Campus

‘Honderd procent kans op een leuke baan’

Vier organisaties houden zich in Delft bezig met het koppelen van studenten aan het bedrijfsleven. Van uitzendbureau tot non-profit detacheerder, allemaal maken ze jacht op hetzelfde wild.

Voor student en bedrijfsleven op zijn minst verwarrend. ,,Ik zocht eigenlijk een baantje met wat meer inhoud, maar dit is oké hoor.”

,,Vorig jaar heetten we nog Uniconsult, dat kan een oorzaak van onze onbekendheid zijn.” In de wanorde van een kantoor waar kortgeleden nog werd ingebroken, vertellen twee bestuursleden van het ‘non-profit academisch adviesbureau’ over hun activiteiten.

Wouter Snoeijers: ,,Wij zijn een stichting die als doel heeft om werkervaring te bieden aan studenten. De Kennis in praktijk te brengen en daar ook nog voor betaald te krijgen. Wij zijn dus expliciet geen stagebureau of detacheerder.” Dit concept houdt in dat een bedrijf met een opdracht aanklopt bij Uniconsult, waarna door het bestuur een projectteam wordt samengesteld. Hiervoor beschikken de student-adviseurs over een bestand van zo’n honderdvijftig TU-studenten.

Human resource manager Enno De Lange: ,,Maar meestal zijn het te specifieke opdrachten en moeten we echt actief op zoek naar de juiste studenten bij de opdracht. Zo kregen we een opdracht binnen voor de bepaling van de vermogenscurve van mechanische dampcompressie. Dan ga je naar scheikunde en kijk je op een vakgroep en bij colleges.”

Waarom zou een bedrijf aankloppen bij studenten? Er zijn immers ruim voldoende commerciële adviesbureaus en consultants in Nederland. ,,Wij kunnen concurreren omdat wij studenten in dienst hebben die nog niet afgestudeerd zijn. Terwijl de kwaliteit wel hoog is”, vertelt Snoeijers.

,,Wij voeren dus projecten op fixed-price full service-basis uit. Of dat niet vervelend is voor de concurrentie? Nou, dat valt wel mee, we zitten namelijk niet op dezelfde markt. Wij bedienen vooral het midden- en kleinbedrijf, en die zullen niet snel een commercieel bureau inhuren.”

Toch moeten de studenten van Unipartners er nog wel moeite voor doen om opdrachten binnen te halen. De Lange: ,,In theorie drijven wij voornamelijk op ons netwerk. Dat bestaat uit bedrijven die met ons gewerkt hebben. Verder zijn natuurlijk oud-bestuursleden een prettige bron van opdrachten. Maar wij in Delft moeten wel actief acquireren. Dat komt omdat we relatief kort bestaan en ons netwerk nog te beperkt is. Daarom hebben we bijvoorbeeld afgelopen jaar op een regionale beurs voor het midden- en kleinbedrijf gestaan.”
Werkbriefje

George Arkesteijn komt langs bij studentenuitzendbureau Stud. Het is vrijdagmiddag en hij wil zijn werkbriefje inleveren, zodat zijn salaris aanstaande dinsdag op z’n rekening staat. ,,Ik heb bij het Beeld en Grafisch centrum van de TU drie middagen drukmachines draaiend gehouden. Dat klinkt beter danhet is, want het kwam gewoon neer op zaken als A-viertjes bijvullen.” De student elektrotechniek heeft al hts gedaan en hoopt eigenlijk op een baantje met wat meer inhoud. ,,Maar dit is ook oké hoor.”

Vandaag vervult Joris de van Schueren de intercedenten-rol. Enthousiast pakt hij het declaratieformulier aan, om vervolgens te vertellen over het uitzendbureau.

,,Een project moet interessant zijn en niet al te vervelend. Er hoeft geen link met de TU te bestaan, maar er zitten wel alleen TU-studenten in ons bestand, dus het is eigenlijk gek als de universiteit uitzendkrachten ergens anders vandaan haalt.”

