Opinie

Gevaarlijke stoffen

In Delta 15 stond het artikel: ‘Onrust over gevaarlijke stoffen serieus nemen’ (zie zonodig de online-editie). Wat zijn nu gevaarlijke stoffen? Met keramiek is niets mis zolang we er maar geen te kleine vezels van trekken.

Kwik moet niet ingeademd worden, het cyanide in keukenzout kan geen kwaad zolang het maar ferrocyanide (E535) is.

Als er op basis van kennis met stoffen wordt gewerkt, is er veel mogelijk zonder overbodige risico’s te lopen. Hoe komen we nu aan die kennis? De overheid geeft lijsten uit van gevaarlijke stoffen. Die lijsten hebben echter een zekere achterstand, of ze houden geen rekening met de afwijkende manier waarop een stof voor onderzoek wordt gebruikt. Daardoor kan een stof juist wel gevaarlijk worden.

Voor externe opdrachtgevers van onderzoek is het ook van belang om te weten of hun stoffen geen onvermoede nadelige gezondheidseffecten hebben, al is het maar om te voorkomen dat ze ‘op het verkeerde paard wedden’.

Wat kan een moderne universiteit hierbij betekenen? Het eigen personeel kritisch laten zijn? Dat kan, maar is niet altijd even efficiënt. Het is wel nuttig om te kunnen meedenken met de eventuele externe deskundigen. Al is het maar door ze te wijzen op moderne literatuurzoekmethoden zoals het medische MEDLINE. Dit is zonder abonnement toegankelijk via diverse commerciële sites.

Individuele externe deskundigen kunnen ook niet alles weten en zijn soms ook bedacht voor de juridische implicaties van hun adviezen. Hierdoor kunnen ze niet tot een volledige beredeneerde mening over een stof komen. Het toxicologie-expertsysteem DEREK is mogelijk een goed hulpmiddel om tot een beredeneerde mening te komen. DEREK is van LHASA te Leeds en alleen te gebruiken voor licentiehouders, zie www.chem.leeds.ac.uk/LUK/

De site is wat verouderd maar heeft een tiental nuttige toxicologie-links. Zo heeft het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) bij elke stof ook de synoniemen van de naam van de stof.

Onze eigen TU-bibliotheek mag ook niet onvermeld blijven als bron van informatie. Vooral de open opstelling van boeken is zeer nuttig. Kijk dan niet alleen in de specifieke toxicologieboeken, maar ook in de index van boeken over de betreffende groep van stoffen.

In een voorlichtingsbijeenkomst over asbest op de TU werd genoemd dat er een zekere eigen verantwoordelijkheid van het personeel is bij bijvoorbeeld het gebruik van keramische vezels. Wat is nu de implicatie hiervan bij het toekennen van een schadeclaim als iemand ziek zou worden? Houdt ‘eigen verantwoordelijkheid’ ook in dat het personeel moet aandringen op een zo modern mogelijk onderzoek naar de gezondheidsaspecten van de stoffen waarmee we moeten werken?

Ing. L. Hoek,

Faculteit TNW

In Delta 15 stond het artikel: ‘Onrust over gevaarlijke stoffen serieus nemen’ (zie zonodig de online-editie). Wat zijn nu gevaarlijke stoffen? Met keramiek is niets mis zolang we er maar geen te kleine vezels van trekken. Kwik moet niet ingeademd worden, het cyanide in keukenzout kan geen kwaad zolang het maar ferrocyanide (E535) is.

Als er op basis van kennis met stoffen wordt gewerkt, is er veel mogelijk zonder overbodige risico’s te lopen. Hoe komen we nu aan die kennis? De overheid geeft lijsten uit van gevaarlijke stoffen. Die lijsten hebben echter een zekere achterstand, of ze houden geen rekening met de afwijkende manier waarop een stof voor onderzoek wordt gebruikt. Daardoor kan een stof juist wel gevaarlijk worden.

Voor externe opdrachtgevers van onderzoek is het ook van belang om te weten of hun stoffen geen onvermoede nadelige gezondheidseffecten hebben, al is het maar om te voorkomen dat ze ‘op het verkeerde paard wedden’.

Wat kan een moderne universiteit hierbij betekenen? Het eigen personeel kritisch laten zijn? Dat kan, maar is niet altijd even efficiënt. Het is wel nuttig om te kunnen meedenken met de eventuele externe deskundigen. Al is het maar door ze te wijzen op moderne literatuurzoekmethoden zoals het medische MEDLINE. Dit is zonder abonnement toegankelijk via diverse commerciële sites.

Individuele externe deskundigen kunnen ook niet alles weten en zijn soms ook bedacht voor de juridische implicaties van hun adviezen. Hierdoor kunnen ze niet tot een volledige beredeneerde mening over een stof komen. Het toxicologie-expertsysteem DEREK is mogelijk een goed hulpmiddel om tot een beredeneerde mening te komen. DEREK is van LHASA te Leeds en alleen te gebruiken voor licentiehouders, zie www.chem.leeds.ac.uk/LUK/

De site is wat verouderd maar heeft een tiental nuttige toxicologie-links. Zo heeft het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) bij elke stof ook de synoniemen van de naam van de stof.

Onze eigen TU-bibliotheek mag ook niet onvermeld blijven als bron van informatie. Vooral de open opstelling van boeken is zeer nuttig. Kijk dan niet alleen in de specifieke toxicologieboeken, maar ook in de index van boeken over de betreffende groep van stoffen.

In een voorlichtingsbijeenkomst over asbest op de TU werd genoemd dat er een zekere eigen verantwoordelijkheid van het personeel is bij bijvoorbeeld het gebruik van keramische vezels. Wat is nu de implicatie hiervan bij het toekennen van een schadeclaim als iemand ziek zou worden? Houdt ‘eigen verantwoordelijkheid’ ook in dat het personeel moet aandringen op een zo modern mogelijk onderzoek naar de gezondheidsaspecten van de stoffen waarmee we moeten werken?

Ing. L. Hoek,

Faculteit TNW

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.