Opinie

Het einde van de stad in postmoderne verpakking

Van Rem Koolhaas weten we dat hij niet is geboren om in een achtergrondkoortje te zingen. Al twee decennia bestookt hij de wereld met zijn eigenzinnige opvattingen over architectuur.

Hoewel zijn bureau OMA veel opdrachten misliep, staat hij met Euralille nu ook als ‘bouwer’ stevig op de kaart. Een ander megaproject verscheen onlangs in drukvorm: ‘S,M,L,XL’. Een boekwerk van bijbelse omvang in postmoderne verpakking waarin het einde van de stad wordt afgekondigd.

Een paar jaar geleden konden we in de krant lezen dat het personeel van OMA al maandenlang geen salaris meer had ontvangen. Doordat het bureau een aantal belangrijke opdrachten was misgelopen, zoals het stadhuis in Den Haag en het Zentrum für Kunst und Medientechnology in Karlsruhe, stond het op de rand van het faillissement. Tot ongenoegen van zijn medewerkers had Koolhaas nog wel juist een dure sportwagen aangeschaft. Dit gaf het nieuws een tragikomische draai, zodat vriend en vijand zich vol leedvermaak lagen te verkneukelen.

‘Wie ’t laatst lacht, lacht het best’ zal Koolhaas hebben gedacht, want hij is allerminst van het toneel verdwenen. De eerste fase van Euralille (eigenlijk zou het moeten worden omgedoopt tot Eurolille), het gigantische TGV-overstapstation in het Noordfranse Lille, waar OMA het masterplan voor maakte, is voltooid. En dat is niet het enige prestigeproject dat nu en straks op zijn visitekaartje prijkt. Ook in Oost- en Zuid-Azië, de bouwplaats van de volgende eeuw, maakt hij zoveel hoofdbuigingen en is hij dusdanig gezien dat hem met een gerust hart, mocht dat inmiddels nog nodig zijn, surséance van betaling kan worden verleend.

Toepasselijk genoeg zijn de eerste bladzijden van ‘S,M,L,XL’ ingeruimd voor grafieken waarin verslag wordt gedaan van OMA’s dalende inkomsten, het krimpende personeelsbestand en, typerend voor de kosmopoliet die Koolhaas is: de stijgende hoeveelheid reiskilometers en hotelovernachtingen. De vermelding ervan valt gemakkelijk te interpreteren als een uitdrukking van miskenning, die ook op andere plaatsen in het Engelstalige boek veelvuldig opdoemt. ,,Mass graves without tombstones”, luidt zijn omschrijving van ‘prijsvragen’: ,,Never has a single profession been so shamelessly drained of energy and money as architecture in the past 15 years.”
Symfonie

Maar de miskenning uit zich bovenal in kritiek op het door hem vermaledijde, calvinistische Nederland. Vooral het troebele beleid ten aanzien van het Groene Hart moet het ontgelden. In de jaren tachtig is het landschap volgens hem veranderd in een ‘karikatuur’. De zone rond het Groene Hart is opgevuld met ,,de minst dichte architectuur van de laagste kwaliteit ter wereld”. We kunnen hem niet geheel ongelijk geven, hoezeer hij zich ook als criticaster en profeet in zijn essay’s ontpopt als een telg uit domineesland.

Dat doet hij op een ander vlak juist weer niet, want Koolhaas heeft van bescheidenheid, dat hier toch ook kan bogen op een gedegen traditie, geen enkele last. ‘S,M,L,XL’ is met zijn dikte van 1346 pagina’s zowel een ego- als een bedrijfsdocument, waarin de prestaties van zijn bureau breed worden uitgemeten. Het skelet is een catalogus van al het werk dat OMA tot nu toe verrichtte. Overeenkomstig de titel is het ingedeeld naar omvang en gewicht, van small tot extra large, zodat het boek de vorm heeft van een symfonie die bestaat uit één lange crescendo. En dit opgevuld met een pletora aan beschouwingen, manifesten en notities. In de linkermarge is een dictionnaire opgenomen met meer dan duizend uitspraken van romanschrijvers, architecten en wetenschappers die tezamen het intellectuele referentiekader vormen. ,,Okay, I was the kind of guy who hadto be superior to everyone all the time…”, lezen we onder het lemma ‘accepted‘, een zinsnede ontleend aan ‘Slaves of New York’ van de schrijfster Tama Janowitz.

Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat we ‘S,M,L,XL’ niet kunnen afdoen als het monsterkind van een opgeblazen ego. De overdonderende hoeveelheid beeldmateriaal, waarin nagenoeg geen enkel genre ontbreekt, is van zeer hoog niveau. De opmaak en de typografie zijn met gebruikmaking van alle mogelijkheden die de computer daartoe biedt, ronduit prachtig. Bovendien zijn beeld en tekst een welhaast perfect huwelijk aangegaan, zodat het boek, waaraan ook Bruce Mau en tal van anderen een bijdrage hebben geleverd, staat als een brutale wolkenkrabber.

En dat is niet zomaar een metafoor, want de roots van Koolhaas, en dat wisten we van zijn vorige boek ‘Delirious New York’ (1978), liggen in de twintigste eeuw – en zijn horizon in het volgende millennium. Hij voorziet dat de wolkenkrabber als enige bouwtype in de toekomst zal overleven, en ook daarin heeft hij waarschijnlijk grotendeels gelijk. Vanuit het oogpunt van het vakgebied heeft hij daar niet de minste moeite mee. ,,Only Bigness instigates the regime of complexity that mobilizes the full intelligence of architecture and its related fields.

Het slotakkoord, onder de titel ‘The Generic City‘, is een prikkelende beschouwing over het einde van de historische, centraalgerichte stad. Het zal menigeen als een diabolisch visioen in de oren klinken, maar in feite is het nu al bezig zich te voltrekken. Met name in Azië zal er in transit geleefd worden in supergrote megasteden. Hun meest karakteristieke elementen zijn snelwegen, luchthavens en hotels. De overheersende stijl is postmodern, ,,and will always remain so”, schrijft Koolhaas met veel aplomb. En tot besluit: ,,The city is no longer. We can leave the theater now…”. Maar dan is òns het lachen allang vergaan.

‘S,M,L,XL’ is een publikatie van 010 Uitgevers in Rotterdam, ISBN-nummer 90 6450 210 2 ;prijs fl. 135,-


Figuur 1 Rem Koolhaas

Mannus van der Laan

Van Rem Koolhaas weten we dat hij niet is geboren om in een achtergrondkoortje te zingen. Al twee decennia bestookt hij de wereld met zijn eigenzinnige opvattingen over architectuur. Hoewel zijn bureau OMA veel opdrachten misliep, staat hij met Euralille nu ook als ‘bouwer’ stevig op de kaart. Een ander megaproject verscheen onlangs in drukvorm: ‘S,M,L,XL’. Een boekwerk van bijbelse omvang in postmoderne verpakking waarin het einde van de stad wordt afgekondigd.

Een paar jaar geleden konden we in de krant lezen dat het personeel van OMA al maandenlang geen salaris meer had ontvangen. Doordat het bureau een aantal belangrijke opdrachten was misgelopen, zoals het stadhuis in Den Haag en het Zentrum für Kunst und Medientechnology in Karlsruhe, stond het op de rand van het faillissement. Tot ongenoegen van zijn medewerkers had Koolhaas nog wel juist een dure sportwagen aangeschaft. Dit gaf het nieuws een tragikomische draai, zodat vriend en vijand zich vol leedvermaak lagen te verkneukelen.

‘Wie ’t laatst lacht, lacht het best’ zal Koolhaas hebben gedacht, want hij is allerminst van het toneel verdwenen. De eerste fase van Euralille (eigenlijk zou het moeten worden omgedoopt tot Eurolille), het gigantische TGV-overstapstation in het Noordfranse Lille, waar OMA het masterplan voor maakte, is voltooid. En dat is niet het enige prestigeproject dat nu en straks op zijn visitekaartje prijkt. Ook in Oost- en Zuid-Azië, de bouwplaats van de volgende eeuw, maakt hij zoveel hoofdbuigingen en is hij dusdanig gezien dat hem met een gerust hart, mocht dat inmiddels nog nodig zijn, surséance van betaling kan worden verleend.

