Het lesbord

Twee sleutelgaten. Alleen de onderste accepteert de sleutel. Verstopt achter een kast bevindt zich de schakelaar. Nog net geen zwarte draaischakelaar, maar echt nieuw ook weer niet. Het is er koud. De gebruikelijke laag stof maakt veel wit grijs.

Stapels nieuwe voorlichtingsfolders bewijzen dat het magazijn nog regelmatig wordt gebruikt. TU-truien van enkele lustra geleden, maar ook de groene van het laatste lustrum liggen nog in dozen te wachten.

Bovenop de kast die de lichtknop verbergt liggen langwerpige piepschuimen dozen. Hierin zitten metalen borden met allemaal gleufjes. Sporen van slijtage zijn het bewijs dat ze zijn gebruikt. In sommige gleufjes zitten smalle balkjes met daarop teksten als ‘week 13’ en ‘8.30 – 10.30’. Er zijn veel open plaatsen, maar het is duidelijk een weekindeling.

Volgens B. van Goor zijn het lesroosterborden. ,,Tot midden jaren tachtig werden ze gebruikt bij het indelen van de lesroosters. Deze borden hingen dan aan de keldermuur van wat nu de opslag van de Diec is. Alle faculteiten konden hun rooster erop invullen. Wiskunde als eerste, want die faculteit verzorgde wiskunde-onderwijs aan de meeste faculteiten.”

Van Goor, nu werkzaam bij IO, heeft nog in het hoofdgebouw met de borden gewerkt. De toenmalige commissie ‘gids en lesrooster’ stelde op het bord het rooster samen voor de studiegids. ,,Eén keer per jaar werd er dan ‘ingehangen’ en kwamen alle faculteiten naar de kelder om hun rooster te bepalen. In de kleine kelder verliep dat vaak rumoerig en niet altijd zonder problemen. Iets dat al ingehangen was, moest wel eens veranderd worden. Dan ging iemand op een tafel staan en riep de verandering om. Dat gaf altijd weer problemen bij een andere faculteit.”

,,Als alles was ingedeeld werden de borden gefotografeerd. De eerste keer moesten alle borden daarvoor naar de kelder van het oude gebouw van Civiele Techniek (oude bibliotheek, red.). Daar zat de fotografische dienst. Bij aankomst waren balkjes uit de borden gevallen. De fotograaf heeft die er toen zelf ingezet, maar niet op de plaats waar ze thuishoorden. Je kunt de gevolgen raden.”

In de kelders van het hoofdgebouw bevindt zich de opslag van de Dienst in- en externe communicatie (Diec). Voor de zware toegangsdeur houdt een oud kopieerapparaat de wacht. Twee sleutelgaten. Alleen de onderste accepteert de sleutel. Verstopt achter een kast bevindt zich de schakelaar. Nog net geen zwarte draaischakelaar, maar echt nieuw ook weer niet. Het is er koud. De gebruikelijke laag stof maakt veel wit grijs.

Stapels nieuwe voorlichtingsfolders bewijzen dat het magazijn nog regelmatig wordt gebruikt. TU-truien van enkele lustra geleden, maar ook de groene van het laatste lustrum liggen nog in dozen te wachten.

Bovenop de kast die de lichtknop verbergt liggen langwerpige piepschuimen dozen. Hierin zitten metalen borden met allemaal gleufjes. Sporen van slijtage zijn het bewijs dat ze zijn gebruikt. In sommige gleufjes zitten smalle balkjes met daarop teksten als ‘week 13’ en ‘8.30 – 10.30’. Er zijn veel open plaatsen, maar het is duidelijk een weekindeling.

Volgens B. van Goor zijn het lesroosterborden. ,,Tot midden jaren tachtig werden ze gebruikt bij het indelen van de lesroosters. Deze borden hingen dan aan de keldermuur van wat nu de opslag van de Diec is. Alle faculteiten konden hun rooster erop invullen. Wiskunde als eerste, want die faculteit verzorgde wiskunde-onderwijs aan de meeste faculteiten.”

Van Goor, nu werkzaam bij IO, heeft nog in het hoofdgebouw met de borden gewerkt. De toenmalige commissie ‘gids en lesrooster’ stelde op het bord het rooster samen voor de studiegids. ,,Eén keer per jaar werd er dan ‘ingehangen’ en kwamen alle faculteiten naar de kelder om hun rooster te bepalen. In de kleine kelder verliep dat vaak rumoerig en niet altijd zonder problemen. Iets dat al ingehangen was, moest wel eens veranderd worden. Dan ging iemand op een tafel staan en riep de verandering om. Dat gaf altijd weer problemen bij een andere faculteit.”

,,Als alles was ingedeeld werden de borden gefotografeerd. De eerste keer moesten alle borden daarvoor naar de kelder van het oude gebouw van Civiele Techniek (oude bibliotheek, red.). Daar zat de fotografische dienst. Bij aankomst waren balkjes uit de borden gevallen. De fotograaf heeft die er toen zelf ingezet, maar niet op de plaats waar ze thuishoorden. Je kunt de gevolgen raden.”