Tegelijkertijd haalt Stud wel opdrachten van buiten de TU binnen. ,,Op dit moment ongeveer vijftig procent van ons werk. En dan praat je over architectenbureaus, Rijkswaterstaat, dat soort zaken. Het is ook wel verleidelijk om op een bepaald moment niet-studenten in te zetten, maar dan gaat het fout. Kijk maar naar Asa, die zijn ook ooit opgericht met mooie doelstellingen, maar nu echt niet meer hét uitzendbureau voor studenten. Kijk, je kunt het wel in je naam zetten dat je voor studenten bent, maar er echt wat aan doen is wat anders. Zo zullen wij nooit vragen aan mensen uit ons bestand of een huisgenoot misschien wel kan werken”, betoogt De van Schueren.

Misschien dat Stud daarom ver boven verwachting van start is gegaan: ,,We hadden gedacht nu ongeveer tweehonderdvijftig uur per week uit te zenden, maar het zijn er al driehonderdvijftig gemiddeld. Dat gaat wel lekker, en er zit ook een stijgende trend in. We zitten nu op ongeveer tien procent van wat ons einddoel, drieduizend uur per week, is.”
Concurrentie

De derde organisatie die zich tussen studenten en het bedrijfsleven positioneert is Integrand. Bekender dan bijvoorbeeld Uniconsult, maar ook weer met een eigen niche binnen het bemiddelingswereldje. Luuk Peeters studeert nu bedrijfskunde in Rotterdam, maar heeft daarvoor werktuigbouw gedaan. Op dit moment is Peeters voorzitter van het Delftse Integrand-bestuur: ,,Integrand is een landelijke bemiddelingsorganisatie voor stages op academisch niveau. Dat kunnen dan zowel gewone als afstudeerstages zijn.”

De Delftse vestiging is inmiddels bijna tien jaar actief. Ook hier benaderen bedrijven de organisatie met specifieke opdrachten. Maar waar bijvoorbeeld Unipartners het hele proces blijft volgen, houdt Integrand zich alleen bezig met het koppelen van student aan bedrijf. ,,Als er bij ons een opdracht binnenkomt, kijken we of die opdrachten academisch en technisch genoeg zijn. Daarna zoeken we er studenten bij”, licht Fannie Ritt toe.

Die studenten kunnen zich altijd gratis inschrijven. Peeters: ,,Ons probleem is dat we te weinig beschikbare studenten voor stages hebben. Waar dat door komt? Te weinig tijd. En je hebt natuurlijk ook op faculteiten vaak stagecoördinatoren waarvan wij concurrentie ondervinden.”

Daar zit meteen het manco van Integrand, de toegevoegde waarde lijkt beperkt. Volgens Peeters valt dat wel mee: ,,Het is nietop alle faculteiten goed geregeld. Wij bieden een alternatief. Verder nemen wij de bemiddeling op ons, zodat het de student een hoop tijd en gedoe kan besparen. Raar probleem daarbij is dat de gemiddelde Delftse student vindt dat je dat maar beter zelf kunt doen, omdat dat beter staat. Maar dat zoeken heeft helemaal geen toegevoegde waarde.”

Vlak naast de door toeristen omzwermde molens van Kinderdijk, is Daniël Tijl bezig met zijn afstuderen. Een io’er bij scheepvaart- en baggerspecialist IHC. ,,Ik ben inmiddels negendejaars en had geen zin om ontzettend lang op zoek te gaan naar een afstudeeropdracht. Bij ons op de faculteit wordt verwacht dat je zelf met iets komt. Toen ben ik bij Integrand langs gegaan.”

Binnen recordtijd kwam de mogelijkheid om bij IHC een bedrijfskundig georiënteerde stage te doen. ,,Er waren nog wel wat gesprekken met het bedrijf nodig, omdat in eerste instantie mijn opdracht niet voldoende io-achtige inhoud had. Maar alles is verder perfect gelopen.”

Dit is wat alle student-bemiddelaars graag horen: ,,Dat is waarvoor ik het doe, dat ik een tevreden bedrijf en student zie”, zegt De van Schueren van Stud. ,,Waarom ik dit ben gaan doen? Ik wilde iets buiten mijn studie, ik was heel erg aan het twijfelen en nadat ik door een huisgenoot was getipt over Integrand, ben ik dit gaan doen. Maar absoluut niet voor m’n cv of zo”, beaamt Peeters.

