Hoofddorp heeft in twintig jaar tijd een gedaanteverwisseling ondergaan. Fotograaf Theo Baart legde die ruimtelijke ontwikkeling vast. Zijn foto’s zijn te zien in het Nederlands Architectuurinstituut (NAi). ,,Heel Nederland lijkt op Hoofddorp”, vindt Baart.
Vroeger, toen Hoofddorp nog een dorp was, hadden de boerderijen namen als Bouwlust, De Landman, Graan voor Visch, Klein Amerika, Het Omgekeerde Land, Onvermoeid Vooruit en Graanlust. Vooroorlogse namen waaruit poëzie, kracht en optimisme spreekt. Dat was niet misplaatst, want de akkerbouwers in de Haarlemmermeer hadden weinig te klagen. Todat luchthaven Schiphol zijn vleugels ging uitslaan en Hoofddorp een groeistad werd. De akkerbouwers werden riant uitgekocht, maar moesten wel wijken.
Namen zijn niet zomaar labels; er zitten beloften en verwachtingen in opgesloten, ook normen en waarden, en dat alles verchroomd in de waan van de dag. Eigentijdse namen vind je niet meer op boerderijen, wel op andere bedrijven. Je kunt ze overal verzamelen, maar één van de beste concentraties zit op bedrijfspark Beukenhorst in Hoofddorp: Autodata, Omron, Debitel, Oki, Transpolis, Intergraph, Rational, Unisource, Multicopy, Kivision, Nortel. Jean-Luc Godard had het in zijn sf-film ‘Alphaville’ (1965) niet beter kunnen verzinnen.
In dat licht wekt het geen verbazing dat ook Hoofddorp op zoek is naar een andere naam, daar zelfs een prijsvraag voor heeft uitgeschreven. Hoofddorp is een naam die past bij De Landman, niet bij Autodata. Maar wat te kiezen voor een plaats die dorp noch stad is? Een formule zou misschien uitkomst bieden of een streepjescode, desnoods een afkorting. De meeste inwoners zou het onverschillig zijn. ,,Ik woon hier omdat ik mijn huis hier heb staan”, zegt een ingezetene in de catalogus. ,,Ik heb verder niets met Hoofddorp en ik heb er geen hekel aan ook.”
Vestigingsplaats
Hoofddorp is een vestigingsplaats van werkgevers en werknemers. Niets meer, niets minder. Zo dacht de vader van Theo Baart er ook over. Als onderwijzer vond hij er in 1960 emplooi, toen Theo nog een peuter was. Het gezin kwam terecht in een agraïsche gemeenschap met een kleine dorpskom in een typisch polderlandschap met kaarsrechte wegen, waarlangs bomen strak in het gelid. Schiphol was er al, maar lag buiten het gezichtsveld.
Op de foto’s die Baart tussen 1977 en 1983 van Hoofddorp maakte toen hij op de Rietveldacademie zat, heeft hij die oude sfeer nog in beeld kunnen brengen. Prachtige, voor het merendeel zwartwit foto’s van een nagenoeg leeg landschap, dat sinds de inpoldering van 1851 vrij ongeschonden is gebleven. In het water van de vaart weerspiegelen zich de populieren en de grauwe wolkenlucht. In de verte zien we een brug en op de weg ernaast de bewogen contouren van een eenzame fietser.
Op andere foto’s zien we boerderijen met een bult bieten erachter of een waslijn met t-shirts en onderbroeken die wapperen in de wind. De mensen in beeld zijn echte plattelanders. Ze kijken vriendelijk uit de ogen, stralen rust en trots uit, maar bovenal een grote mate van nuchterheid. Hetzelfde kan gezegd worden van de schuren, de loodsen en de huizen. Alles ademt de robuuste eenvoud van het Hollandse platteland – dat niet meer is.
Proeftuin
Op de kleurenfoto’s van Baart is een heel ander Hoofddorp te zien. In plaats van een rechte horizon zien we nu zandhopen tegen de achtergrond van net opgeleverde nieuwbouwwijken. De rioleringsbuizen liggen met hun buik in de modder. Andere foto’s tonen truttige woonblokken met bomen aan palen, verkeersdrempels en wipkippen. De middenklasse bewoners staan even vertrouwd in deze suburbia als de boeren naast hun boerderijen. Het is hun biotoop waar ze innig mee vergroeid zijn.
