Ongecategoriseerd

Hoe het stromingslab de boel gaande houdt

Werktuigbouwers zijn graag praktisch bezig. Aan het begin van de coronacrisis lag al het labwerk stil, nu is dat voor 80% hervat. Hoe doen ze dat bij 3mE?

Edwin Overmars moet studenten vragen later terug te komen voor de laserhal. (Foto: Jos Wassink)

Eindeloos lange buizen, krachtige lasers, en daartussendoor verdwaald tafeltjes om aan te werken. Zelfs de decaan kreeg tijdens de coronacrisis de indruk dat het laboratoriumonderzoek in zijn faculteit grotendeels stil was komen te liggen.

Maar volgens de mensen uit het stromingslab (afdeling process & energy) is het meeste werk in het laboratorium inmiddels weer hervat. Hoogleraren Jerry Westerweel en Christiaan Poelma willen samen met technisch assistent Edwin Overmars graag laten zien hoe dat werkt.

Het uitgangspunt was om uitloop en studievertraging te voorkomen, vertelt Overmars. Of dat helemaal gelukt is, valt niet te zeggen. Wel is hem de blijdschap bijgebleven van studenten toen ze weer aan de slag konden in het lab.

Momenteel werken er 13 promovendi in het lab, meestal aan hun eigen opstelling. Daarnaast zijn er vier afstudeerders actief en lopen er drie bachelor eindprojecten. Van die BEPs zijn hooguit twee studenten aanwezig in het lab, de rest moet het doen met de uitwerking. Al met al draait het lab naar schatting van de medewerkers op 80% van de normale capaciteit. Hoe kan dat?

Westerweel is blij dat de decaan de uitwerking van de coronamaatregelen aan de afdelingen heeft overgelaten zodat er maatwerk geleverd kon worden waarbij studenten en promovendi betrokken zijn in de afspraken. Prioriteit lag bij promovendi, afstudeerders en BEPs in verband met de studieplanning.

Praktisch gezien betekende de hervatting van activiteit in het lab dat er een BHV-er beschikbaar moest zijn, en dat er steeds een staflid aanwezig moest zijn voor toezicht. Er zijn roosters gemaakt en studenten moeten meer dan voorheen hun practicum thuis voorbereiden.

Wat kunnen anderen hiervan leren? Westerweel maakt graag gebruik van de creativiteit van promovendi voor het delen van faciliteiten of apparatuur. Verder is het belangrijk om de sfeer goed te houden. “In tijden als deze, onder extra druk, is het belangrijk om iets voor elkaar over te hebben. Dat doen wij al jaren zo”, aldus Westerweel. “Samenwerken is toch een fluïde geheel.”

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.