Soepeler doorstroom en grotere efficiency. Dat hoopt de Haagse Hogeschool te bereiken door met de TU samen te werken. Geen fusie, alsjeblieft niet.
/strong>
Ze gaven zelf al het goede voorbeeld, vindt ir. H.W. van Delft, algemeen directeur van de sector Techniek. In één gebouw van de Haagse Hogeschool zijn veertien opleidingen verzameld die voorheen verspreid waren over de hele stad. De opleidingen zijn gefuseerd in 1987, de nieuwbouw is in 1996 in gebruik genomen. Doordat zulke verschillende opleidingen als verpleegkunde, informatica en techniek onder één dak huizen, is een gezamenlijk project zo gerealiseerd. Bijvoorbeeld in de opleidingsvariant commercieel ingenieur, een combinatie van economie en techniek. Ook het overstappen tussen de ene en de andere studie gaat door de ruimtelijke nabijheid nu een stuk gemakkelijker.
Soepeler doorstroom is ook een belangrijke redenen om contact te zoeken met de nabije TU Delft, een kleine vijftien kilometer verderop. ,,Het kan gebeuren dat studenten aan de universiteit er achter komen dat een wetenschappelijke studie hen niet ligt”, zegt Van Delft. ,,Dat ze toch liever een beroepsgerichte of meer praktijkgerichte opleiding willen volgen of een eigen bedrijf opzetten. In zulke gevallen kunnen ze zonder tijdsverlies bij ons doorgaan. En als we een eigen ’transferpunt’ op de campus van Delft krijgen, is de drempel ook niet zo hoog.”
De meeste mogelijkheden ziet Van Delft bij de verwante opleidingen. De Haagse Hogeschool heeft diverse technische opleidingen, waaronder werktuigbouwkunde, elektrotechniek, industrieel productontwerpen, bouwkunde en civiele techniek. Hij hoopt op een grotere efficiency door uitwisseling van docenten, gezamenlijk gebruik van gebouwen en aanschaf van dure apparatuur. In de toekomst kunnen wat hem betreft docenten over en weer lesgeven. Want er zal een ‘schaarste aan kennis’ ontstaan, aldus Van Delft, door het teruglopende aantal technici. De meesten van hen gaan na de studie het bedrijfsleven in, in plaats van een wetenschappelijke loopbaan te volgen.
De samenwerking heeft voor Van Delft duidelijk zijn grenzen: een dependance op het campusterrein ziet hij niet zitten, een gezamenlijke opleiding al helemaal niet. ,,De natuurlijke spanning tussen hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs moet je nooit weghalen. De verschillen houden ons scherp.”
Soepeler doorstroom en grotere efficiency. Dat hoopt de Haagse Hogeschool te bereiken door met de TU samen te werken. Geen fusie, alsjeblieft niet.
Ze gaven zelf al het goede voorbeeld, vindt ir. H.W. van Delft, algemeen directeur van de sector Techniek. In één gebouw van de Haagse Hogeschool zijn veertien opleidingen verzameld die voorheen verspreid waren over de hele stad. De opleidingen zijn gefuseerd in 1987, de nieuwbouw is in 1996 in gebruik genomen. Doordat zulke verschillende opleidingen als verpleegkunde, informatica en techniek onder één dak huizen, is een gezamenlijk project zo gerealiseerd. Bijvoorbeeld in de opleidingsvariant commercieel ingenieur, een combinatie van economie en techniek. Ook het overstappen tussen de ene en de andere studie gaat door de ruimtelijke nabijheid nu een stuk gemakkelijker.
Soepeler doorstroom is ook een belangrijke redenen om contact te zoeken met de nabije TU Delft, een kleine vijftien kilometer verderop. ,,Het kan gebeuren dat studenten aan de universiteit er achter komen dat een wetenschappelijke studie hen niet ligt”, zegt Van Delft. ,,Dat ze toch liever een beroepsgerichte of meer praktijkgerichte opleiding willen volgen of een eigen bedrijf opzetten. In zulke gevallen kunnen ze zonder tijdsverlies bij ons doorgaan. En als we een eigen ’transferpunt’ op de campus van Delft krijgen, is de drempel ook niet zo hoog.”
De meeste mogelijkheden ziet Van Delft bij de verwante opleidingen. De Haagse Hogeschool heeft diverse technische opleidingen, waaronder werktuigbouwkunde, elektrotechniek, industrieel productontwerpen, bouwkunde en civiele techniek. Hij hoopt op een grotere efficiency door uitwisseling van docenten, gezamenlijk gebruik van gebouwen en aanschaf van dure apparatuur. In de toekomst kunnen wat hem betreft docenten over en weer lesgeven. Want er zal een ‘schaarste aan kennis’ ontstaan, aldus Van Delft, door het teruglopende aantal technici. De meesten van hen gaan na de studie het bedrijfsleven in, in plaats van een wetenschappelijke loopbaan te volgen.
De samenwerking heeft voor Van Delft duidelijk zijn grenzen: een dependance op het campusterrein ziet hij niet zitten, een gezamenlijke opleiding al helemaal niet. ,,De natuurlijke spanning tussen hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs moet je nooit weghalen. De verschillen houden ons scherp.”
Comments are closed.