Die boeren zijn er bijna niet meer en hebben dus ook de macht verloren. Werd de lokale politiek vroeger beheerst door de boeren, tegenwoordig zitten er nog maar twee in de gemeenteraad. De nieuwe inwoners werken veelal op Schiphol of op de vele bedrijven in de omgeving. Goed betaalde middenklassers die overal vandaan komen en elk moment weer kunnen vertrekken naar de volgende vestigingsplaats.
Hoofddorp is een modelplaats waarin de geschiedenis goeddeels is uitgewist en de toekomst vrij baan heeft. ,,De ruimtelijke ordening van Haarlemmermeer is een opeenvolging geweest van misverstanden en goedbedoelde beslissingen die echter vaak verkeerd uitpakten”, aldus ir. Tjerk Ruimschotel, die van 1980 tot 1984 stedebouwkundig hoofdontwerper was bij sociografisch Bureau de Meerlanden. Ooit noemde hij de Haarlemmermeer ‘de proeftuin van de Randstad’.
Dat is inmiddels verleden tijd, want zoals Baart terecht constateert heeft Hoofddorp zichzelf gekloond in ontelbare uitbreidingswijken en Vinex-locaties. Het duurt niet lang meer of Hoofddorp gaat ten onder in een zee van andere Hoofddorpen. Wie eenmaal in die brei verzeild raakt, vindt de weg nooit meer terug. De heldere foto’s van Baart tonen het nageslacht dat de plaats ooit heeft bestaan.
De expositie ‘Bouwlust. Verstedelijking van het Hollandse landschap’ is t/m 18 apr. te zien in het NAi. Het gelijknamige fotoboek van Theo Baart met poëzie van Willem van Toorn is een publicatie van NAi Uitgevers, ISBN 90 5662 101 7, prijs 89,90 gulden.
,,
Vroeger, toen Hoofddorp nog een dorp was, hadden de boerderijen namen als Bouwlust, De Landman, Graan voor Visch, Klein Amerika, Het Omgekeerde Land, Onvermoeid Vooruit en Graanlust. Vooroorlogse namen waaruit poëzie, kracht en optimisme spreekt. Dat was niet misplaatst, want de akkerbouwers in de Haarlemmermeer hadden weinig te klagen. Todat luchthaven Schiphol zijn vleugels ging uitslaan en Hoofddorp een groeistad werd. De akkerbouwers werden riant uitgekocht, maar moesten wel wijken.
Namen zijn niet zomaar labels; er zitten beloften en verwachtingen in opgesloten, ook normen en waarden, en dat alles verchroomd in de waan van de dag. Eigentijdse namen vind je niet meer op boerderijen, wel op andere bedrijven. Je kunt ze overal verzamelen, maar één van de beste concentraties zit op bedrijfspark Beukenhorst in Hoofddorp: Autodata, Omron, Debitel, Oki, Transpolis, Intergraph, Rational, Unisource, Multicopy, Kivision, Nortel. Jean-Luc Godard had het in zijn sf-film ‘Alphaville’ (1965) niet beter kunnen verzinnen.
In dat licht wekt het geen verbazing dat ook Hoofddorp op zoek is naar een andere naam, daar zelfs een prijsvraag voor heeft uitgeschreven. Hoofddorp is een naam die past bij De Landman, niet bij Autodata. Maar wat te kiezen voor een plaats die dorp noch stad is? Een formule zou misschien uitkomst bieden of een streepjescode, desnoods een afkorting. De meeste inwoners zou het onverschillig zijn. ,,Ik woon hier omdat ik mijn huis hier heb staan”, zegt een ingezetene in de catalogus. ,,Ik heb verder niets met Hoofddorp en ik heb er geen hekel aan ook.”
Vestigingsplaats
Hoofddorp is een vestigingsplaats van werkgevers en werknemers. Niets meer, niets minder. Zo dacht de vader van Theo Baart er ook over. Als onderwijzer vond hij er in 1960 emplooi, toen Theo nog een peuter was. Het gezin kwam terecht in een agraïsche gemeenschap met een kleine dorpskom in een typisch polderlandschap met kaarsrechte wegen, waarlangs bomen strak in het gelid. Schiphol was er al, maar lag buiten het gezichtsveld.
Op de foto’s die Baart tussen 1977 en 1983 van Hoofddorp maakte toen hij op de Rietveldacademie zat, heeft hij die oude sfeer nog in beeld kunnen brengen. Prachtige, voor het merendeel zwartwit foto’s van een nagenoeg leeg landschap, dat sinds de inpoldering van 1851 vrij ongeschonden is gebleven. In het water van de vaart weerspiegelen zich de populieren en de grauwe wolkenlucht. In de verte zien we een brug en op de weg ernaast de bewogen contouren van een eenzame fietser.
