Campus

Graaien naar de zwevende schijf

Een Amerikaanse pizzabakker gooide in de jaren zestig een ronde doos naar zijn collega en de frisbee was geboren. Op het TU-sportcentrum bewezen tientallen studenten afgelopen weekeinde dat de spelvorm Ultimate Frisbee is uitgegroeid tot een echte sport.

,,Je wordt een stuk sneller international dan in de voetbalwereld.”

Als een bokser wordt frisbeespeler André Storm uitgeteld door zijn tegenstander, ‘1..2..3..4’. Bij tien moet de felrode schijf die hij in zijn rechterhand heeft, weer door de lucht zweven. Het doel: de eindzone die de grasmat op het TU-sportcentrum het aanzicht geeft van een American Football-veld. ‘Dek die jongen nou eens goed!’, ‘blijf bij die vrouw, geef haar geen ruimte!’. De aansporingen vanaf de kant klinken even fanatiek als bij een voetbalwedstrijd op het hoogste niveau, binnen de lijnen rennen mannen en vrouwen kris kras door elkaar heen, zoals dat zelfs in het korfbal niet is toegestaan.

Frisbeeën tussen de parasols op smalle zandstroken aan zee, het is al lang verleden tijd voor de doorgewinterde spelers die elkaar op deze zondag bestrijden in de vijfde speelronde van de landelijke competitie. ‘Ultimate frisbee’ noemen ze de sport, waarbij de zwevende schijf in het eindvak van het speelveld moet worden gevangen om punten te scoren. ,,Dit is geen strandspelletje meer”, zegt Storm, speler van de TU-vereniging Force Elektro. ,,Vorig jaar speelde ik nog in het voetbalstadion van Slavia Praag in Tsjechië.”

Zojuist heeft hij met vijf teamgenoten in de verlenging verloren van Crunch uit Amsterdam. Niet zo verrassend, want een compleet frisbeeteam telt zeven spelers. Force Elektro maakt nu alleen in theorie nog kans op het Nederlands kampioenschap. ,,Doodzonde”, vindt Storm. ,,We zijn dit seizoen goed begonnen, door blessures en verhinderingen van drie spelers kunnen we de titel wel vergeten.”

Dunbevolkt

De Nederlandse frisbeewereld is altijd dunbevolkt geweest. Eind jaren zestig waaide de sport over uit Amerika. De legende wil dat een pizzabakker uit Californië de frisbee uitvond terwijl hij ronde pizzadozen overgooide met zijn collega’s. Al snel daarna ontdekten studenten de platte schijf, ze bedachten spelregels en in 1972 werd in New Brunswick de eerste wedstrijd tussen twee universiteitenteams gespeeld. Ook in Nederland ontstond een competitie. Inmiddels bestaan er vijfentwintig frisbeeverenigingen die elkaar in drie divisies bestrijden.

De Delftse ontdekker van de frisbeesport heet Ludolf Meester. Hij is docent aan de faculteit Informatie Technologie en Systemen van de TU. ,,Toen ik als student in Amerika verbleef, kwam ik met de sport in aanraking”, vertelt hij. ,,Eenmaal terug in Nederland ging ik weer voetballen, maar miste ik het frisbeeën. Er wordt veel sportiever gespeeld: een scheidsrechter heb je bijvoorbeeld nieteens nodig, met elkaar bepaal je of er een overtreding is gemaakt. Verder ben ik na een wedstrijd ook veel vermoeider dan na een partijtje voetbal. Uiteindelijk heb ik zelf een frisbeevereniging opgericht aan de TU.”

Force Elektro bestaat inmiddels sinds 1993, toch blijkt het moeilijk om studenten te overtuigen van alle voordelen die het frisbee biedt. Ondanks een kraampje op de Owee-markt, een gratis kennismakingscursus en andere promotieacties, schommelt het ledental van de vereniging al jaren tussen de twintig en de vijfentwintig. ,,De meeste studenten hebben altijd gehockeyd of gevoetbald, ze stappen niet zomaar over naar een totaal nieuwe sport”, verklaart Storm.

