De Russische oorlog in Oekraïne heeft een eind gemaakt aan een tijdperk van goedkope fossiele brandstof. Maakt Europa haast met duurzame energie of grijpt het terug op kolen?
Energiebeleid staat plotseling hoog op de Europese politieke agenda. Politici zijn zich er bewust van geworden dat import van olie en gas uit Rusland de oorlog in Oekraïne aanwakkert. Ondertussen gaan de energieprijzen, die al hoog waren sinds de economische opleving na de coronapandemie, door het dak. Veel huishoudens hebben moeite hun energierekening te voldoen. Buiten Europa leiden hoge brandstofprijzen tot sociale onrust en wordt kunstmest voor boeren onbetaalbaar, met alle risico’s voor de voedselveiligheid.
Op de lange termijn vallen energiezekerheid en verduurzaming van de energievoorziening samen. Want een groter aandeel duurzame energie uit zon en wind maakt Europa minder afhankelijk van energie-import van vaak dubieuze regimes. Maar op dit moment staat Europa op een splitsing, schrijft New Scientist in een recente analyse (26 maart 2022, The first global energy crisis).
Door alleen op energiezekerheid te sturen, kan Europa ervoor kiezen om kolencentrales langer open te houden of te heropenen, wat haaks staat op het Europese klimaatbeleid. Ook kan Europa ervoor kiezen om het aardgas ergens anders vandaan te halen en Gazprom in te ruilen voor import van vloeibaar gas (LNG). Ook dat heeft nare consequenties voor het klimaat omdat de stijgende LNG-prijzen er in Azië toe zullen leiden dat men daar overstapt op kolen, aldus New Scientist.
Verduurzaming aan de andere kant is het meest gebaat bij ‘grote vooruitgang in energie efficiëntie, opschaling van hernieuwbare energiebonnen, elektrische auto’s, waterstof en kleine modulaire kernreactoren’, aldus IEA-directeur Fatih Birol in hetzelfde artikel. Maar die transitie kost tijd.
‘Deze crisis is echt’
De energietransitie is vooral gebaat bij politieke vastberadenheid, vindt de Franse econoom, diplomaat en klimaatonderhandelaar Laurence Tubiana. Het Delft Energy Initiative had haar uitgenodigd voor een online lezing in de serie Meet the Energy Leaders op woensdag 13 april.
“De Europese Green Deal is een vredesproject”, zei Tubiana. “De politieke giftigheid van Russische fossiele brandstoffen zou ons moeten motiveren om de verduurzaming van de Europese energievoorziening te versnellen. Niet alleen voor het klimaat, maar ook om niet langer bij te dragen aan Poetins brute oorlog.”
“Europa zou Oekraïne moeten steunen met haar klimaatbeleid en met een klimaatalliantie”, aldus Tubiana. Omdat klimaatbeleid verweven is geraakt met energiezekerheid, verwacht Tubiana “nog voor de zomer” een Europese sanctie tegen olie-import uit Rusland en maatregelen om het gasgebruik te verminderen om import van Russisch gas te beëindigen.
“Politieke leiders hebben te lang geprobeerd om hun burgers te beschermen tegen de gevolgen van de oorlog in Oekraine”, zei Tubiana. “Maar deze crisis is echt. Het is net als de energiecrisis uit 1972 en we zullen er op dezelfde manier mee om moeten gaan.”
Op de vraag hoe Europa zich moet voorbereiden op de volgende winter antwoordde Tubiana met een vierstappenplan:
- De energietransitie van fossiele naar duurzame energie versnellen
- Vooral niet teruggrijpen op steenkool
- De energievraag terugbrengen door burgers (minder rijden, thermostaat lager), overheden en bedrijfsleven (verminder verwarming en verlichting in kantoorgebouwen).
- Heldere communicatie van politieke leiders dat de energiecrisis reëel is en dat daar ieders inzet voor nodig is. Net als in 1972 toen de autoloze zondag werd ingevoerd. Ook moeten overheden mensen helpen die door de hoge energieprijzen in financiële problemen komen om de maatschappelijke steun te behouden.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.