Toepasselijk genoeg zijn de eerste bladzijden van ‘S,M,L,XL’ ingeruimd voor grafieken waarin verslag wordt gedaan van OMA’s dalende inkomsten, het krimpende personeelsbestand en, typerend voor de kosmopoliet die Koolhaas is: de stijgende hoeveelheid reiskilometers en hotelovernachtingen. De vermelding ervan valt gemakkelijk te interpreteren als een uitdrukking van miskenning, die ook op andere plaatsen in het Engelstalige boek veelvuldig opdoemt. ,,Mass graves without tombstones”, luidt zijn omschrijving van ‘prijsvragen’: ,,Never has a single profession been so shamelessly drained of energy and money as architecture in the past 15 years.”
Symfonie

Maar de miskenning uit zich bovenal in kritiek op het door hem vermaledijde, calvinistische Nederland. Vooral het troebele beleid ten aanzien van het Groene Hart moet het ontgelden. In de jaren tachtig is het landschap volgens hem veranderd in een ‘karikatuur’. De zone rond het Groene Hart is opgevuld met ,,de minst dichte architectuur van de laagste kwaliteit ter wereld”. We kunnen hem niet geheel ongelijk geven, hoezeer hij zich ook als criticaster en profeet in zijn essay’s ontpopt als een telg uit domineesland.

Dat doet hij op een ander vlak juist weer niet, want Koolhaas heeft van bescheidenheid, dat hier toch ook kan bogen op een gedegen traditie, geen enkele last. ‘S,M,L,XL’ is met zijn dikte van 1346 pagina’s zowel een ego- als een bedrijfsdocument, waarin de prestaties van zijn bureau breed worden uitgemeten. Het skelet is een catalogus van al het werk dat OMA tot nu toe verrichtte. Overeenkomstig de titel is het ingedeeld naar omvang en gewicht, van small tot extra large, zodat het boek de vorm heeft van een symfonie die bestaat uit één lange crescendo. En dit opgevuld met een pletora aan beschouwingen, manifesten en notities. In de linkermarge is een dictionnaire opgenomen met meer dan duizend uitspraken van romanschrijvers, architecten en wetenschappers die tezamen het intellectuele referentiekader vormen. ,,Okay, I was the kind of guy who hadto be superior to everyone all the time…”, lezen we onder het lemma ‘accepted‘, een zinsnede ontleend aan ‘Slaves of New York’ van de schrijfster Tama Janowitz.

Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat we ‘S,M,L,XL’ niet kunnen afdoen als het monsterkind van een opgeblazen ego. De overdonderende hoeveelheid beeldmateriaal, waarin nagenoeg geen enkel genre ontbreekt, is van zeer hoog niveau. De opmaak en de typografie zijn met gebruikmaking van alle mogelijkheden die de computer daartoe biedt, ronduit prachtig. Bovendien zijn beeld en tekst een welhaast perfect huwelijk aangegaan, zodat het boek, waaraan ook Bruce Mau en tal van anderen een bijdrage hebben geleverd, staat als een brutale wolkenkrabber.

En dat is niet zomaar een metafoor, want de roots van Koolhaas, en dat wisten we van zijn vorige boek ‘Delirious New York’ (1978), liggen in de twintigste eeuw – en zijn horizon in het volgende millennium. Hij voorziet dat de wolkenkrabber als enige bouwtype in de toekomst zal overleven, en ook daarin heeft hij waarschijnlijk grotendeels gelijk. Vanuit het oogpunt van het vakgebied heeft hij daar niet de minste moeite mee. ,,Only Bigness instigates the regime of complexity that mobilizes the full intelligence of architecture and its related fields.

Het slotakkoord, onder de titel ‘The Generic City‘, is een prikkelende beschouwing over het einde van de historische, centraalgerichte stad. Het zal menigeen als een diabolisch visioen in de oren klinken, maar in feite is het nu al bezig zich te voltrekken. Met name in Azië zal er in transit geleefd worden in supergrote megasteden. Hun meest karakteristieke elementen zijn snelwegen, luchthavens en hotels. De overheersende stijl is postmodern, ,,and will always remain so”, schrijft Koolhaas met veel aplomb. En tot besluit: ,,The city is no longer. We can leave the theater now…”. Maar dan is òns het lachen allang vergaan.

‘S,M,L,XL’ is een publikatie van 010 Uitgevers in Rotterdam, ISBN-nummer 90 6450 210 2 ;prijs fl. 135,-


Figuur 1 Rem Koolhaas

Mannus van der Laan

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.