Opinie

Herijken

De TU Delft gaat flink bezuinigen. Maar liefst 45 miljoen euro moet er de komende jaren structureel bespaard worden. Dit is toch al gauw zo’n tien procent van de totale jaarlijkse inkomsten.

Het college van bestuur (cvb) heeft onlangs al laten doorschemeren dat de organisatorische veranderingen ‘personele gevolgen’ gaan hebben. Toch is grootscheeps verzet van de medewerkers vooralsnog uitgebleven. Weliswaar maakt de studentenraad zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs en is de ondernemingsraad bang dat het niet bij deze ene bezuinigingsronde blijft, maar van massale demonstraties op het Mekelpark is nog geen sprake geweest.
Mogelijk is het nog niet tot iedereen doorgedrongen wat de gevolgen van de bezuinigingsplannen zijn, maar het kan ook zijn dat de landelijke discussie over de overheidsuitgaven de geesten al heeft rijp gemaakt voor bezuinigingen. De hele Nederlandse overheid staat immers voor een zware afslankingsoperatie. Dankzij het werk van twintig ambtelijke werkgroepen wordt de omvang van die operatie langzaam duidelijk. De woningmarkt wordt grondig hervormd, de zorg wordt fors duurder, bijdragen aan defensie, Europa en ontwikkelingswerk staan ter discussie, en het mes gaat in het openbaar bestuur. Met die maatregelen in het vooruitzicht lijken de hervormingen op de TU Delft een peulenschil: als er dertig miljard euro van de overheidsuitgaven af kan, dan moet 45 miljoen bij de universiteit ook nog wel lukken.
Misschien is het ook zo’n gek idee nog niet om eens kritisch naar de eigen organisatie te kijken. Het cvb spreekt van een ‘herijkingsproces’. Normaal gesproken heb ik niet zoveel op met bestuurdersjargon, maar deze keer zit er wel iets moois in de woordkeuze: het is tijd om het hele apparaat eens grondig door te meten en waar nodig uit te balanceren. Want ambtenarenapparaten blijven gestaag uitdijen zo lang het geld uit de lucht blijft vallen. Het is de wet van Parkinson: de hoeveelheid werk neemt recht evenredig toe met het aantal beschikbare uren om het af te krijgen. Daarom biedt deze bezuinigingsronde ook kansen om de organisatie efficiënter en slagvaardiger te maken.
Winstgevend moet een universiteit niet willen worden. Het is en blijft een organisatie die drijft op gemeenschapsgeld. In ruil daarvoor krijgt de maatschappij hoogopgeleide mensen, kennis, en af en toe dat ene idee dat wat oplevert. Het idee dat universiteiten puur op commerciële basis de broek op kunnen houden, het marktprincipe van ‘u vraagt wij draaien’, vormt een gevaar voor het vrije onderzoek. Maar dat hoeft niet te betekenen dat we niet zorgvuldig met de beschikbare middelen zouden moeten omgaan.
Het is nog de vraag of de bestuurders beweging kunnen krijgen in de stugge bureaucratie. Het fascinerende van de professionele bureaucratie is dat ze tegen ieders zin uitdijt. Zij heeft haar eigen wil. Harde besluiten aan de top verwateren al snel in de vele kleine koninkrijkjes die de universiteit rijk is. Over een paar maanden moet duidelijk worden welke concrete maatregelen het cvb voor ogen heeft. Misschien komen de spandoeken dan alsnog te voorschijn. Maar op een gezonde manier afslanken kan ook veel voldoening geven.

Daan Schuurbiers reflecteert het komende jaar op het universitaire leven vanaf zijn nieuwe werkplek aan de Universiteit Utrecht.

Plasterk had een ingewikkelde constructie bedacht voor bekostigde instellingen die in het buitenland onderwijs willen verzorgen. Ze zouden daarvoor een aparte rechtspersoon moeten opzetten en mochten alleen op naam van deze dochterorganisatie diploma’s afgeven. Daarmee zou voorkomen worden dat publieke middelen, bedoeld voor Nederlands onderwijs, in buitenlandse dependances verdwijnen.

Vorige week plaatste de Tweede Kamer vraagtekens bij het plan. De constructie was ‘onnodig ingewikkeld’, stelde Halbe Zijlstra van de VVD. Als de overheid wil voorkomen dat publiek geld ‘weglekt’ naar het buitenland, kan dat ook op een minder omslachtige manier, vond Zijlstra.

In een schriftelijke reactie geeft Plasterk toe dat zijn constructie een ongewenst ‘bureaucratisch effect’ heeft. Daarnaast verrichten veel bekostigde instellingen reeds private activiteiten, en bestaan er al regels om het weglekken van publiek geld naar zulke activiteiten te voorkomen.

Plasterk ziet daarom ‘geen inhoudelijke reden’ meer voor zijn eerdere plan. Als hij bekostigde instellingen toch toestaat in het buitenland onderwijs aan te bieden en daar Nederlandse diploma’s aan te verbinden, wil hij in de toekomst wel nog nadere eisen kunnen stellen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.