Dat curriculum vitae vervult nog een belangrijke rol bij het koppelen van studenten aan bedrijven. Verrassend genoeg blijkt het daarbij nog niet altijd even goed gesteld te zijn met de cv-schrijfkwaliteiten van de Delftse student. Unipartners: ,,Wij krijgen nog wel eens een cv binnen waarop de student aangeeft dat hij een 486DX computer heeft.” Ook bij Integrand herkent men het fenomeen. ,,Iemand die het invullen van het belastingformulier van zijn ouders op zijn cv zet. Daar geven wij studenten trouwens nog wel begeleiding in. Wat de meest gemaakte fout is? Delftenaren zetten alle commissies die ze ooit gedaan hebben op hun cv. En dan zonder toelichting. Zet erbij wat je functie en behaalde resultaten zijn geweest. Het is tenslotte toch een verkoopbriefje van jezelf.”
Parkeerplaats

Een uitzonderingspositie in de rij van bemiddelingsorganisaties wordt ingenomen door Supair. Als enige officieel onderdeel van de TU Delft wordt deze niet door studenten maar door betaalde TU-medewerkers gerund.

Oprichter dr.ir. P.A. Wieringa: ,,Ik constateerde een duidelijke behoefte onder afgestudeerde ingenieurs. Niet zozeer bij het vinden van een baan, maar bij het verruimen van de mogelijkheden. Wij bieden een betere afstemming tussen het einde van de studie en het vinden van een leuke werkomgeving.”

Supair is in het gat van drie maanden gedoken, wat zich gemiddeld tussen afstuderen en het vinden van een baan zit. ,,Dat gat is sinds het invoeren van zaken als de tempobeurs nadrukkelijker aanwezig. Studenten hebben steeds minder tijd om zich in de breedte te ontwikkelen en ook hun kijk op huntoekomstige werkomgeving te verbreden.” De organisatie biedt afgestudeerde ingenieurs een ‘parkeerplaats’ waarmee het gat kan worden gevuld. ,,Je kunt naar een ordinair uitzendbureau stappen, maar wij denken toch een duidelijke meerwaarde te bieden. Maar nogmaals, wij voeren die projecten niet zelf uit, en dat is een duidelijk verschil met bijvoorbeeld Unipartners. Wel is het zo, dat onder duidelijke voorwaarden de TU ondersteuning kan bieden.”
Spanningsveld

Vier organisaties, met ieder eigen acquisitie, bestuurtjes, verschillende telefoonnummers en eigenlijk hetzelfde doel: student en arbeidsmarkt koppelen. Wieringa van Supair hierover: ,,Er zit natuurlijk een spanningsveld tussen onze activiteiten. Maar in een aantal gezamenlijke gesprekken hebben we denk ik heel goed onze onderlinge positie aangegeven. Zo doet Integrand nog wel eens projecten die vlak na het afstuderen zitten. Je kunt je dan afvragen of zo’n student niet eigenlijk via Supair zou moeten werken. We hebben dan ook afgesproken dat Integrand zo’n bedrijf naar ons doorstuurt en dat Integrand de normale bemiddelingsvergoeding krijgt. Dan maakt het voor hun niks uit en plaats je de activiteit onder de juiste noemer.”

Ook bij Unipartners haast men zich om duidelijk te maken dat er ‘absoluut geen problemen tussen de vier zijn’. Wouter Snoeijers: ,,We moeten er wel telkens naar buiten toe op hameren dat we geen stagebureau zijn. Wij verkopen kennis, dat is een essentieel verschil met bijvoorbeeld Integrand. Bij een stage moet een bedrijf vaak veel tijd steken in de begeleiding van een student, dat hoeft bij ons niet. Unipartners blijft gedurende het hele project duidelijk tussen bedrijf en student instaan. We zijn dan ook verantwoordelijk voor de resultaten en moeten natuurlijk zorgen dat de kwaliteit en daarmee onze goede naam bewaard blijft.”

De van Schueren: ,,Ik denk niet dat het gek is dat er vier verschillende organisaties zijn, we zitten allemaal op ons eigen vlak. Een eventueel samengaan zou ten koste gaan van de herkenbaarheid van ons product. Verder hebben we het toch over een andere schaal. Wij draaien, als we de doelstellingen bereiken, een omzet van vier, vijf miljoen gulden per jaar. Dat zijn zeg maar Virgiel en het Corps samen. En ik weet niet wat de omzetten van Unipartners en Integrand zijn, maar volgens mij is het verschil wel duidelijk…”
Bundelen

Toch beseft men dat met name de communicatie naar het bedrijfsleven duidelijker kan. Om te voorkomen dat opdrachten misgelopen worden omdat een bedrijf domweg niet de juiste ingang kan vinden. Daarom wordt op dit moment aan een standaardscript gewerkt, waardoor bedrijven aan de hand van een paar vragen bij de juiste organisatie terechtkomen. ,,Maar dat werkt uiteraard alleen maar op basis van goed vertrouwen”, benadrukt Peter Wieringa nogmaals.

