Campus

Hardlopen aan de tap

Midden in de nacht hardlopen. En dan ook nog eens bijna tweehonderd kilometer. Een aantal studenten uit Delft doet daar niet moeilijk over. Vrijdagnacht beginnen zij aan de Batavierenrace.

br />
Elf teams uit Delft doen dit jaar mee aan de legendarische Batavierenrace. Elk team, bestaande uit 25 leden, moet van Nijmegen naar Enschede lopen. Dit gaat in estafettevorm, ieder teamlid neemt een deel van de afstand voor zijn rekening. De start vindt plaats om middernacht.

Emile Bol en Wouter van der Star, beiden zesdejaars scheikundige technologie, doen ook mee. Zij zitten in het team met de naam ‘Ricardis partyzone & Friends’. Van der Star legt uit hoe die naam is ontstaan: ,,Ik woon zelf in de Ricardishof. De begane grond noemen we de ‘party zone’. Ongeveer tien bewoners van die verdieping zitten in het team. Met nog wat vrienden en een paar zussen is de groep compleet.”

Twee jaar geleden is het team opgericht door Van der Star. ,,Ik werd altijd een paar dagen voor de race gevraagd om mee te lopen met een team. Dat kwam altijd slecht uit. Daarom besloot ik zelf een team op te richten, zodat ik rekening kon houden met de race.” De teamleden hebben dus al enige ervaring. Bol: ,,We hebben al één keer eerder meegedaan. We zijn toen van alle gefinishte teams als drie na laatste geëindigd. Maar dat kwam omdat we niet genoeg lopers hadden. Vorig jaar ging de race niet door vanwege de MKZ-crisis.”

Lol

Het ‘Ricardis’-team doet niet mee om te winnen. Van der Star: ,,Het is gewoon leuk om zoiets mee te maken. Het gaat niet zozeer om het lopen alleen. Je kunt aangegeven of je een recreatief team bent of een snelle ploeg.” Maar, recreatief team of niet, er moet toch getraind worden. Acht kilometer loop je niet zomaar. Volgens Bol valt dat wel mee: ,,Er wordt altijd geroepen dat we gaan trainen maar uiteindelijk traint iedereen hoogstens één of twee keer. Eigenlijk geldt voor ons: lang leve de lol. Er zijn zelfs mensen in het team die al jaren niet meer hebben hardgelopen.”

Een belangrijk onderdeel van de Batavierenrace is het afsluitende feest. Dit jaar pakt de organisatie extra groot uit. De race viert namelijk haar zesde lustrum. Van der Star: ,,Twee jaar geleden was het feest erg goed. Dat zal dit jaar ook weer zo zijn. Maar het is niet zo dat we vooral meedoen voor het feest. De combinatie van de race en het feest maakt het leuk.”

Ook tijdens de race is er tijd voor ontspanning. ,,Tijdens de laatste etappe doen mensen altijd iets aparts. Twee jaar geleden hadden we een stellage geklust waar een whiskyfles aan hing. Die zette onze laatste loper dan op zijn hoofd, zodat hij constant die fles voor zich zag hangen. Ook dit jaar hebben we weer wat bedacht. Eigenlijk is het nog geheim, maar onze laatste loper krijgt een ’thuis-tap’ met een vlaggetje op zijn rug”, verklapt Van der Star.

Het grootste probleem van de teams is mensen vinden. De etappes zijn verdeeld in mannen- en vrouwenetappes. Bol: ,,Vooral vrouwen die acht kilometer willen lopen zijn moeilijk te vinden. Zeker hier in Delft.” Maar dit jaar is het gelukt. ,,We zitten al helemaal vol, zelfs al een week van tevoren.”

Training

Naast de recreatieve teams is er ook een team uit Delft dat wel degelijk voor de winst gaat. Dat ‘TU-Delft-team’ bestaat vooral uit leden van de Delftse Studenten Atletiek Vereniging ‘De Delvers’. Jan Manschot is één van de lopers. ,,Ons doel is om bij de eerste drie universiteitsteams te eindigen. Universiteitsteams mogen geen studenten van andere universiteiten bevatten. Omdat we willen winnen, bestaat ons team vooral uit mensen die wekelijks hardlopen.” De meeste teamleden trainen twee keer per week. En de laatste twee maanden zelfs drie keer. Op donderdagavond is er namelijk een training voor alle deelnemers aan de Batavierenrace.

Zelfs het TU-team had moeite om aan lopers te komen. ,,We hadden een damestekort. Die hebben we toen overal vandaan geplukt. Het moesten natuurlijk wel mensen zijn die al een beetje konden hardlopen”, vertelt Manschot.

Het TU-team heeft geen ludieke actie of rare uitdossing in de laatste etappe. Maar toch is die slotetappe erg belangrijk voor ze, vertelt Manschot: ,,De snelle teams zetten altijd hun snelste loper in de laatste ronde. Het is een soort prestigeslag geworden. Wanneer je de race niet hebt gewonnen, maakt het winnen van de slotetappe toch heel veel goed. Maar ons hoofddoel blijft toch het behalen van de winst!”

