Opinie

Hoe Roel Pieper joeg op een hersenschim

De broncode kan linea recta door naar Hollywood. Het verhaal over de grote zakenman Roel Pieper en de kleine uitvinder Jan Sloot bevat alle ingrediënten voor een stevige thriller.

Misschien moeten de halfontklede dame op pagina 58 en de achtervolgingsscÈne op pagina 248 wat uitgewerkt worden, maar verder zie je het zo voor je. Hoofdpersoon is een televisiereparateur uit Nieuwegein, Jan Sloot (een rol die geknipt is voor Dustin Hoffman of John Malkovich). Hij heeft een uitvinding gedaan die de hele informatietechnologie omver zal gooien. Dat trekt de aandacht van steeds meer zakenlieden van uiteenlopend allooi. De excentrieke en onbetrouwbare Leon Sterk (Christopher Walken) is in 1998 de eerste. De Italiaanse pakken dragende ex-slager Bart van Rheenen (Donald Sutherland, met dun snorretje) weet Jan Sloot uit diens tentakels te bevrijden en haalt bedrijvendokter Marcel Boekhoorn erbij, bijgenaamd ‘de Vlo’ (Harvey Keitel).

Hoger en hoger in de zakenwereld komen we, tot aan niemand minder dan Roel Pieper (Steven Seagal of Jean-Claude van Damme), die maar weer eens laat zien dat hij sneller denkt dan zijn schaduw. De waarschuwingen van de gelouterde, hippieachtige investeerder Eckart Wintzen (een opmerkelijke bijrol van Sean Connery) slaat Pieper in de wind, en hij laat zijn baantje in de raad van bestuur van Philips schieten om rijk te worden aan Sloots uitvinding.

Langzaam maar zeker wordt de kleine, neurotische uitvinder vermorzeld door al die kordate zakenlieden. Met uitzondering van Leo Mierop (Danny DeVito), de kettingrokende keukenhandelaar uit Rockanje, vertrouwt hij niemand meer. Een dag voordat hij eindelijk de financiële vruchten van zijn werk zal gaan plukken, wordt Jan Sloot dood gevonden. Zijn ‘uitvinding van de eeuw’ neemt hij mee in zijn graf; al zijn aantekeningen zijn verdwenen. Zoon Ben (Brad Pitt) is ervan overtuigd dat zijn vader vermoord is, omdat iemand wilde voorkomen dat de uitvinding op de markt zou komen. Of zou het toch zelfmoord zijn, omdat de uitvinder al die tijd de boel heeft zitten flessen? Aftiteling.

Eric Smit, de redacteur van het zakentijdschrift Quote die vier jaar uittrok voor dit ijzersterke verhaal, heeft een gouden pennetje, zodat je ‘De broncode’ in één adem uitleest. Dat het, zo niet helemaal dan toch wel grotendeels, op waarheid berust, maakt het extra spannend. Het is onthutsend om te zien hoe gerenommeerde, technisch onderlegde zakenlieden kwijlend achter een vinding aanliepen die nauwelijks een hoger werkelijkheidsgehalte had dan een perpetuum mobile.

Sloot beweerde een hele speelfilm verliesvrij te kunnen versleutelen tot een bestand van niet meer dan een kilobyte, wat neer zou komen op datacompressie met een factor twee miljoen. Het zou betekenen dat videorecorders en dvd-spelers naar de schroothoop konden en breedbandnetwerken in een klap waardeloos zouden worden.

Het wonderbaarlijke is dat de Nieuwegeinse televisiereparateur een demonstratieapparaatje had gemaakt om zijn absurde claims te ondersteunen, en dat leek waarachtig echt te werken. Niemand mocht in het kastje kijken en over de werking van het ‘Sloot Digital Coding System’ liet de geestelijk vader zich alleen uit in uiterst vage bewoordingen. Niettemin sleepte Roel Pieper hem mee naar Amerikaanse topindustriëlen zoals Charles Wang. Tom Perkins, ’s werelds grootste risico-investeerder, kwam zelfs speciaal naar Nederland. Na de dood van Sloot bleek het geheimzinnige kastje onvindbaar.

Het verhaal van Jan Sloot en Roel Pieper was door Eric Smit al grotendeels eerder in Quote aan de grote klok gehangen. Het boek is een uitbreiding en afronding. Het is met de nodige branie opgeschreven en de weergave van dialogen zal vast met enige vrijheid zijn gebeurd, maar het bevat zo veel details en bewijsmateriaal (onder andere een aantal, overigens beroerd gedrukte, foto’s) dat aan de kern van het verhaal nauwelijks te ontkomen valt.

Roel Pieper, tegenwoordig hoogleraar aan de Universiteit Twente, staat er van alle figuren in deze hightech realitythriller het meest gekleurd op. Hij heeft in de vorm van een apart hoofdstuk zelfs een eigen minibiografie gekregen die, hoe ontluisterend ook, de vaart uit het verhaal haalt en ook het niveau schaadt. Dat er vanuit huize-Pieper, geheel tegen de gewoonte in, weinig substantieel tegengeluid komt, terwijl van ‘De broncode’ al bijna twintigduizend exemplaren zijn verkocht en er ook nog eens twee Netwerk-uitzendingen aan zijn gewijd, zegt echter waarschijnlijk wel iets. Hoewel, bij Pieper weet je het nooit. Die man denkt zó snel.

