De samenwerking met andere hogescholen in de regio is al intensief, met de TU Delft nog niet. Maar dat kan veranderen, denkt collegevoorzitter Ton Ouwerkerk van de Hogeschool Leiden.
Als de andere hogescholen ideeen hebben geleverd, wil Leiden graag meedoen.
De huisvesting van de Leidse hogeschool, vlakbij het Leidse academisch ziekenhuis LUMC, is een architectonisch hoogstandje. Van buiten oogt ze door het vele hout tamelijk warm, van binnen is ze een toonbeeld van publieksvriendelijkheid. Wijde gangen, veel open ruimtes en overal tafels met pc’s en I-Macs, waarachter studenten soms alleen, soms in groepjes zitten te werken. Een fraaie inpandige loopbrug verbindt het nieuwe gedeelte met het gerenoveerde oude gedeelte, dat het college van bestuur met zijn staf herbergt. De vorig jaar gereedgekomen nieuwbouw is de kroon op het fusieproces van de Hogeschool Leiden. Inmiddels telt de school 350 medewerkers en 3500 studenten, die voornamelijk opleidingen in de kwartaire sector volgen: verpleegkunde, fysiotherapie, sociaal-juridische dienstverlening en pedagogische opleidingen. Vroegere analistenscholen zijn nu omgevormd tot goed uitgeruste chemische en medisch-biologische opleidingen. Ze vormen de enige raakvlakken met het opleidingenaanbod van de TU. ,,We staan een beetje aan de zijlijn bij het samenwerkingsverband met de TU”, aldus collegevoorzitter Ton Ouwerkerk. ,,Vooral Den Haag en Rijswijk moeten samen met de TU ideeën ontwikkelen. Als die ideeën uitgewerkt zijn, gaan wij meepraten.”
Nu het interne fusieproces afgesloten is, vindt de Hogeschool Leiden het tijd om ‘naar buiten’ te kijken, zegt Ouwerkerk. Met de hogescholen van Den Haag en Rijswijk ging Leiden al een verregaand samenwerkingsverband aan, dat uitmondde in een gezamenlijke holding. Ouwerkerk: ,,Samen bestrijken we de markt in de regio Rijnstreek en Haaglanden. We kunnen onze maatschappelijke functie – met name in de aanpak van de grote stedenproblematiek – beter vervullen door samenwerking dan door concurrentie.” Een goed voorbeeld zijn de afspraken over de vestiging van een informatica-opleiding in Leiden. ,,Deze regio schreeuwt om meer techniek, economie en informatica. We beginnen nu informatiekunde en commerciële economie in nauwe samenwerking met de Haagse Hogeschool. Dat zou een aantal jaar geleden ondenkbaar zijn geweest.” Met goedkeuring van de holdingpartners zou er ook meer technisch onderwijs in Leiden kunnen komen. ,,Maatschappelijk is er een grote vraag naar de nieuwe, breed opgeleide ingenieur. Maar de animo onder jongeren voor zware techniek neemt af en de investeringen zijn groot.”
Het samenwerkingsverband met de TU is een stuk losser dan dat van de hogescholen onderling, maar Ouwerkerk verwacht er veel van. ,,Ik heb een college ontmoet dat open staat voor nieuwe ideeën. Met papier alleen verander je de wereld natuurlijk niet. De verschillen in organisatiecultuur, inhoud en vorm van het onderwijs zijn groot en bovendien kennen wij geen onderzoek. Daardoor is het soms verrekte moeilijk iets te willen met elkaar. Uiteindelijk is het belangrijkste te bepalen wat je opgave is en waar de maatschappij behoefte aan heeft. De structuren volgen dan wel.”
De samenwerking met andere hogescholen in de regio is al intensief, met de TU Delft nog niet. Maar dat kan veranderen, denkt collegevoorzitter Ton Ouwerkerk van de Hogeschool Leiden. Als de andere hogescholen ideeen hebben geleverd, wil Leiden graag meedoen.
De huisvesting van de Leidse hogeschool, vlakbij het Leidse academisch ziekenhuis LUMC, is een architectonisch hoogstandje. Van buiten oogt ze door het vele hout tamelijk warm, van binnen is ze een toonbeeld van publieksvriendelijkheid. Wijde gangen, veel open ruimtes en overal tafels met pc’s en I-Macs, waarachter studenten soms alleen, soms in groepjes zitten te werken. Een fraaie inpandige loopbrug verbindt het nieuwe gedeelte met het gerenoveerde oude gedeelte, dat het college van bestuur met zijn staf herbergt. De vorig jaar gereedgekomen nieuwbouw is de kroon op het fusieproces van de Hogeschool Leiden. Inmiddels telt de school 350 medewerkers en 3500 studenten, die voornamelijk opleidingen in de kwartaire sector volgen: verpleegkunde, fysiotherapie, sociaal-juridische dienstverlening en pedagogische opleidingen. Vroegere analistenscholen zijn nu omgevormd tot goed uitgeruste chemische en medisch-biologische opleidingen. Ze vormen de enige raakvlakken met het opleidingenaanbod van de TU. ,,We staan een beetje aan de zijlijn bij het samenwerkingsverband met de TU”, aldus collegevoorzitter Ton Ouwerkerk. ,,Vooral Den Haag en Rijswijk moeten samen met de TU ideeën ontwikkelen. Als die ideeën uitgewerkt zijn, gaan wij meepraten.”
Nu het interne fusieproces afgesloten is, vindt de Hogeschool Leiden het tijd om ‘naar buiten’ te kijken, zegt Ouwerkerk. Met de hogescholen van Den Haag en Rijswijk ging Leiden al een verregaand samenwerkingsverband aan, dat uitmondde in een gezamenlijke holding. Ouwerkerk: ,,Samen bestrijken we de markt in de regio Rijnstreek en Haaglanden. We kunnen onze maatschappelijke functie – met name in de aanpak van de grote stedenproblematiek – beter vervullen door samenwerking dan door concurrentie.” Een goed voorbeeld zijn de afspraken over de vestiging van een informatica-opleiding in Leiden. ,,Deze regio schreeuwt om meer techniek, economie en informatica. We beginnen nu informatiekunde en commerciële economie in nauwe samenwerking met de Haagse Hogeschool. Dat zou een aantal jaar geleden ondenkbaar zijn geweest.” Met goedkeuring van de holdingpartners zou er ook meer technisch onderwijs in Leiden kunnen komen. ,,Maatschappelijk is er een grote vraag naar de nieuwe, breed opgeleide ingenieur. Maar de animo onder jongeren voor zware techniek neemt af en de investeringen zijn groot.”
Het samenwerkingsverband met de TU is een stuk losser dan dat van de hogescholen onderling, maar Ouwerkerk verwacht er veel van. ,,Ik heb een college ontmoet dat open staat voor nieuwe ideeën. Met papier alleen verander je de wereld natuurlijk niet. De verschillen in organisatiecultuur, inhoud en vorm van het onderwijs zijn groot en bovendien kennen wij geen onderzoek. Daardoor is het soms verrekte moeilijk iets te willen met elkaar. Uiteindelijk is het belangrijkste te bepalen wat je opgave is en waar de maatschappij behoefte aan heeft. De structuren volgen dan wel.”
Comments are closed.