Ze gaf de plant water: een eenzame vrouwentong die bij gebrek aan zon recht naar de leeslamp groeide. ,,Juffrouw Spaak? Heeft u een momentje voor me?”Er was iets met juffrouw Spaak vandaag, ze leek nog transparanter dan andere dagen.
Misschien had ze zich guller besprenkeld met parfum, ze loste bijna op in die ijle lentebloemenlucht.
,,Ik heb een voorstel, een plan. Een goed plan.” Dat klonk in ieder geval al zelfverzekerd. ,,Ik wil naar de bovenverdiepingen om daar orde op zaken te stellen.”
Juffrouw Spaak keek op van haar vrouwentong. ,,Je bent niet wijs!”, zei ze, keek weg, dacht even na, wenkte me. ,,Kom mee naar mevrouw van Stal.”
Eugenie van Stal schoot in de lach. ,,Waarom”, vroeg ze, ,,waarom zou jij dat doen? Lieverd, iemand met jouw gestel zou zich niet moeten opwinden. Blijf toch lekker hier werken aan de tentamenopgaven.”
,,Eugenie, iedereen hier heeft te lijden van de werkdruk. Het is nodig dat iemand zijn nek uitsteekt om een oplossing te zoeken. Gun mij die taak!”
Eugenie zuchtte. ,,Ik kan er niet over beslissen”, zei ze. ,,Kom mee naar Rogier.”
Gedrieën gingen we naar de kamer van meneer Costeau. ,,Waar heb ik dit hoge bezoek aan te danken?”, grapte hij.
,,Aan Jonas zijn onzalige plan”, antwoordde Eugenie. Ze duwde me in een stoel.
,,Onzalig? Zalig! Moedig! Onmisbaar!”, vond juffrouw Spaak, terwijl ze naast me kwam staan. Wat was eigenlijk haar voornaam, begon ik me ineens af te vragen.
,,Doe niet zo pathetisch!”, zei Eugenie.
,,Wat is zijn plan?%%, interrumpeerde meneer Costeau.
Ik legde uit dat ik de werkdruk op de bovenverdiepingen wilde aanpakken. Meneer Costeau haalde zijn schouders op. ,,Waarom zou jij dat moeten doen?”
,,Precies, dat vind ik nou ook”, meende Eugenie.
,,Er zijn wel een paar redenen te noemen waarom ik een geschikte persoon ben voor de taak”, leidde ik mijn betoog in. Niemand luisterde. Het gesprek voltrok zich buiten mij om, boven mijn hoofd vlogen de argumenten over en weer. Ik zat in het oog van de wervelstorm, mijn taak was stil te zijn, doodstil.
Eugenie was faliekant tegen. ,,Zo%n jongen nog.”
Juffrouw Spaak zag de belofte in mij. ,,Stel nu eens dat het hem zou lukken!”
,,Wat weet hij nu helemaal? We moeten hem tegen zichzelf in bescherming nemen.”
,,En wachten tot hij net zo vast zit als ieder ander? Nu is hij nog niet opgeslokt door een van de kliekjes. Deze nieuweling is een geschenk uit de hemel, zijn aanbod mogen we niet weigeren.”
,,Hij zal zijn tanden er op stuk bijten.”
Ze kwamen geen stap dichter bij elkaar. Ik voelde wel aan datgeen van beiden over mijn lot zou beschikken. Het verlossende woord moest van meneer Costeau komen. Hij kneep zijn lippen peinzend samen, draaide zijn stropdas om zijn duim. ,,Jonas”, vroeg hij, ,,heb je enig idee wat je tegen kunt komen?”
Windstilte. De drie-eenheid stond rond mijn stoel en keek op me neer. Ik dacht na welk antwoord het meest in mijn voordeel zou werken. Ik keek naar juffrouw Spaak; ze knikte en schudde haar hoofd tegelijk. Zure lentegeuren.
,,Als ik het niet doe, zal ik het ook nooit te weten komen.”
Meneer Costeau glimlachte. Hij liet zijn stropdas los en legde zijn hand op mijn schouder. ,,Ach ja, als jij zo graag wilt, wie zijn wij dan om je tegen te houden? Maar je begint met het oplossen van de knelpunten bij ons, in de kelder. Ik wens je alle succes. Olga, help jij Jonas bij de voorbereiding?”
Eugenie sloeg een hand voor haar mond. Olga Spaak knikte geestdriftig, haar rode krullen dansten om haar hoofd. En meneer Costeau trok zijn hand van me af. Ik stond op uit de stoel. Een vreemde kracht drukte op mijn benen, alsof in de voorbije minuten mijn gewicht verdubbeld was. Met wankele passen verliet ik het oog van de wervelstorm.
