Wielervereniging WTOS verzorgt zaterdag het Nationaal Studenten Kampioenschap (NSK) wielrennen in de TU-wijk. Tot twee jaar geleden organiseerden de studenten van de wielervereniging WTOS (Wij Trainen Ons Suf) de ronde van Delft, een koers door het centrum van Delft.
Vorig jaar kwam hier door gebrek aan animo een eind aan. ‘Zonde’, vindt Marc Olsthoorn, een van de drie organisatoren van het NSK. ,,Zo’n grote wielerkoers is toch het mooiste dat je als vereniging kunt organiseren”, aldus Olsthoorn. ,,Dat mag niet wegebben. Daarom is het goed dat we nu het NSK in Delft krijgen. Het is bovendien beter voor de publiciteit onder studenten en veel goedkoper. Het budget is nu ongeveer eenderde van dat voor de ronde van Delft.”
Het gevecht om de titel van studentenkampioen wielrennen wordt komende zaterdag uitgevochten op een parcours van ruim twee kilometer over de Balthasar van der Polweg, Mekelweg, Jaffalaan en Rotterdamseweg. Daarvan ligt de eerste er niet al te best bij. ,,Klinkers”, weet Olsthoorn. ,,Gevaarlijk als het nat wordt. Maar daar zijn veel deelnemers wel aan gewend.” Twintig vrijwilligers zorgen voor de afsluiting van de zijwegen, er is een jury van de wielerbond aanwezig en twee rondemissen. Olsthoorn: ,,We hebben zelfs een rondemister geregeld voor de dameswedstrijden.”
,,De honderddertig deelnemers komen overal vandaan”, zegt Olsthoorn. ,,Door een wedstrijdadvertentie in het blad van de wielerbond melden zich sterke renners uit het heel Nederland.”
Rustig
Volgens de 21-jarige student lucht- en ruimtevaart wordt het een snelle wedstrijd. ,,Het parcours is erg snel; lange brede wegen en goedlopende bochten. De honderd kilometer zal iets meer dan twee uur vergen. De snelheid van de renners ligt boven de veertig kilometer per uur.” Olsthoorn verwacht dat het peloton lange tijd bij elkaar blijft. ,,Het is geen parcours voor vroege ontsnappingen. Ik denk dat er op het eind een groep van ongeveer tien man vandoor gaat, waarna het aankomt op een sprint.” Kanshebbers zijn volgens hem de Westlander Hein Zwinkels en Gerben Nijmeier uit Oldenzaal. Ook de Delftse bouwkundestudent en baanrenner Floris Klunder dicht hij goede kansen toe als het op een sprint aankomt.
,,Als het aankomt op een sprint én als ik dan in de kopgroep zit”, relativeert Klunder zijn kansen. ,,Het is belangrijk dat ik niet te vroeg op kop kom. Ik moet me lange tijd rustig houden, want anders kom ik mezelf op het eind weer tegen.”
Klunder werd vorig jaar nationaal kampioen Keirin, een baandiscipline tussen zes renners. Voorheen won hij meerdere ’truien’ op de sprint, onder andere als junior. Klunder vindt het wel weer tijd voor een trui. Dit jaar behaalde hij nog geen nationale titel.
Hij ziet het meest op tegen de laatste kilometers van het studentenkampioenschap in de TU-wijk. ,,In trainingen richt ikmij op afstanden van zestig kilometer. Hoe het laatste deel gaat, blijft afwachten.”
Voor Klunder zijn gemiddelden van boven de veertig per uur geen probleem. ,,Het mag ook sneller, wat mij betreft. Als er maar constant gereden wordt in het peloton.” In de sprints loopt de snelheid op tot zestig kilometer per uur. Dat kan volgens de bouwkundestudent dertig meter duren, maar ook driehonderd. Als hij er maar aan te pas komt. Want: ,,Als er eerder ontsnappingen zijn waar een teamgenoot van WTOS meegaat, dan is het voor mij afgelopen. Dan houd ik de benen stil. De club is per slot van rekening belangrijker dan het individu. Dat betaalt zich later vanzelf terug; dan laten ze jou rijden voor de eindzege.”
