Wetenschap

Hieperdepiep

De computermuis viert zijn veertigste verjaardag, meldt dagblad De Pers deze week. Op 9 december 1968 maakte de computerwereld kennis met een klein houten doosje op wieltjes met een knop. De Amerikaanse uitvinder Douglas Engelbart presenteerde op een congres de allereerste computermuis.

Hij toonde hoe je er tekstbestanden mee kon kopiëren en plakken en liet zien dat je met de muis makkelijker kon samenwerken binnen computernetwerken.
Het bedrijf Xerox verbeterde de muis in de jaren zeventig. In plaats van twee wieltjes kreeg de muis een bal die alle kanten op kon bewegen. Een systeem met lichtstralen en sensoren detecteerde de bewegingen. Het is deze uitvoering die in de jaren tachtig en negentig met de pc’s de huiskamer veroverde.
Tegenwoordig komen er steeds meer geavanceerde muisachtige gadgets op de markt. De afstandsbediening van de Wii-spelcomputer, bijvoorbeeld. Dat is een pointer waar je dingen mee kunt aanwijzen en die snelheden en krachten meet. “Dergelijke systemen worden ook al gebruikt tijdens congressen”, vertelt prof.dr. Mark Neerincx van de groep mens-machine interactie van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica desgevraagd. “Meerdere mensen kunnen daardoor tegelijkertijd dingen op een computerscherm aanwijzen of documenten verschuiven.”
Neerincx denkt dat dit soort multimodale muizen ook gangbaar wordt voor de pc. En hij verwacht dat er alternatieven komen voor de muis, zoals besturing door middel van spraakherkenning.
En het touchscreen, het systeem waarbij je direct met je vinger iets aantoetst op het scherm, is dat niet veelbelovend? “Er worden steeds meer laptops gemaakt die hiermee werken”, zegt een collega van Neerincx, dr.ir. Charles van der Mast. “Maar echt een heel groot succes is het nog niet. Je maakt er meer fouten mee, doordat vingers te dik zijn.”
Van der Mast schetst een heel ander toekomstbeeld. Het balletje van de muis wordt volgens hem vervangen door de oogbal. Computers volgen je oogbewegingen en leiden daar uit af welk bestand ze moeten openen of waar ze naartoe moeten scrollen.
“Dit soort systemen, zogenaamde eyetrackers, worden al jaren voor marktonderzoek gebruikt. Bedrijven kunnen ermee onderzoeken of hun website efficiënt werkt. Wordt er wel gekeken naar de belangrijkste dingen op de site? De camera registreert de reflectie van de lichtstraal in de oogbal. Die oogbal is niet helemaal bol, dus de reflectie wisselt wanneer je van kijkrichting verandert.”
Volgens Van der Mast wordt nu onderzocht hoe je de computer het beste kunt aansturen door gebruik te maken van dit principe. Kun je een opdracht geven door een tijdje naar een punt te staren, of kun je beter met je oog knipperen? En hoe voorkom je dat de computer rare dingen gaat doen als je even afgeleid raakt doordat er bijvoorbeeld iemand langsloopt?
Onze vertrouwde muis verdwijnt dus op termijn? “Nee, dat denk ik nu ook weer niet”, reageert Van der Mast. “We zijn parallel levende wezens. We moeten gebruik maken van zoveel mogelijk zintuigen en kanalen om de computer aan te sturen. De muis zal nog af en toe voor de afwisseling gebruikt worden. Anders krijgen mensen straks nog oog-rsi.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.