,,Juffrouw Spaak? Heeft u een momentje voor me?”
Er was iets met juffrouw Spaak vandaag, ze leek nog transparanter dan andere dagen. Misschien had ze zich guller besprenkeld met parfum, ze loste bijna op in die ijle lentebloemenlucht.
,,Ik heb een voorstel, een plan. Een goed plan.” Dat klonk in ieder geval al zelfverzekerd. ,,Ik wil naar de bovenverdiepingen om daar orde op zaken te stellen.”
Juffrouw Spaak keek op van haar vrouwentong. ,,Je bent niet wijs!”, zei ze, keek weg, dacht even na, wenkte me. ,,Kom mee naar mevrouw van Stal.”
Eugenie van Stal schoot in de lach. ,,Waarom”, vroeg ze, ,,waarom zou jij dat doen? Lieverd, iemand met jouw gestel zou zich niet moeten opwinden. Blijf toch lekker hier werken aan de tentamenopgaven.”
,,Eugenie, iedereen hier heeft te lijden van de werkdruk. Het is nodig dat iemand zijn nek uitsteekt om een oplossing te zoeken. Gun mij die taak!”
Eugenie zuchtte. ,,Ik kan er niet over beslissen”, zei ze. ,,Kom mee naar Rogier.”
Gedrieën gingen we naar de kamer van meneer Costeau. ,,Waar heb ik dit hoge bezoek aan te danken?”, grapte hij.
,,Aan Jonas zijn onzalige plan”, antwoordde Eugenie. Ze duwde me in een stoel.
,,Onzalig? Zalig! Moedig! Onmisbaar!”, vond juffrouw Spaak, terwijl ze naast me kwam staan. Wat was eigenlijk haar voornaam, begon ik me ineens af te vragen.
,,Doe niet zo pathetisch!”, zei Eugenie.
,,Wat is zijn plan?%%, interrumpeerde meneer Costeau.
Ik legde uit dat ik de werkdruk op de bovenverdiepingen wilde aanpakken. Meneer Costeau haalde zijn schouders op. ,,Waarom zou jij dat moeten doen?”
,,Precies, dat vind ik nou ook”, meende Eugenie.
,,Er zijn wel een paar redenen te noemen waarom ik een geschikte persoon ben voor de taak”, leidde ik mijn betoog in. Niemand luisterde. Het gesprek voltrok zich buiten mij om, boven mijn hoofd vlogen de argumenten over en weer. Ik zat in het oog van de wervelstorm, mijn taak was stil te zijn, doodstil.
Eugenie was faliekant tegen. ,,Zo%n jongen nog.”
Juffrouw Spaak zag de belofte in mij. ,,Stel nu eens dat het hem zou lukken!”
,,Wat weet hij nu helemaal? We moeten hem tegen zichzelf in bescherming nemen.”
,,En wachten tot hij net zo vast zit als ieder ander? Nu is hij nog niet opgeslokt door een van de kliekjes. Deze nieuweling is een geschenk uit de hemel, zijn aanbod mogen we niet weigeren.”
,,Hij zal zijn tanden er op stuk bijten.”
Ze kwamen geen stap dichter bij elkaar. Ik voelde wel aan datgeen van beiden over mijn lot zou beschikken. Het verlossende woord moest van meneer Costeau komen. Hij kneep zijn lippen peinzend samen, draaide zijn stropdas om zijn duim. ,,Jonas”, vroeg hij, ,,heb je enig idee wat je tegen kunt komen?”
Windstilte. De drie-eenheid stond rond mijn stoel en keek op me neer. Ik dacht na welk antwoord het meest in mijn voordeel zou werken. Ik keek naar juffrouw Spaak; ze knikte en schudde haar hoofd tegelijk. Zure lentegeuren.
,,Als ik het niet doe, zal ik het ook nooit te weten komen.”
Meneer Costeau glimlachte. Hij liet zijn stropdas los en legde zijn hand op mijn schouder. ,,Ach ja, als jij zo graag wilt, wie zijn wij dan om je tegen te houden? Maar je begint met het oplossen van de knelpunten bij ons, in de kelder. Ik wens je alle succes. Olga, help jij Jonas bij de voorbereiding?”
Eugenie sloeg een hand voor haar mond. Olga Spaak knikte geestdriftig, haar rode krullen dansten om haar hoofd. En meneer Costeau trok zijn hand van me af. Ik stond op uit de stoel. Een vreemde kracht drukte op mijn benen, alsof in de voorbije minuten mijn gewicht verdubbeld was. Met wankele passen verliet ik het oog van de wervelstorm.
Comments are closed.