Onderwijs

Hogescholen mogen wetenschappelijk onderwijs geven

Als minister Hermans zijn zin krijgt, kunnen hogescholen hun opleidingen over een paar jaar laten aanmerken als wetenschappelijk onderwijs.Andersom mogen universiteiten dan ook hbo-opleidingen geven.

br />
Hermans doet dit voorstel in een notitie over de invoering van het bachelor-mastermodel. Volgens hem kunnen hogescholen en universiteiten met dat model beter inspelen op de gevarieerde behoefte aan onderwijs. Bovendien kunnen zij de groeiende internationale concurrentie beter aan.

Vanwege die internationale concurrentie kan het bachelor-mastermodel niet worden ingevoerd zonder kwaliteitskeurmerken, stelt Hermans. Met die keurmerken wil de minister de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland beter over het voetlicht brengen.

Een voorstel over die keurmerken stuurde Hermans al in juli naar de Tweede Kamer. Daaraan voegt hij nu iets toe. Als hogescholen opleidingen hebben met genoeg academisch gewicht, dan kunnen zij daarvoor het keurmerk voor het wetenschappelijk onderwijs krijgen. Universiteiten kunnen voor studies het hbo-keurmerk aanvragen.

Of een opleiding een hbo- of een wo-keurmerk verdient, moet niet afhangen van de status van de instelling die de opleiding verzorgt, betoogt Hermans. Slechts de inhoud (wetenschappelijk of beroepsgericht) en de kwaliteit moeten doorslaggevend zijn.

Bij de invoering van het bachelor-mastermodel volgt Hermans in grote lijnen het advies dat hij in juli van de commissie-Rinnooy Kan kreeg. Dat betekent onder meer dat hij geen extra geld uittrekt voor masteropleidingen, noch in het hbo, noch in het wo.

Toch kan het hoger onderwijs nog hopen op extra geld voor de invoering van het bachelor-mastermodel. Hermans laat desgevraagd doorschemeren het kabinet wellicht met geld over de brug komt als het hoger onderwijs met uitgewerkte plannen komt.

Voorlopig wil Hermans echter uitsluitend meebetalen aan enkele experimenten met universitaire topmasteropleidingen. Die opleidingen voor ‘excellente’ studenten moeten volgens hem de ’toppen op de hoogvlakte’ van het Nederlandse hoger onderwijs worden.

Alleen voor die topmasters komt er een strenge selectie. Wie een ‘gewone’ master wil volgen, krijgt het minder zwaar. De toelatingseisen daarvoor zullen doorgaans samenvallen met het eindniveau van de bachelorfase.

Als minister Hermans zijn zin krijgt, kunnen hogescholen hun opleidingen over een paar jaar laten aanmerken als wetenschappelijk onderwijs.

Andersom mogen universiteiten dan ook hbo-opleidingen geven.

Hermans doet dit voorstel in een notitie over de invoering van het bachelor-mastermodel. Volgens hem kunnen hogescholen en universiteiten met dat model beter inspelen op de gevarieerde behoefte aan onderwijs. Bovendien kunnen zij de groeiende internationale concurrentie beter aan.

Vanwege die internationale concurrentie kan het bachelor-mastermodel niet worden ingevoerd zonder kwaliteitskeurmerken, stelt Hermans. Met die keurmerken wil de minister de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland beter over het voetlicht brengen.

Een voorstel over die keurmerken stuurde Hermans al in juli naar de Tweede Kamer. Daaraan voegt hij nu iets toe. Als hogescholen opleidingen hebben met genoeg academisch gewicht, dan kunnen zij daarvoor het keurmerk voor het wetenschappelijk onderwijs krijgen. Universiteiten kunnen voor studies het hbo-keurmerk aanvragen.

Of een opleiding een hbo- of een wo-keurmerk verdient, moet niet afhangen van de status van de instelling die de opleiding verzorgt, betoogt Hermans. Slechts de inhoud (wetenschappelijk of beroepsgericht) en de kwaliteit moeten doorslaggevend zijn.

Bij de invoering van het bachelor-mastermodel volgt Hermans in grote lijnen het advies dat hij in juli van de commissie-Rinnooy Kan kreeg. Dat betekent onder meer dat hij geen extra geld uittrekt voor masteropleidingen, noch in het hbo, noch in het wo.

Toch kan het hoger onderwijs nog hopen op extra geld voor de invoering van het bachelor-mastermodel. Hermans laat desgevraagd doorschemeren het kabinet wellicht met geld over de brug komt als het hoger onderwijs met uitgewerkte plannen komt.

Voorlopig wil Hermans echter uitsluitend meebetalen aan enkele experimenten met universitaire topmasteropleidingen. Die opleidingen voor ‘excellente’ studenten moeten volgens hem de ’toppen op de hoogvlakte’ van het Nederlandse hoger onderwijs worden.

Alleen voor die topmasters komt er een strenge selectie. Wie een ‘gewone’ master wil volgen, krijgt het minder zwaar. De toelatingseisen daarvoor zullen doorgaans samenvallen met het eindniveau van de bachelorfase.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.