Unipartners; ,,Het lijkt wel heel belangrijk om niet alle organisaties in een ruimte te gooien, maar wel om voor bedrijven een ingang te hebben, waarbij men gewoon naar dejuiste organisatie wordt doorgestuurd.”

Tegelijkertijd waren juist de studenten onder de bemiddelaars enthousiast over het inmiddels welhaast mythische Studenten Service Centrum. Deze verzamelplaats voor studentendiensten moet ‘midden in de TU-wijk’ komen. Integrand kijkt ernaar uit. ,,Daar zouden we dan samen met Unipartners en Stud terecht kunnen. Voor ons is het erg belangrijk om een beetje centraal in de TU-wijk te zitten. Maar die onderhandeling duren maar en er is nog steeds niets uitgekomen.”

Het duurt inmiddels zo lang dat Stud minder enthousiast is over de plannen voor het servicecentrum. De uitzenders lijken behoorlijk tevreden met de vers geschilderde ruimtes op het Mijnbouwplein. ,,Wij willen ons duidelijk onafhankelijk van de TU presenteren, en misschien is het dus niet zo’n goed idee om dan in een studenten servicecentrum te gaan zitten. Het is beter om bijvoorbeeld met een postkantoor en een reisbureau een gebouw te delen. Niemand die dan nog denkt dat we van de TU zijn”, aldus De van Schueren.
Negentien gulden

Tot slot waar het uiteraard allemaal niet om gaat: Geld. ,,Je komt bij ons voor de werkervaring. Zo hebben we bijvoorbeeld veel io-projecten gehad waarbij de studenten achteraf zeiden dat ze het nog wel voor niets hadden gedaan. Maar voor allerlei telecomprojecten is het vaak moeilijk om iemand te vinden omdat ze ergens anders gewoon veel meer kunnen verdienen”, verzucht Enno de Lange van Unipartners. Terwijl het er op lijkt dat een student hier behoorlijk betaald wordt. Snoeijers: ,,Het is geen simpel studentenwerk. We beloven geen gouden bergen, maar het wordt zeker goed beloond. Veel beter dan alle domme studentenbaantjes”

Die ‘domme studentenbaantjes’ kun je bij Stud niet vinden: ,,Het is simpel, als je bij ons binnenloopt heb je honderd procent kans op een leuke baan, en vijftig procent dat het nog wat met je studie te maken heeft.” De van Schueren vervolgt:

,,Wij proberen er zoveel mogelijk uit te halen voor de student. Iedereen die hier binnenkomt verdient gewoon minimaal dertien gulden netto per uur. Dan kun je zestien gulden verdienen als je bijvoorbeeld heel goed in Autocad bent. En zelfstandige projecten leveren negentien gulden per uur op.”

Integrand bemoeit zich niet met de stagevergoeding. ,,Wij vragen een bemiddelingssom van de bedrijven, maar de student moet zelf zijn vergoeding regelen.” Supair hanteert weer een andere formule. ,,Het daadwerkelijke detacheren hebben wij bij een extern bureau uitbesteed. Het gaat bij ons alleen om de bemiddeling. Niet dat we er niets aan verdienen: het is commercieel van opzet. Er zit dus een toeslag op de kosten voor het bedrijf die naar ons gaat. Hiervan kan Supair zichzelf bedruipen. Maar je kunt er van uitgaan dat een pas-afgestudeerd ingenieur die via ons gedetacheerd wordt een heel behoorlijk starterssalaris ontvangt.”

Michiel Jansen Klomp heeft net plafonds gewit. Geregeld via Stud. De eerstejaars bouwkunde wil vaker via het studentenuitzendbureau werken. ,,Ik ben wel tevreden met het werk, we konden zelf onze tijd indelen, ja wel een leuk baantje.” En het salaris? ,,Dertien gulden. Daar ben iktevreden mee. Maar dat is ook omdat ik achttien ben en bij een ander uitzendbureau maar negen gulden per uur krijg.”