Tot twee jaar geleden organiseerden de studenten van de wielervereniging WTOS (Wij Trainen Ons Suf) de ronde van Delft, een koers door het centrum van Delft. Vorig jaar kwam hier door gebrek aan animo een eind aan. ‘Zonde’, vindt Marc Olsthoorn, een van de drie organisatoren van het NSK. ,,Zo’n grote wielerkoers is toch het mooiste dat je als vereniging kunt organiseren”, aldus Olsthoorn. ,,Dat mag niet wegebben. Daarom is het goed dat we nu het NSK in Delft krijgen. Het is bovendien beter voor de publiciteit onder studenten en veel goedkoper. Het budget is nu ongeveer eenderde van dat voor de ronde van Delft.”
Het gevecht om de titel van studentenkampioen wielrennen wordt komende zaterdag uitgevochten op een parcours van ruim twee kilometer over de Balthasar van der Polweg, Mekelweg, Jaffalaan en Rotterdamseweg. Daarvan ligt de eerste er niet al te best bij. ,,Klinkers”, weet Olsthoorn. ,,Gevaarlijk als het nat wordt. Maar daar zijn veel deelnemers wel aan gewend.” Twintig vrijwilligers zorgen voor de afsluiting van de zijwegen, er is een jury van de wielerbond aanwezig en twee rondemissen. Olsthoorn: ,,We hebben zelfs een rondemister geregeld voor de dameswedstrijden.”
,,De honderddertig deelnemers komen overal vandaan”, zegt Olsthoorn. ,,Door een wedstrijdadvertentie in het blad van de wielerbond melden zich sterke renners uit het heel Nederland.”
Rustig
Volgens de 21-jarige student lucht- en ruimtevaart wordt het een snelle wedstrijd. ,,Het parcours is erg snel; lange brede wegen en goedlopende bochten. De honderd kilometer zal iets meer dan twee uur vergen. De snelheid van de renners ligt boven de veertig kilometer per uur.” Olsthoorn verwacht dat het peloton lange tijd bij elkaar blijft. ,,Het is geen parcours voor vroege ontsnappingen. Ik denk dat er op het eind een groep van ongeveer tien man vandoor gaat, waarna het aankomt op een sprint.” Kanshebbers zijn volgens hem de Westlander Hein Zwinkels en Gerben Nijmeier uit Oldenzaal. Ook de Delftse bouwkundestudent en baanrenner Floris Klunder dicht hij goede kansen toe als het op een sprint aankomt.
,,Als het aankomt op een sprint én als ik dan in de kopgroep zit”, relativeert Klunder zijn kansen. ,,Het is belangrijk dat ik niet te vroeg op kop kom. Ik moet me lange tijd rustig houden, want anders kom ik mezelf op het eind weer tegen.”
Klunder werd vorig jaar nationaal kampioen Keirin, een baandiscipline tussen zes renners. Voorheen won hij meerdere ’truien’ op de sprint, onder andere als junior. Klunder vindt het wel weer tijd voor een trui. Dit jaar behaalde hij nog geen nationale titel.
Hij ziet het meest op tegen de laatste kilometers van het studentenkampioenschap in de TU-wijk. ,,In trainingen richt ikmij op afstanden van zestig kilometer. Hoe het laatste deel gaat, blijft afwachten.”
Voor Klunder zijn gemiddelden van boven de veertig per uur geen probleem. ,,Het mag ook sneller, wat mij betreft. Als er maar constant gereden wordt in het peloton.” In de sprints loopt de snelheid op tot zestig kilometer per uur. Dat kan volgens de bouwkundestudent dertig meter duren, maar ook driehonderd. Als hij er maar aan te pas komt. Want: ,,Als er eerder ontsnappingen zijn waar een teamgenoot van WTOS meegaat, dan is het voor mij afgelopen. Dan houd ik de benen stil. De club is per slot van rekening belangrijker dan het individu. Dat betaalt zich later vanzelf terug; dan laten ze jou rijden voor de eindzege.”
Comments are closed.