Snoekduiken

Maar ook landelijk loopt de belangstelling voor het frisbeeën terug. Waar de sport op het toppunt van haar populariteit door vijfhonderd mensen werd beoefend, telt de landelijke bond nu ongeveer 250 leden. ,,Ach, eigenlijk is frisbee altijd een ondergeschoven kindje geweest”, zegt Michiel Kooreman, speler van regerend landskampioen Red Lights Amsterdam. Zelf leerde hij de spelregels van een Amerikaanse toerist in het Vondelpark. ,,We zaten daar met een grote groep jongeren en we werden zo gegrepen door het spel dat we een eigen team oprichten. Dat is nu veertien jaar geleden en in al die tijd hebben we nauwelijks nieuwe leden geworven.”

Ervaring heeft de ploeg van Kooreman wel opgebouwd. Zonder al te veel moeite verslaat Red Lights de eerste tegenstander op het TU-sportcentrum, Disc Devils uit Twente. Met hoge sprongen en snoekduiken graaien de Amsterdammers de frisbee keer op keer uit de lucht in het eindvak. Als Twentenaar Hinderik de Keijzer na ruim een half uur van het veld stapt is zijn shirt doordrenkt met zweet, maar zijn ego onaangetast. ,,Iedereen zegt dat ik een goede wedstrijd heb gespeeld. Natuurlijk hebben we niet gewonnen van Red Lights, maar zij zijn tactisch ook veel verder dan wij. Ze laten ons behoorlijk lopen. Toch heb ik wel eens meer gegeven in een wedstrijd dan vandaag. Op het wereldkampioenschap speelde ik bijvoorbeeld in het Nederlands team, na ieder punt wisselden we de hele ploeg. Zo kon je steeds alles geven”, aldus De Keijzer.

Ook Amsterdammer Michiel Kooreman maakt deel uit van de Nederlandse ploeg. Hij speelde grote toernooien over de hele wereld. Op eigen kosten – dat wel – reisde hij naar sporthallen en voetbalstadions in Japan, Amerika en Duitsland, ,,Het kan ook een voordeel zijn dat weinig mensen je favoriete sport beoefenen”, zegt Kooreman. ,,Als je een beetje aanleg hebt voor frisbeeën, ben je binnen een jaar international. Dat lukt je niet zomaar als voetballer.”

Een Amerikaanse pizzabakker gooide in de jaren zestig een ronde doos naar zijn collega en de frisbee was geboren. Op het TU-sportcentrum bewezen tientallen studenten afgelopen weekeinde dat de spelvorm Ultimate Frisbee is uitgegroeid tot een echte sport. ,,Je wordt een stuk sneller international dan in de voetbalwereld.”

Als een bokser wordt frisbeespeler André Storm uitgeteld door zijn tegenstander, ‘1..2..3..4’. Bij tien moet de felrode schijf die hij in zijn rechterhand heeft, weer door de lucht zweven. Het doel: de eindzone die de grasmat op het TU-sportcentrum het aanzicht geeft van een American Football-veld. ‘Dek die jongen nou eens goed!’, ‘blijf bij die vrouw, geef haar geen ruimte!’. De aansporingen vanaf de kant klinken even fanatiek als bij een voetbalwedstrijd op het hoogste niveau, binnen de lijnen rennen mannen en vrouwen kris kras door elkaar heen, zoals dat zelfs in het korfbal niet is toegestaan.

Frisbeeën tussen de parasols op smalle zandstroken aan zee, het is al lang verleden tijd voor de doorgewinterde spelers die elkaar op deze zondag bestrijden in de vijfde speelronde van de landelijke competitie. ‘Ultimate frisbee’ noemen ze de sport, waarbij de zwevende schijf in het eindvak van het speelveld moet worden gevangen om punten te scoren. ,,Dit is geen strandspelletje meer”, zegt Storm, speler van de TU-vereniging Force Elektro. ,,Vorig jaar speelde ik nog in het voetbalstadion van Slavia Praag in Tsjechië.”

Zojuist heeft hij met vijf teamgenoten in de verlenging verloren van Crunch uit Amsterdam. Niet zo verrassend, want een compleet frisbeeteam telt zeven spelers. Force Elektro maakt nu alleen in theorie nog kans op het Nederlands kampioenschap. ,,Doodzonde”, vindt Storm. ,,We zijn dit seizoen goed begonnen, door blessures en verhinderingen van drie spelers kunnen we de titel wel vergeten.”