Vier organisaties houden zich in Delft bezig met het koppelen van studenten aan het bedrijfsleven. Van uitzendbureau tot non-profit detacheerder, allemaal maken ze jacht op hetzelfde wild. Voor student en bedrijfsleven op zijn minst verwarrend. ,,Ik zocht eigenlijk een baantje met wat meer inhoud, maar dit is oké hoor.”

,,Vorig jaar heetten we nog Uniconsult, dat kan een oorzaak van onze onbekendheid zijn.” In de wanorde van een kantoor waar kortgeleden nog werd ingebroken, vertellen twee bestuursleden van het ‘non-profit academisch adviesbureau’ over hun activiteiten.

Wouter Snoeijers: ,,Wij zijn een stichting die als doel heeft om werkervaring te bieden aan studenten. De Kennis in praktijk te brengen en daar ook nog voor betaald te krijgen. Wij zijn dus expliciet geen stagebureau of detacheerder.” Dit concept houdt in dat een bedrijf met een opdracht aanklopt bij Uniconsult, waarna door het bestuur een projectteam wordt samengesteld. Hiervoor beschikken de student-adviseurs over een bestand van zo’n honderdvijftig TU-studenten.

Human resource manager Enno De Lange: ,,Maar meestal zijn het te specifieke opdrachten en moeten we echt actief op zoek naar de juiste studenten bij de opdracht. Zo kregen we een opdracht binnen voor de bepaling van de vermogenscurve van mechanische dampcompressie. Dan ga je naar scheikunde en kijk je op een vakgroep en bij colleges.”

Waarom zou een bedrijf aankloppen bij studenten? Er zijn immers ruim voldoende commerciële adviesbureaus en consultants in Nederland. ,,Wij kunnen concurreren omdat wij studenten in dienst hebben die nog niet afgestudeerd zijn. Terwijl de kwaliteit wel hoog is”, vertelt Snoeijers.

,,Wij voeren dus projecten op fixed-price full service-basis uit. Of dat niet vervelend is voor de concurrentie? Nou, dat valt wel mee, we zitten namelijk niet op dezelfde markt. Wij bedienen vooral het midden- en kleinbedrijf, en die zullen niet snel een commercieel bureau inhuren.”

Toch moeten de studenten van Unipartners er nog wel moeite voor doen om opdrachten binnen te halen. De Lange: ,,In theorie drijven wij voornamelijk op ons netwerk. Dat bestaat uit bedrijven die met ons gewerkt hebben. Verder zijn natuurlijk oud-bestuursleden een prettige bron van opdrachten. Maar wij in Delft moeten wel actief acquireren. Dat komt omdat we relatief kort bestaan en ons netwerk nog te beperkt is. Daarom hebben we bijvoorbeeld afgelopen jaar op een regionale beurs voor het midden- en kleinbedrijf gestaan.”
Werkbriefje

George Arkesteijn komt langs bij studentenuitzendbureau Stud. Het is vrijdagmiddag en hij wil zijn werkbriefje inleveren, zodat zijn salaris aanstaande dinsdag op z’n rekening staat. ,,Ik heb bij het Beeld en Grafisch centrum van de TU drie middagen drukmachines draaiend gehouden. Dat klinkt beter danhet is, want het kwam gewoon neer op zaken als A-viertjes bijvullen.” De student elektrotechniek heeft al hts gedaan en hoopt eigenlijk op een baantje met wat meer inhoud. ,,Maar dit is ook oké hoor.”

Vandaag vervult Joris de van Schueren de intercedenten-rol. Enthousiast pakt hij het declaratieformulier aan, om vervolgens te vertellen over het uitzendbureau.

,,Een project moet interessant zijn en niet al te vervelend. Er hoeft geen link met de TU te bestaan, maar er zitten wel alleen TU-studenten in ons bestand, dus het is eigenlijk gek als de universiteit uitzendkrachten ergens anders vandaan haalt.”

Tegelijkertijd haalt Stud wel opdrachten van buiten de TU binnen. ,,Op dit moment ongeveer vijftig procent van ons werk. En dan praat je over architectenbureaus, Rijkswaterstaat, dat soort zaken. Het is ook wel verleidelijk om op een bepaald moment niet-studenten in te zetten, maar dan gaat het fout. Kijk maar naar Asa, die zijn ook ooit opgericht met mooie doelstellingen, maar nu echt niet meer hét uitzendbureau voor studenten. Kijk, je kunt het wel in je naam zetten dat je voor studenten bent, maar er echt wat aan doen is wat anders. Zo zullen wij nooit vragen aan mensen uit ons bestand of een huisgenoot misschien wel kan werken”, betoogt De van Schueren.