Op andere foto’s zien we boerderijen met een bult bieten erachter of een waslijn met t-shirts en onderbroeken die wapperen in de wind. De mensen in beeld zijn echte plattelanders. Ze kijken vriendelijk uit de ogen, stralen rust en trots uit, maar bovenal een grote mate van nuchterheid. Hetzelfde kan gezegd worden van de schuren, de loodsen en de huizen. Alles ademt de robuuste eenvoud van het Hollandse platteland – dat niet meer is.
Proeftuin
Op de kleurenfoto’s van Baart is een heel ander Hoofddorp te zien. In plaats van een rechte horizon zien we nu zandhopen tegen de achtergrond van net opgeleverde nieuwbouwwijken. De rioleringsbuizen liggen met hun buik in de modder. Andere foto’s tonen truttige woonblokken met bomen aan palen, verkeersdrempels en wipkippen. De middenklasse bewoners staan even vertrouwd in deze suburbia als de boeren naast hun boerderijen. Het is hun biotoop waar ze innig mee vergroeid zijn.
Die boeren zijn er bijna niet meer en hebben dus ook de macht verloren. Werd de lokale politiek vroeger beheerst door de boeren, tegenwoordig zitten er nog maar twee in de gemeenteraad. De nieuwe inwoners werken veelal op Schiphol of op de vele bedrijven in de omgeving. Goed betaalde middenklassers die overal vandaan komen en elk moment weer kunnen vertrekken naar de volgende vestigingsplaats.
Hoofddorp is een modelplaats waarin de geschiedenis goeddeels is uitgewist en de toekomst vrij baan heeft. ,,De ruimtelijke ordening van Haarlemmermeer is een opeenvolging geweest van misverstanden en goedbedoelde beslissingen die echter vaak verkeerd uitpakten”, aldus ir. Tjerk Ruimschotel, die van 1980 tot 1984 stedebouwkundig hoofdontwerper was bij sociografisch Bureau de Meerlanden. Ooit noemde hij de Haarlemmermeer ‘de proeftuin van de Randstad’.
Dat is inmiddels verleden tijd, want zoals Baart terecht constateert heeft Hoofddorp zichzelf gekloond in ontelbare uitbreidingswijken en Vinex-locaties. Het duurt niet lang meer of Hoofddorp gaat ten onder in een zee van andere Hoofddorpen. Wie eenmaal in die brei verzeild raakt, vindt de weg nooit meer terug. De heldere foto’s van Baart tonen het nageslacht dat de plaats ooit heeft bestaan.
De expositie ‘Bouwlust. Verstedelijking van het Hollandse landschap’ is t/m 18 apr. te zien in het NAi. Het gelijknamige fotoboek van Theo Baart met poëzie van Willem van Toorn is een publicatie van NAi Uitgevers, ISBN 90 5662 101 7, prijs 89,90 gulden.
Vroeger, toen Hoofddorp nog een dorp was, hadden de boerderijen namen als Bouwlust, De Landman, Graan voor Visch, Klein Amerika, Het Omgekeerde Land, Onvermoeid Vooruit en Graanlust. Vooroorlogse namen waaruit poëzie, kracht en optimisme spreekt. Dat was niet misplaatst, want de akkerbouwers in de Haarlemmermeer hadden weinig te klagen. Todat luchthaven Schiphol zijn vleugels ging uitslaan en Hoofddorp een groeistad werd. De akkerbouwers werden riant uitgekocht, maar moesten wel wijken.
Namen zijn niet zomaar labels; er zitten beloften en verwachtingen in opgesloten, ook normen en waarden, en dat alles verchroomd in de waan van de dag. Eigentijdse namen vind je niet meer op boerderijen, wel op andere bedrijven. Je kunt ze overal verzamelen, maar één van de beste concentraties zit op bedrijfspark Beukenhorst in Hoofddorp: Autodata, Omron, Debitel, Oki, Transpolis, Intergraph, Rational, Unisource, Multicopy, Kivision, Nortel. Jean-Luc Godard had het in zijn sf-film ‘Alphaville’ (1965) niet beter kunnen verzinnen.
