Onderwijs

Hbo-meisjes blijven sneller dan jongens

De kloof tussen jongens en meisjes is in het hbo nog altijd schrikbarend, blijkt uit de jongste cijfers. Jongens halen veel minder vaak hun diploma dan meisjes.

Door de jaren heen blijven de rendementen in het hoger beroepsonderwijs opvallend stabiel. Vijf jaar na aanvang van een hbo-opleiding heeft 57,1 procent een diploma op zak, meldt de HBO-raad. Onder jongens is het minder dan de helft (48,5 procent) en onder meisjes bijna tweederde (64,5 procent). In eerdere jaren waren de verhoudingen ongeveer hetzelfde.

Meer tijd
Zelfs als ze drie jaar langer de tijd krijgen om de achterstand in te lopen, slagen jongens er niet in hetzelfde te bereiken als meisjes in vijf jaar tijd. Na acht jaar studeren heeft 63,1 procent van de jongens het diploma gehaald. Onder meisjes is het percentage dan al opgelopen tot 73,4 procent.

Afhaken
Als studenten afhaken, doen ze dat meestal in het eerste studiejaar. Na één jaar was 15,5 procent van de lichting uit 2008 ermee opgehouden. Een jaar eerder was dat 17,5 procent, maar het schommelt door de jaren heen. Mannen vallen al in het eerste jaar iets vaker uit dan vrouwen. Van alle overblijvers haalt driekwart binnen vijf jaar het diploma, aldus de cijferaars van de HBO-raad.

Allochtoon-autochtoon
Niet-westerse allochtonen hebben nog altijd een fiks lager rendement dan autochtone hbo-studenten. En de mannen onder hen scoren al helemaal dramatisch: slechts 36,5 procent van hen heeft in vijf jaar het diploma op zak. Vorig jaar deden meisjes van niet-westerse afkomst het even goed als autochtone jongens, maar dit jaar zijn beide groepen enigszins teruggevallen en blijven de allochtone meisjes weer iets achter op de autochtone jongens: 48,9 om 50,4 procent.

Instellingen
Verschillen tussen onderwijsinstellingen zijn lastig te duiden. Fontys Hogescholen heeft bijvoorbeeld een hoger rendement (60,3 procent na vijf jaar) dan de Hogeschool Inholland (55,0 procent), maar of dat iets zegt over de kwaliteit van het onderwijs? Meisjes en allochtonen doen het beter bij Fontys dan bij Inholland, maar bij die laatste hogeschool scoren autochtone jongens juist iets beter.

Zaterdag maakte de WK-debutante deel uit van de (overigens niet-olympische) vier-zonder die de twee kilometer lange race afsloot in 6:31.34, ongeveer vijf seconden sneller dan de nummers twee en drie, Amerika en Canada. Een dag later veroverde Achterberg met de damesacht ook nog eens het brons in een boot waarvan de bezetting voor driekwart afweek van de zilveren medailleploeg in Peking vorig jaar. Een van de zes andere nieuwelingen was Achterbergs clubgenote Sytske de Groot die eveneens debuteerde op een WK.

Brons was er ook voor Lagaaier Olivier Siegelaar en stuurman Peter Wiersum (Proteus) die beiden deel uitmaakten van de Holland Acht. Na een trage start rukte de boot op naar een derde positie, waarna zij met een minimale voorsprong van achthonderdste seconde op de oprukkende Polen nog net de derde plaats veilig kon stellen.

Dezelfde kleur medaille kwam in het bezit van Ryan den Drijver van Laga, als stuurman van de eveneens als derde eindigende lichte acht. In juni veroverde dezelfde boot nog goud bij de laatste wereldbekerwedstrijd in Luzern. Ook de zesde Delftenaar, Roeland Lievens, leek op medaillekoers te liggen. In de finalerace lag hij met de lichte vier-zonder halverwege op de zilveren positie, totdat een teamgenoot een ‘snoek’ sloeg waardoor de boot afzakte naar de zesde plaats.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.