De Eerste Wereldoorlog als live animatiefilm. Huisgenoten Ilse Rijneveld en Bettina Herrlich zagen de premiere van ‘De Grote Oorlog’ van theatergezelschap Hotel Modern in de Rotterdamse Schouwburg.
Rijneveld: ,,Het was een soort poppentheater, waarbij gebruik werd gemaakt van geluidsopnames, hoorspelen en een grote videowand waarop de scènes vergroot werden. Er waren geen marionetten of handpoppen, maar voorwerpen en kleine figuren. Op het toneel waren de spelers deze elementen steeds aan het verplaatsen.”
Herrlich: ,,Als je naar het videoscherm keek was je toeschouwer en tegelijkertijd kon je een kijkje achter de schermen nemen. Met de voorstelling was een soort imperfectie verweven. Er waren vaste camera’s, maar voor de lage standpunten gebruikten ze een endoscoop, dat is een klein cameraatje, om beelden te maken.”
Rijneveld: ,,Het verhaal ging over de Eerste Wereldoorlog, beginnend met de moordaanslag in Servië op de Oostenrijkse keizer. Was het de keizer? De scènes waren gebaseerd op brieven van soldaten aan het thuisfront. De brieven werden voorgelezen en tegelijkertijd zag je op het toneel de situatie waarin de brief geschreven is.”
Herrlich: ,,Het was heel plain, ze gebruikten simpele middelen: papieren steden die wegbrandden, een bak met grond en peterselie als bomen, poedersuiker als sneeuw en een aquarium als zee. En dan het geluid erbij; dat schepte echt een geweldige sfeer.”
Rijneveld: ,,Ik vond de uitvoering van het spel heel leuk en origineel. Het verhaal was wat minder sterk, hoewel het een boeiend thema is. Ik zal dit stuk vooral herinneren door de technieken en foefjes die ze gebruikten.”
Herrlich: ,,Van een actrice hoorde ik na afloop dat geprobeerd was het verhaal vanuit een neutraal standpunt te vertellen. Toch vond ik het soms vijandig tegenover ‘moffen’. Zelf ben ik Duitse en ik had het gevoel dat ze de Grausamkeit van de oorlog aan alle kanten meer hadden kunnen benadrukken. Je kunt niet zeggen dat aan de ene kant alleen maar slachtoffers zijn en aan de andere kant alleen maar daders.”
Rijneveld: ,,Ik zag dat niet zo. Voor mij was het meer een verhaal over de waanzin van oorlog in het algemeen. Er was een uitspraak die me wel trof. Op een gegeven moment zei iemand: ‘hoe vaker je sterft, hoe intensiever je leeft’. Dat gaf mooi weer dat je zelf ook een beetje sterft als de mensen om je heen wegvallen.”
Herrlich: ,,Waar komt het begrip ‘moffen’ trouwens vandaan? Bestond dat al wel in de Eerste Wereldoorlog?”
Rijneveld: ,,Het was een soort poppentheater, waarbij gebruik werd gemaakt van geluidsopnames, hoorspelen en een grote videowand waarop de scènes vergroot werden. Er waren geen marionetten of handpoppen, maar voorwerpen en kleine figuren. Op het toneel waren de spelers deze elementen steeds aan het verplaatsen.”
Herrlich: ,,Als je naar het videoscherm keek was je toeschouwer en tegelijkertijd kon je een kijkje achter de schermen nemen. Met de voorstelling was een soort imperfectie verweven. Er waren vaste camera’s, maar voor de lage standpunten gebruikten ze een endoscoop, dat is een klein cameraatje, om beelden te maken.”
Rijneveld: ,,Het verhaal ging over de Eerste Wereldoorlog, beginnend met de moordaanslag in Servië op de Oostenrijkse keizer. Was het de keizer? De scènes waren gebaseerd op brieven van soldaten aan het thuisfront. De brieven werden voorgelezen en tegelijkertijd zag je op het toneel de situatie waarin de brief geschreven is.”
Herrlich: ,,Het was heel plain, ze gebruikten simpele middelen: papieren steden die wegbrandden, een bak met grond en peterselie als bomen, poedersuiker als sneeuw en een aquarium als zee. En dan het geluid erbij; dat schepte echt een geweldige sfeer.”
Rijneveld: ,,Ik vond de uitvoering van het spel heel leuk en origineel. Het verhaal was wat minder sterk, hoewel het een boeiend thema is. Ik zal dit stuk vooral herinneren door de technieken en foefjes die ze gebruikten.”
Herrlich: ,,Van een actrice hoorde ik na afloop dat geprobeerd was het verhaal vanuit een neutraal standpunt te vertellen. Toch vond ik het soms vijandig tegenover ‘moffen’. Zelf ben ik Duitse en ik had het gevoel dat ze de Grausamkeit van de oorlog aan alle kanten meer hadden kunnen benadrukken. Je kunt niet zeggen dat aan de ene kant alleen maar slachtoffers zijn en aan de andere kant alleen maar daders.”
Rijneveld: ,,Ik zag dat niet zo. Voor mij was het meer een verhaal over de waanzin van oorlog in het algemeen. Er was een uitspraak die me wel trof. Op een gegeven moment zei iemand: ‘hoe vaker je sterft, hoe intensiever je leeft’. Dat gaf mooi weer dat je zelf ook een beetje sterft als de mensen om je heen wegvallen.”
Herrlich: ,,Waar komt het begrip ‘moffen’ trouwens vandaan? Bestond dat al wel in de Eerste Wereldoorlog?”
Comments are closed.