Ruim de helft van de promovendi aan de Nederlandse universiteiten (51 procent) is werknemer. De rest promoveert op eigen kosten of bijvoorbeeld met een buitenlandse beurs.
De beurs van beurspromovendi ligt doorgaans lager dan het minimumloon. (Foto: Justyne Botor)
Dagblad NRC richtte er maandag de schijnwerper op.
Je kunt in dienst van de universiteit een proefschrift schrijven en de doctorstitel verkrijgen. Dat doet 51 procent van de promovendi in Nederland, plus een kleine groep overige medewerkers met onderzoekstijd (4 procent). Daarnaast zijn er bijvoorbeeld buitenpromovendi, die hun proefschrift in hun vrije tijd of op eigen kosten schrijven. Daartoe behoort zestien procent van alle promovendi, blijkt uit nieuwe cijfers van de Universiteiten van Nederland (UNL).
Er zijn ook promovendi met externe financiering, die bijvoorbeeld van hun werkgever tijd krijgen voor een promotietraject of die met een buitenlandse beurs hiernaartoe komen. Chinese promovendi met een beurs van het China Scholarship Council zijn hier een voorbeeld van. Met name in Groningen zijn er ook veel Nederlandse beurspromovendi, ook wel ‘promotiestudenten’ genoemd. Dit ‘experiment’ met Nederlandse beurspromovendi binnenkort weer op. Minister Dijkgraaf staakt het experiment met Nederlandse beurspromovendi, heeft hij eerder dit jaar laten weten. Er zou te weinig draagvlak voor zijn. Maar buitenlandse beurspromovendi, bijvoorbeeld uit China, kunnen nog altijd komen.
‘Ongemak en schaamte’
NRC schreef maandag uitgebreid over de verschillende promovendi aan de Nederlandse universiteiten. De kop van het artikel: “Ongemak en schaamte over de opmars van gratis promovendi.” De universiteiten krijgen een bonus per promotie: 83 duizend euro. De ‘gratis’ promovendi zouden hierdoor een verdienmodel zijn.
In NRC spreekt hoogleraar stadsgeografie Rivke Jaffe (Universiteit van Amsterdam) van een tweedeling langs raciale scheidslijnen. “Promovendi uit Europa of de VS hebben bijna allemaal een arbeidscontract, terwijl promovendi uit China, Indonesië of Chili met een beurs van 1.350 euro per maand naar Nederland komen.” Overigens kunnen Chinese promovendi met ingang van komend academisch jaar rekenen op iets meer geld. De Chinese overheid besloot onlangs de beurzen te verhogen.
Een aantal universiteiten vult buitenlandse beurzen wel iets aan. De RUG doet dit bijvoorbeeld, waardoor beurspromovendi meer dan 2000 euro per maand ontvangen. Ook de Universiteit van Amsterdam vult de beurzen aan, maar dan tot ongeveer 1650 euro, ontdekte Folia eerder. Universiteit Utrecht overweegt om beurzen te verhogen. De TU Delft vult momenteel beurzen niet aan.
De krant citeert ook de Nijmeegse rector Han van Krieken, die de promotiepremie van 83 duizend euro het liefst zou zien verdwijnen. Volgens hem denken enkele andere bestuurders er ook zo over.
De cijfers
Uit de UNL-cijfers blijken grote verschillen tussen de universiteiten. Groningen heeft veel beurspromovendi, omdat die universiteit bijna als enige voluit deelnam aan het experiment met de promotiestudenten. Maar er zijn nog vijf universiteiten waar de werknemer-promovendus in de minderheid is: zie de grafiek aan het einde van dit artikel.
De TU Delft heeft volgens de cijfers van UNL 2.036 werknemerpromovendi in dienst, wat neerkomt op 67 procent. Daarmee ligt TU Delft iets hoger dan het landelijk gemiddelde. 586 van de onderzoekers zijn beurspromovendus (19 procent) en 316 zijn extern gefinancierde promovendus (10 procent). 75 van de onderzoekers vallen in de categorie ‘buitenpromovendus’ (2 procent).
De kleine Open Universiteit heeft relatief de meeste buitenpromoties (232 van de 304) en Wageningen de meeste promovendi met externe financiering. De Universiteit Leiden kan kennelijk van ruim duizend promovendi niet zeggen hoe ze gefinancierd worden, uit een totaal van 3.900 promovendi.
HOP, Bas Belleman/ Delta
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.