Een aantrekkelijke reclamemast: het lijkt een contradictio in terminis. Toch wist IO’er Mike Overdijk er een te ontwerpen. Hij doorbrak daarbij zelfs een reclameban.
br />
Voor gemeentes zijn billboards en reclamemasten een aardige inkomstenbron, maar er zitten grenzen aan. In het Amsterdamse Sloterdijk, pal naast een drukke verkeersader en dus vruchtbare grond voor reclamemasten, vond men het welletjes.
,,Dat gebied is in trek bij reclame-exploitanten, maar er wordt een restrictief beleid gevoerd”, zegt Mike Overdijk. Hij studeerde onlangs bij Industrieel Ontwerpen (IO) af op een reclamezuil en werkt inmiddels bij zijn stagebedrijf Spectate. ,,Er komt niks meer bij, was de houding van het gemeentebestuur. Er waren nog wel besprekingen met een aantal gegadigden, maar die zaten behoorlijk vast.”
Overdijk viel drie weken voor het eindbesluit het overleg binnen. In een gelikte presentatie zette hij zijn visie over reclamemasten uiteen, en dat maakte indruk. Zijn afstudeerbedrijf mag nu als enige een reclamemast plaatsen. In november verrijst Overdijks ontwerp naast het Nissangebouw. Zijn pilaar prikt 37 meter de lucht in en biedt 9 bij 12 vierkante meter oppervlak voor mededelingen van algemeen nut.
Waarom krijgt een student voor elkaar wat de oude reclamerotten niet lukt? Het geheim: hij heeft een verhaal. ,,Ik kwam erachter dat de meeste adverteerders geen affectie met reclamemasten hebben. Het gaat hen om het advertentieoppervlak, hoe de mast eruit ziet kan ze eigenlijk niet schelen. Om de weerstand tegen reclamemasten weg te nemen, moet je dus van het publiek uitgaan.”
Lolly
Eén probleem: iedereen haat reclamemasten. Overdijk: ,,De meeste mensen vinden ze lelijk, maar kunnen niet goed onder woorden brengen waarom. Dan krijg je antwoorden als: ‘Tja, het lijkt net een enorme lolly.’ Ik wilde weten wat aan die uitspraak ten grondslag ligt. Wat is mooi, wat is lelijk? Elementaire vragen.”
Hij dook in het designverleden om uit te pluizen wat de klassiekers van het prutswerk onderscheidt. Zijn bevindingen verwerkte hij in een matrix waarin hij stap voor stap bepaalde vormelementen wijzigde. Zo kon de IO-student iedereen laten zien wat een bepaalde keuze met het uiterlijk van de mast doet. ,,Je kunt het lolly-effect afzwakken door de mast aan de bovenkant te laten doorsteken. En als je de zuil in drieën deelt, wordt hij breder maar lijkt hij lichter te worden.”
Met computerrenderings schaafde hij zo voortdurend aan de vorm. ,,Ik heb de hele esthetiek zo breed mogelijk aangepakt, en uiteindelijk ontstond er een heel duidelijke lijn in. Sober, less is more.”
Dat devies kwam hem mooi van pas bij het overtuigen van anderen. ,,Zorgen dat de vorm behouden blijft, dat is vechten. Maar ik kanonderbouwen waarom die mast er zo uit moet zien. Dat geeft wel een kick, je ontwerp verdedigen voor de eigenaar van een multinational. En dan doodleuk stellen: Nee, het moet zo!”
Wat zijn mast gaat kosten wil Overdijk niet kwijt. ,,Constructiebureaus zijn terughoudend met het geven prijsinformatie. De offertes die ik heb aangevraagd variëren van 300 duizend tot anderhalf miljoen gulden.” Ook de reclame-inkomsten blijven binnenskamers. ,,Er wordt flink op verdiend, meer kan ik er niet over vertellen. Het is een groot geheim, en het heeft me ontzettend veel moeite gekost om dat te achterhalen.”
En zo blijft het geheim van een mooie reclamemast, het geheim van een mooie reclamemast.