Misschien dat Stud daarom ver boven verwachting van start is gegaan: ,,We hadden gedacht nu ongeveer tweehonderdvijftig uur per week uit te zenden, maar het zijn er al driehonderdvijftig gemiddeld. Dat gaat wel lekker, en er zit ook een stijgende trend in. We zitten nu op ongeveer tien procent van wat ons einddoel, drieduizend uur per week, is.”
Concurrentie

De derde organisatie die zich tussen studenten en het bedrijfsleven positioneert is Integrand. Bekender dan bijvoorbeeld Uniconsult, maar ook weer met een eigen niche binnen het bemiddelingswereldje. Luuk Peeters studeert nu bedrijfskunde in Rotterdam, maar heeft daarvoor werktuigbouw gedaan. Op dit moment is Peeters voorzitter van het Delftse Integrand-bestuur: ,,Integrand is een landelijke bemiddelingsorganisatie voor stages op academisch niveau. Dat kunnen dan zowel gewone als afstudeerstages zijn.”

De Delftse vestiging is inmiddels bijna tien jaar actief. Ook hier benaderen bedrijven de organisatie met specifieke opdrachten. Maar waar bijvoorbeeld Unipartners het hele proces blijft volgen, houdt Integrand zich alleen bezig met het koppelen van student aan bedrijf. ,,Als er bij ons een opdracht binnenkomt, kijken we of die opdrachten academisch en technisch genoeg zijn. Daarna zoeken we er studenten bij”, licht Fannie Ritt toe.

Die studenten kunnen zich altijd gratis inschrijven. Peeters: ,,Ons probleem is dat we te weinig beschikbare studenten voor stages hebben. Waar dat door komt? Te weinig tijd. En je hebt natuurlijk ook op faculteiten vaak stagecoördinatoren waarvan wij concurrentie ondervinden.”

Daar zit meteen het manco van Integrand, de toegevoegde waarde lijkt beperkt. Volgens Peeters valt dat wel mee: ,,Het is nietop alle faculteiten goed geregeld. Wij bieden een alternatief. Verder nemen wij de bemiddeling op ons, zodat het de student een hoop tijd en gedoe kan besparen. Raar probleem daarbij is dat de gemiddelde Delftse student vindt dat je dat maar beter zelf kunt doen, omdat dat beter staat. Maar dat zoeken heeft helemaal geen toegevoegde waarde.”

Vlak naast de door toeristen omzwermde molens van Kinderdijk, is Daniël Tijl bezig met zijn afstuderen. Een io’er bij scheepvaart- en baggerspecialist IHC. ,,Ik ben inmiddels negendejaars en had geen zin om ontzettend lang op zoek te gaan naar een afstudeeropdracht. Bij ons op de faculteit wordt verwacht dat je zelf met iets komt. Toen ben ik bij Integrand langs gegaan.”

Binnen recordtijd kwam de mogelijkheid om bij IHC een bedrijfskundig georiënteerde stage te doen. ,,Er waren nog wel wat gesprekken met het bedrijf nodig, omdat in eerste instantie mijn opdracht niet voldoende io-achtige inhoud had. Maar alles is verder perfect gelopen.”

Dit is wat alle student-bemiddelaars graag horen: ,,Dat is waarvoor ik het doe, dat ik een tevreden bedrijf en student zie”, zegt De van Schueren van Stud. ,,Waarom ik dit ben gaan doen? Ik wilde iets buiten mijn studie, ik was heel erg aan het twijfelen en nadat ik door een huisgenoot was getipt over Integrand, ben ik dit gaan doen. Maar absoluut niet voor m’n cv of zo”, beaamt Peeters.