Eric Smit: De broncode. Podium, Amsterdam 2004. ISBN 90 5759 156 1. 328 pagina’s, € 18,50.

www.debroncode.nl

Misschien moeten de halfontklede dame op pagina 58 en de achtervolgingsscÈne op pagina 248 wat uitgewerkt worden, maar verder zie je het zo voor je. Hoofdpersoon is een televisiereparateur uit Nieuwegein, Jan Sloot (een rol die geknipt is voor Dustin Hoffman of John Malkovich). Hij heeft een uitvinding gedaan die de hele informatietechnologie omver zal gooien. Dat trekt de aandacht van steeds meer zakenlieden van uiteenlopend allooi. De excentrieke en onbetrouwbare Leon Sterk (Christopher Walken) is in 1998 de eerste. De Italiaanse pakken dragende ex-slager Bart van Rheenen (Donald Sutherland, met dun snorretje) weet Jan Sloot uit diens tentakels te bevrijden en haalt bedrijvendokter Marcel Boekhoorn erbij, bijgenaamd ‘de Vlo’ (Harvey Keitel).

Hoger en hoger in de zakenwereld komen we, tot aan niemand minder dan Roel Pieper (Steven Seagal of Jean-Claude van Damme), die maar weer eens laat zien dat hij sneller denkt dan zijn schaduw. De waarschuwingen van de gelouterde, hippieachtige investeerder Eckart Wintzen (een opmerkelijke bijrol van Sean Connery) slaat Pieper in de wind, en hij laat zijn baantje in de raad van bestuur van Philips schieten om rijk te worden aan Sloots uitvinding.

Langzaam maar zeker wordt de kleine, neurotische uitvinder vermorzeld door al die kordate zakenlieden. Met uitzondering van Leo Mierop (Danny DeVito), de kettingrokende keukenhandelaar uit Rockanje, vertrouwt hij niemand meer. Een dag voordat hij eindelijk de financiële vruchten van zijn werk zal gaan plukken, wordt Jan Sloot dood gevonden. Zijn ‘uitvinding van de eeuw’ neemt hij mee in zijn graf; al zijn aantekeningen zijn verdwenen. Zoon Ben (Brad Pitt) is ervan overtuigd dat zijn vader vermoord is, omdat iemand wilde voorkomen dat de uitvinding op de markt zou komen. Of zou het toch zelfmoord zijn, omdat de uitvinder al die tijd de boel heeft zitten flessen? Aftiteling.

Eric Smit, de redacteur van het zakentijdschrift Quote die vier jaar uittrok voor dit ijzersterke verhaal, heeft een gouden pennetje, zodat je ‘De broncode’ in één adem uitleest. Dat het, zo niet helemaal dan toch wel grotendeels, op waarheid berust, maakt het extra spannend. Het is onthutsend om te zien hoe gerenommeerde, technisch onderlegde zakenlieden kwijlend achter een vinding aanliepen die nauwelijks een hoger werkelijkheidsgehalte had dan een perpetuum mobile.

Sloot beweerde een hele speelfilm verliesvrij te kunnen versleutelen tot een bestand van niet meer dan een kilobyte, wat neer zou komen op datacompressie met een factor twee miljoen. Het zou betekenen dat videorecorders en dvd-spelers naar de schroothoop konden en breedbandnetwerken in een klap waardeloos zouden worden.

Het wonderbaarlijke is dat de Nieuwegeinse televisiereparateur een demonstratieapparaatje had gemaakt om zijn absurde claims te ondersteunen, en dat leek waarachtig echt te werken. Niemand mocht in het kastje kijken en over de werking van het ‘Sloot Digital Coding System’ liet de geestelijk vader zich alleen uit in uiterst vage bewoordingen. Niettemin sleepte Roel Pieper hem mee naar Amerikaanse topindustriëlen zoals Charles Wang. Tom Perkins, ’s werelds grootste risico-investeerder, kwam zelfs speciaal naar Nederland. Na de dood van Sloot bleek het geheimzinnige kastje onvindbaar.

Het verhaal van Jan Sloot en Roel Pieper was door Eric Smit al grotendeels eerder in Quote aan de grote klok gehangen. Het boek is een uitbreiding en afronding. Het is met de nodige branie opgeschreven en de weergave van dialogen zal vast met enige vrijheid zijn gebeurd, maar het bevat zo veel details en bewijsmateriaal (onder andere een aantal, overigens beroerd gedrukte, foto’s) dat aan de kern van het verhaal nauwelijks te ontkomen valt.

Roel Pieper, tegenwoordig hoogleraar aan de Universiteit Twente, staat er van alle figuren in deze hightech realitythriller het meest gekleurd op. Hij heeft in de vorm van een apart hoofdstuk zelfs een eigen minibiografie gekregen die, hoe ontluisterend ook, de vaart uit het verhaal haalt en ook het niveau schaadt. Dat er vanuit huize-Pieper, geheel tegen de gewoonte in, weinig substantieel tegengeluid komt, terwijl van ‘De broncode’ al bijna twintigduizend exemplaren zijn verkocht en er ook nog eens twee Netwerk-uitzendingen aan zijn gewijd, zegt echter waarschijnlijk wel iets. Hoewel, bij Pieper weet je het nooit. Die man denkt zó snel.

Eric Smit: De broncode. Podium, Amsterdam 2004. ISBN 90 5759 156 1. 328 pagina’s, € 18,50.

www.debroncode.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.