Midden in de nacht hardlopen. En dan ook nog eens bijna tweehonderd kilometer. Een aantal studenten uit Delft doet daar niet moeilijk over. Vrijdagnacht beginnen zij aan de Batavierenrace.

Elf teams uit Delft doen dit jaar mee aan de legendarische Batavierenrace. Elk team, bestaande uit 25 leden, moet van Nijmegen naar Enschede lopen. Dit gaat in estafettevorm, ieder teamlid neemt een deel van de afstand voor zijn rekening. De start vindt plaats om middernacht.

Emile Bol en Wouter van der Star, beiden zesdejaars scheikundige technologie, doen ook mee. Zij zitten in het team met de naam ‘Ricardis partyzone & Friends’. Van der Star legt uit hoe die naam is ontstaan: ,,Ik woon zelf in de Ricardishof. De begane grond noemen we de ‘party zone’. Ongeveer tien bewoners van die verdieping zitten in het team. Met nog wat vrienden en een paar zussen is de groep compleet.”

Twee jaar geleden is het team opgericht door Van der Star. ,,Ik werd altijd een paar dagen voor de race gevraagd om mee te lopen met een team. Dat kwam altijd slecht uit. Daarom besloot ik zelf een team op te richten, zodat ik rekening kon houden met de race.” De teamleden hebben dus al enige ervaring. Bol: ,,We hebben al één keer eerder meegedaan. We zijn toen van alle gefinishte teams als drie na laatste geëindigd. Maar dat kwam omdat we niet genoeg lopers hadden. Vorig jaar ging de race niet door vanwege de MKZ-crisis.”

Lol

Het ‘Ricardis’-team doet niet mee om te winnen. Van der Star: ,,Het is gewoon leuk om zoiets mee te maken. Het gaat niet zozeer om het lopen alleen. Je kunt aangegeven of je een recreatief team bent of een snelle ploeg.” Maar, recreatief team of niet, er moet toch getraind worden. Acht kilometer loop je niet zomaar. Volgens Bol valt dat wel mee: ,,Er wordt altijd geroepen dat we gaan trainen maar uiteindelijk traint iedereen hoogstens één of twee keer. Eigenlijk geldt voor ons: lang leve de lol. Er zijn zelfs mensen in het team die al jaren niet meer hebben hardgelopen.”

Een belangrijk onderdeel van de Batavierenrace is het afsluitende feest. Dit jaar pakt de organisatie extra groot uit. De race viert namelijk haar zesde lustrum. Van der Star: ,,Twee jaar geleden was het feest erg goed. Dat zal dit jaar ook weer zo zijn. Maar het is niet zo dat we vooral meedoen voor het feest. De combinatie van de race en het feest maakt het leuk.”

Ook tijdens de race is er tijd voor ontspanning. ,,Tijdens de laatste etappe doen mensen altijd iets aparts. Twee jaar geleden hadden we een stellage geklust waar een whiskyfles aan hing. Die zette onze laatste loper dan op zijn hoofd, zodat hij constant die fles voor zich zag hangen. Ook dit jaar hebben we weer wat bedacht. Eigenlijk is het nog geheim, maar onze laatste loper krijgt een ’thuis-tap’ met een vlaggetje op zijn rug”, verklapt Van der Star.

Het grootste probleem van de teams is mensen vinden. De etappes zijn verdeeld in mannen- en vrouwenetappes. Bol: ,,Vooral vrouwen die acht kilometer willen lopen zijn moeilijk te vinden. Zeker hier in Delft.” Maar dit jaar is het gelukt. ,,We zitten al helemaal vol, zelfs al een week van tevoren.”

Training

Naast de recreatieve teams is er ook een team uit Delft dat wel degelijk voor de winst gaat. Dat ‘TU-Delft-team’ bestaat vooral uit leden van de Delftse Studenten Atletiek Vereniging ‘De Delvers’. Jan Manschot is één van de lopers. ,,Ons doel is om bij de eerste drie universiteitsteams te eindigen. Universiteitsteams mogen geen studenten van andere universiteiten bevatten. Omdat we willen winnen, bestaat ons team vooral uit mensen die wekelijks hardlopen.” De meeste teamleden trainen twee keer per week. En de laatste twee maanden zelfs drie keer. Op donderdagavond is er namelijk een training voor alle deelnemers aan de Batavierenrace.

Zelfs het TU-team had moeite om aan lopers te komen. ,,We hadden een damestekort. Die hebben we toen overal vandaan geplukt. Het moesten natuurlijk wel mensen zijn die al een beetje konden hardlopen”, vertelt Manschot.

Het TU-team heeft geen ludieke actie of rare uitdossing in de laatste etappe. Maar toch is die slotetappe erg belangrijk voor ze, vertelt Manschot: ,,De snelle teams zetten altijd hun snelste loper in de laatste ronde. Het is een soort prestigeslag geworden. Wanneer je de race niet hebt gewonnen, maakt het winnen van de slotetappe toch heel veel goed. Maar ons hoofddoel blijft toch het behalen van de winst!”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.