Dat curriculum vitae vervult nog een belangrijke rol bij het koppelen van studenten aan bedrijven. Verrassend genoeg blijkt het daarbij nog niet altijd even goed gesteld te zijn met de cv-schrijfkwaliteiten van de Delftse student. Unipartners: ,,Wij krijgen nog wel eens een cv binnen waarop de student aangeeft dat hij een 486DX computer heeft.” Ook bij Integrand herkent men het fenomeen. ,,Iemand die het invullen van het belastingformulier van zijn ouders op zijn cv zet. Daar geven wij studenten trouwens nog wel begeleiding in. Wat de meest gemaakte fout is? Delftenaren zetten alle commissies die ze ooit gedaan hebben op hun cv. En dan zonder toelichting. Zet erbij wat je functie en behaalde resultaten zijn geweest. Het is tenslotte toch een verkoopbriefje van jezelf.”
Parkeerplaats

Een uitzonderingspositie in de rij van bemiddelingsorganisaties wordt ingenomen door Supair. Als enige officieel onderdeel van de TU Delft wordt deze niet door studenten maar door betaalde TU-medewerkers gerund.

Oprichter dr.ir. P.A. Wieringa: ,,Ik constateerde een duidelijke behoefte onder afgestudeerde ingenieurs. Niet zozeer bij het vinden van een baan, maar bij het verruimen van de mogelijkheden. Wij bieden een betere afstemming tussen het einde van de studie en het vinden van een leuke werkomgeving.”

Supair is in het gat van drie maanden gedoken, wat zich gemiddeld tussen afstuderen en het vinden van een baan zit. ,,Dat gat is sinds het invoeren van zaken als de tempobeurs nadrukkelijker aanwezig. Studenten hebben steeds minder tijd om zich in de breedte te ontwikkelen en ook hun kijk op huntoekomstige werkomgeving te verbreden.” De organisatie biedt afgestudeerde ingenieurs een ‘parkeerplaats’ waarmee het gat kan worden gevuld. ,,Je kunt naar een ordinair uitzendbureau stappen, maar wij denken toch een duidelijke meerwaarde te bieden. Maar nogmaals, wij voeren die projecten niet zelf uit, en dat is een duidelijk verschil met bijvoorbeeld Unipartners. Wel is het zo, dat onder duidelijke voorwaarden de TU ondersteuning kan bieden.”
Spanningsveld

Vier organisaties, met ieder eigen acquisitie, bestuurtjes, verschillende telefoonnummers en eigenlijk hetzelfde doel: student en arbeidsmarkt koppelen. Wieringa van Supair hierover: ,,Er zit natuurlijk een spanningsveld tussen onze activiteiten. Maar in een aantal gezamenlijke gesprekken hebben we denk ik heel goed onze onderlinge positie aangegeven. Zo doet Integrand nog wel eens projecten die vlak na het afstuderen zitten. Je kunt je dan afvragen of zo’n student niet eigenlijk via Supair zou moeten werken. We hebben dan ook afgesproken dat Integrand zo’n bedrijf naar ons doorstuurt en dat Integrand de normale bemiddelingsvergoeding krijgt. Dan maakt het voor hun niks uit en plaats je de activiteit onder de juiste noemer.”

Ook bij Unipartners haast men zich om duidelijk te maken dat er ‘absoluut geen problemen tussen de vier zijn’. Wouter Snoeijers: ,,We moeten er wel telkens naar buiten toe op hameren dat we geen stagebureau zijn. Wij verkopen kennis, dat is een essentieel verschil met bijvoorbeeld Integrand. Bij een stage moet een bedrijf vaak veel tijd steken in de begeleiding van een student, dat hoeft bij ons niet. Unipartners blijft gedurende het hele project duidelijk tussen bedrijf en student instaan. We zijn dan ook verantwoordelijk voor de resultaten en moeten natuurlijk zorgen dat de kwaliteit en daarmee onze goede naam bewaard blijft.”

De van Schueren: ,,Ik denk niet dat het gek is dat er vier verschillende organisaties zijn, we zitten allemaal op ons eigen vlak. Een eventueel samengaan zou ten koste gaan van de herkenbaarheid van ons product. Verder hebben we het toch over een andere schaal. Wij draaien, als we de doelstellingen bereiken, een omzet van vier, vijf miljoen gulden per jaar. Dat zijn zeg maar Virgiel en het Corps samen. En ik weet niet wat de omzetten van Unipartners en Integrand zijn, maar volgens mij is het verschil wel duidelijk…”
Bundelen

Toch beseft men dat met name de communicatie naar het bedrijfsleven duidelijker kan. Om te voorkomen dat opdrachten misgelopen worden omdat een bedrijf domweg niet de juiste ingang kan vinden. Daarom wordt op dit moment aan een standaardscript gewerkt, waardoor bedrijven aan de hand van een paar vragen bij de juiste organisatie terechtkomen. ,,Maar dat werkt uiteraard alleen maar op basis van goed vertrouwen”, benadrukt Peter Wieringa nogmaals.