Een aantrekkelijke reclamemast: het lijkt een contradictio in terminis. Toch wist IO’er Mike Overdijk er een te ontwerpen. Hij doorbrak daarbij zelfs een reclameban.
Voor gemeentes zijn billboards en reclamemasten een aardige inkomstenbron, maar er zitten grenzen aan. In het Amsterdamse Sloterdijk, pal naast een drukke verkeersader en dus vruchtbare grond voor reclamemasten, vond men het welletjes.
,,Dat gebied is in trek bij reclame-exploitanten, maar er wordt een restrictief beleid gevoerd”, zegt Mike Overdijk. Hij studeerde onlangs bij Industrieel Ontwerpen (IO) af op een reclamezuil en werkt inmiddels bij zijn stagebedrijf Spectate. ,,Er komt niks meer bij, was de houding van het gemeentebestuur. Er waren nog wel besprekingen met een aantal gegadigden, maar die zaten behoorlijk vast.”
Overdijk viel drie weken voor het eindbesluit het overleg binnen. In een gelikte presentatie zette hij zijn visie over reclamemasten uiteen, en dat maakte indruk. Zijn afstudeerbedrijf mag nu als enige een reclamemast plaatsen. In november verrijst Overdijks ontwerp naast het Nissangebouw. Zijn pilaar prikt 37 meter de lucht in en biedt 9 bij 12 vierkante meter oppervlak voor mededelingen van algemeen nut.
Waarom krijgt een student voor elkaar wat de oude reclamerotten niet lukt? Het geheim: hij heeft een verhaal. ,,Ik kwam erachter dat de meeste adverteerders geen affectie met reclamemasten hebben. Het gaat hen om het advertentieoppervlak, hoe de mast eruit ziet kan ze eigenlijk niet schelen. Om de weerstand tegen reclamemasten weg te nemen, moet je dus van het publiek uitgaan.”
Lolly
Eén probleem: iedereen haat reclamemasten. Overdijk: ,,De meeste mensen vinden ze lelijk, maar kunnen niet goed onder woorden brengen waarom. Dan krijg je antwoorden als: ‘Tja, het lijkt net een enorme lolly.’ Ik wilde weten wat aan die uitspraak ten grondslag ligt. Wat is mooi, wat is lelijk? Elementaire vragen.”
Hij dook in het designverleden om uit te pluizen wat de klassiekers van het prutswerk onderscheidt. Zijn bevindingen verwerkte hij in een matrix waarin hij stap voor stap bepaalde vormelementen wijzigde. Zo kon de IO-student iedereen laten zien wat een bepaalde keuze met het uiterlijk van de mast doet. ,,Je kunt het lolly-effect afzwakken door de mast aan de bovenkant te laten doorsteken. En als je de zuil in drieën deelt, wordt hij breder maar lijkt hij lichter te worden.”
Met computerrenderings schaafde hij zo voortdurend aan de vorm. ,,Ik heb de hele esthetiek zo breed mogelijk aangepakt, en uiteindelijk ontstond er een heel duidelijke lijn in. Sober, less is more.”
Dat devies kwam hem mooi van pas bij het overtuigen van anderen. ,,Zorgen dat de vorm behouden blijft, dat is vechten. Maar ik kanonderbouwen waarom die mast er zo uit moet zien. Dat geeft wel een kick, je ontwerp verdedigen voor de eigenaar van een multinational. En dan doodleuk stellen: Nee, het moet zo!”
Wat zijn mast gaat kosten wil Overdijk niet kwijt. ,,Constructiebureaus zijn terughoudend met het geven prijsinformatie. De offertes die ik heb aangevraagd variëren van 300 duizend tot anderhalf miljoen gulden.” Ook de reclame-inkomsten blijven binnenskamers. ,,Er wordt flink op verdiend, meer kan ik er niet over vertellen. Het is een groot geheim, en het heeft me ontzettend veel moeite gekost om dat te achterhalen.”
En zo blijft het geheim van een mooie reclamemast, het geheim van een mooie reclamemast.
Comments are closed.