In dat licht wekt het geen verbazing dat ook Hoofddorp op zoek is naar een andere naam, daar zelfs een prijsvraag voor heeft uitgeschreven. Hoofddorp is een naam die past bij De Landman, niet bij Autodata. Maar wat te kiezen voor een plaats die dorp noch stad is? Een formule zou misschien uitkomst bieden of een streepjescode, desnoods een afkorting. De meeste inwoners zou het onverschillig zijn. ,,Ik woon hier omdat ik mijn huis hier heb staan”, zegt een ingezetene in de catalogus. ,,Ik heb verder niets met Hoofddorp en ik heb er geen hekel aan ook.”
Vestigingsplaats
Hoofddorp is een vestigingsplaats van werkgevers en werknemers. Niets meer, niets minder. Zo dacht de vader van Theo Baart er ook over. Als onderwijzer vond hij er in 1960 emplooi, toen Theo nog een peuter was. Het gezin kwam terecht in een agraïsche gemeenschap met een kleine dorpskom in een typisch polderlandschap met kaarsrechte wegen, waarlangs bomen strak in het gelid. Schiphol was er al, maar lag buiten het gezichtsveld.
Op de foto’s die Baart tussen 1977 en 1983 van Hoofddorp maakte toen hij op de Rietveldacademie zat, heeft hij die oude sfeer nog in beeld kunnen brengen. Prachtige, voor het merendeel zwartwit foto’s van een nagenoeg leeg landschap, dat sinds de inpoldering van 1851 vrij ongeschonden is gebleven. In het water van de vaart weerspiegelen zich de populieren en de grauwe wolkenlucht. In de verte zien we een brug en op de weg ernaast de bewogen contouren van een eenzame fietser.
Op andere foto’s zien we boerderijen met een bult bieten erachter of een waslijn met t-shirts en onderbroeken die wapperen in de wind. De mensen in beeld zijn echte plattelanders. Ze kijken vriendelijk uit de ogen, stralen rust en trots uit, maar bovenal een grote mate van nuchterheid. Hetzelfde kan gezegd worden van de schuren, de loodsen en de huizen. Alles ademt de robuuste eenvoud van het Hollandse platteland – dat niet meer is.
Proeftuin
Op de kleurenfoto’s van Baart is een heel ander Hoofddorp te zien. In plaats van een rechte horizon zien we nu zandhopen tegen de achtergrond van net opgeleverde nieuwbouwwijken. De rioleringsbuizen liggen met hun buik in de modder. Andere foto’s tonen truttige woonblokken met bomen aan palen, verkeersdrempels en wipkippen. De middenklasse bewoners staan even vertrouwd in deze suburbia als de boeren naast hun boerderijen. Het is hun biotoop waar ze innig mee vergroeid zijn.
Die boeren zijn er bijna niet meer en hebben dus ook de macht verloren. Werd de lokale politiek vroeger beheerst door de boeren, tegenwoordig zitten er nog maar twee in de gemeenteraad. De nieuwe inwoners werken veelal op Schiphol of op de vele bedrijven in de omgeving. Goed betaalde middenklassers die overal vandaan komen en elk moment weer kunnen vertrekken naar de volgende vestigingsplaats.
Hoofddorp is een modelplaats waarin de geschiedenis goeddeels is uitgewist en de toekomst vrij baan heeft. ,,De ruimtelijke ordening van Haarlemmermeer is een opeenvolging geweest van misverstanden en goedbedoelde beslissingen die echter vaak verkeerd uitpakten”, aldus ir. Tjerk Ruimschotel, die van 1980 tot 1984 stedebouwkundig hoofdontwerper was bij sociografisch Bureau de Meerlanden. Ooit noemde hij de Haarlemmermeer ‘de proeftuin van de Randstad’.
Dat is inmiddels verleden tijd, want zoals Baart terecht constateert heeft Hoofddorp zichzelf gekloond in ontelbare uitbreidingswijken en Vinex-locaties. Het duurt niet lang meer of Hoofddorp gaat ten onder in een zee van andere Hoofddorpen. Wie eenmaal in die brei verzeild raakt, vindt de weg nooit meer terug. De heldere foto’s van Baart tonen het nageslacht dat de plaats ooit heeft bestaan.
De expositie ‘Bouwlust. Verstedelijking van het Hollandse landschap’ is t/m 18 apr. te zien in het NAi. Het gelijknamige fotoboek van Theo Baart met poëzie van Willem van Toorn is een publicatie van NAi Uitgevers, ISBN 90 5662 101 7, prijs 89,90 gulden.
Comments are closed.