Unipartners; ,,Het lijkt wel heel belangrijk om niet alle organisaties in een ruimte te gooien, maar wel om voor bedrijven een ingang te hebben, waarbij men gewoon naar dejuiste organisatie wordt doorgestuurd.”

Tegelijkertijd waren juist de studenten onder de bemiddelaars enthousiast over het inmiddels welhaast mythische Studenten Service Centrum. Deze verzamelplaats voor studentendiensten moet ‘midden in de TU-wijk’ komen. Integrand kijkt ernaar uit. ,,Daar zouden we dan samen met Unipartners en Stud terecht kunnen. Voor ons is het erg belangrijk om een beetje centraal in de TU-wijk te zitten. Maar die onderhandeling duren maar en er is nog steeds niets uitgekomen.”

Het duurt inmiddels zo lang dat Stud minder enthousiast is over de plannen voor het servicecentrum. De uitzenders lijken behoorlijk tevreden met de vers geschilderde ruimtes op het Mijnbouwplein. ,,Wij willen ons duidelijk onafhankelijk van de TU presenteren, en misschien is het dus niet zo’n goed idee om dan in een studenten servicecentrum te gaan zitten. Het is beter om bijvoorbeeld met een postkantoor en een reisbureau een gebouw te delen. Niemand die dan nog denkt dat we van de TU zijn”, aldus De van Schueren.
Negentien gulden

Tot slot waar het uiteraard allemaal niet om gaat: Geld. ,,Je komt bij ons voor de werkervaring. Zo hebben we bijvoorbeeld veel io-projecten gehad waarbij de studenten achteraf zeiden dat ze het nog wel voor niets hadden gedaan. Maar voor allerlei telecomprojecten is het vaak moeilijk om iemand te vinden omdat ze ergens anders gewoon veel meer kunnen verdienen”, verzucht Enno de Lange van Unipartners. Terwijl het er op lijkt dat een student hier behoorlijk betaald wordt. Snoeijers: ,,Het is geen simpel studentenwerk. We beloven geen gouden bergen, maar het wordt zeker goed beloond. Veel beter dan alle domme studentenbaantjes”

Die ‘domme studentenbaantjes’ kun je bij Stud niet vinden: ,,Het is simpel, als je bij ons binnenloopt heb je honderd procent kans op een leuke baan, en vijftig procent dat het nog wat met je studie te maken heeft.” De van Schueren vervolgt:

,,Wij proberen er zoveel mogelijk uit te halen voor de student. Iedereen die hier binnenkomt verdient gewoon minimaal dertien gulden netto per uur. Dan kun je zestien gulden verdienen als je bijvoorbeeld heel goed in Autocad bent. En zelfstandige projecten leveren negentien gulden per uur op.”

Integrand bemoeit zich niet met de stagevergoeding. ,,Wij vragen een bemiddelingssom van de bedrijven, maar de student moet zelf zijn vergoeding regelen.” Supair hanteert weer een andere formule. ,,Het daadwerkelijke detacheren hebben wij bij een extern bureau uitbesteed. Het gaat bij ons alleen om de bemiddeling. Niet dat we er niets aan verdienen: het is commercieel van opzet. Er zit dus een toeslag op de kosten voor het bedrijf die naar ons gaat. Hiervan kan Supair zichzelf bedruipen. Maar je kunt er van uitgaan dat een pas-afgestudeerd ingenieur die via ons gedetacheerd wordt een heel behoorlijk starterssalaris ontvangt.”

Michiel Jansen Klomp heeft net plafonds gewit. Geregeld via Stud. De eerstejaars bouwkunde wil vaker via het studentenuitzendbureau werken. ,,Ik ben wel tevreden met het werk, we konden zelf onze tijd indelen, ja wel een leuk baantje.” En het salaris? ,,Dertien gulden. Daar ben iktevreden mee. Maar dat is ook omdat ik achttien ben en bij een ander uitzendbureau maar negen gulden per uur krijg.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.