Dunbevolkt

De Nederlandse frisbeewereld is altijd dunbevolkt geweest. Eind jaren zestig waaide de sport over uit Amerika. De legende wil dat een pizzabakker uit Californië de frisbee uitvond terwijl hij ronde pizzadozen overgooide met zijn collega’s. Al snel daarna ontdekten studenten de platte schijf, ze bedachten spelregels en in 1972 werd in New Brunswick de eerste wedstrijd tussen twee universiteitenteams gespeeld. Ook in Nederland ontstond een competitie. Inmiddels bestaan er vijfentwintig frisbeeverenigingen die elkaar in drie divisies bestrijden.

De Delftse ontdekker van de frisbeesport heet Ludolf Meester. Hij is docent aan de faculteit Informatie Technologie en Systemen van de TU. ,,Toen ik als student in Amerika verbleef, kwam ik met de sport in aanraking”, vertelt hij. ,,Eenmaal terug in Nederland ging ik weer voetballen, maar miste ik het frisbeeën. Er wordt veel sportiever gespeeld: een scheidsrechter heb je bijvoorbeeld nieteens nodig, met elkaar bepaal je of er een overtreding is gemaakt. Verder ben ik na een wedstrijd ook veel vermoeider dan na een partijtje voetbal. Uiteindelijk heb ik zelf een frisbeevereniging opgericht aan de TU.”

Force Elektro bestaat inmiddels sinds 1993, toch blijkt het moeilijk om studenten te overtuigen van alle voordelen die het frisbee biedt. Ondanks een kraampje op de Owee-markt, een gratis kennismakingscursus en andere promotieacties, schommelt het ledental van de vereniging al jaren tussen de twintig en de vijfentwintig. ,,De meeste studenten hebben altijd gehockeyd of gevoetbald, ze stappen niet zomaar over naar een totaal nieuwe sport”, verklaart Storm.

Snoekduiken

Maar ook landelijk loopt de belangstelling voor het frisbeeën terug. Waar de sport op het toppunt van haar populariteit door vijfhonderd mensen werd beoefend, telt de landelijke bond nu ongeveer 250 leden. ,,Ach, eigenlijk is frisbee altijd een ondergeschoven kindje geweest”, zegt Michiel Kooreman, speler van regerend landskampioen Red Lights Amsterdam. Zelf leerde hij de spelregels van een Amerikaanse toerist in het Vondelpark. ,,We zaten daar met een grote groep jongeren en we werden zo gegrepen door het spel dat we een eigen team oprichten. Dat is nu veertien jaar geleden en in al die tijd hebben we nauwelijks nieuwe leden geworven.”

Ervaring heeft de ploeg van Kooreman wel opgebouwd. Zonder al te veel moeite verslaat Red Lights de eerste tegenstander op het TU-sportcentrum, Disc Devils uit Twente. Met hoge sprongen en snoekduiken graaien de Amsterdammers de frisbee keer op keer uit de lucht in het eindvak. Als Twentenaar Hinderik de Keijzer na ruim een half uur van het veld stapt is zijn shirt doordrenkt met zweet, maar zijn ego onaangetast. ,,Iedereen zegt dat ik een goede wedstrijd heb gespeeld. Natuurlijk hebben we niet gewonnen van Red Lights, maar zij zijn tactisch ook veel verder dan wij. Ze laten ons behoorlijk lopen. Toch heb ik wel eens meer gegeven in een wedstrijd dan vandaag. Op het wereldkampioenschap speelde ik bijvoorbeeld in het Nederlands team, na ieder punt wisselden we de hele ploeg. Zo kon je steeds alles geven”, aldus De Keijzer.

Ook Amsterdammer Michiel Kooreman maakt deel uit van de Nederlandse ploeg. Hij speelde grote toernooien over de hele wereld. Op eigen kosten – dat wel – reisde hij naar sporthallen en voetbalstadions in Japan, Amerika en Duitsland, ,,Het kan ook een voordeel zijn dat weinig mensen je favoriete sport beoefenen”, zegt Kooreman. ,,Als je een beetje aanleg hebt voor frisbeeën, ben je binnen een jaar international. Dat lukt je niet zomaar als voetballer.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.