Misschien hangt dat laatste samen met de inhoud van de opleiding, die ietsje meer waardering krijgt.

De razend populaire opleidingen psychologie blijken daarentegen behoorlijk goed in staat de grote aantallen studenten onderwijs te geven, schrijven de rapporteurs.

Nog iets gunstiger scoren de moderne talen, waar de docenten en de inhoud van de opleiding veel waardering krijgen. Blijkbaar zitten ze alleen in minder mooie gebouwen, want de waardering voor de gebouwen zakt langzamerhand onder het gemiddelde. Een vergelijkbaar patroon valt te zien bij studies in de sector cultuur.

Voor rechten is traditiegetrouw weinig lof te verwachten. De zwaarste minpunten zijn de studeerbaarheid en – verrassend genoeg – de voorbereiding op de loopbaan. “Deze oordelen rekenen af met het beeld dat rechten een makkelijke route naar de arbeidsmarkt biedt”, menen de onderzoekers. “Studenten vinden de opleiding toch zwaarder dan gedacht – en theoretischer.”

In de economische opleidingen is de kritiek al jarenlang niet van de lucht, maar in 2008 zijn er een paar lichtpuntjes. De studenten zijn vrolijker over de keuzemogelijkheden, gebouwen en faciliteiten. “Het is te vroeg om hier van een trend te spreken, maar bemoedigend is het wel”, aldus de rapporteurs. Bij de opleidingen bedrijfskunde is de kritiek op de inhoud en de docenten toegenomen.

Het meest tevreden zijn de geneeskundestudenten. Op alle punten scoren de geneeskundeopleidingen bovengemiddeld, afgezien van keuzevrijheid en communicatie. Alleen studenten van bètaopleidingen hebben het beter getroffen. Zij zijn op alle punten bovengemiddeld enthousiast.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.