Geld de ruimte in

Elke euro betaalt zich zevenvoudig terug, zo zegt hij.

Is dit niet te optimistisch? ,,Nederland heeft net nog dertig miljoen euro betaald om via Amerikaanse satellieten spionage- of communicatiecapaciteit in te kopen”, zegt ir. Robbert Hamann van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. ,,Daar profiteert geen enkel Nederlands bedrijf van. We zijn veel te afhankelijk van Amerika en dat mag best veranderen. Ook loopt alle ruimtevaartexpertise weg naar andere landen als we niet meer investeren.”

Volgens hem lijdt Nederland aan een zuinigheidssyndroom als het op ruimtevaart aankomt. ,,De Belgen besteden meer per hoofd van de bevolking, het dubbele van ons. Dat is met zestien dollar ongeveer evenveel als Europa, maar nog een schijntje vergeleken met de VS. Die sturen alleen al voor civiele doelen honderd dollar per hoofd van de bevolking de ruimte in.”

De ruimtevaart zelf, het lanceren van raketten is niet winstgevend. ,,Waaraan Europa geld kan verdienen zijn de data van satellieten die we rond de aarde brengen”, zegt Hamann. ,,Bijvoorbeeld wat satellieten aan bandbreedte leveren voor telecom. En voor gps-toepassingen. Op dat vlak kan ontzettend veel verbeterd worden.”

Met een gps-satelliet zouden boeren in de toekomst door de EU gecontroleerd kunnen worden of zij een deel van hun grond wel braak hebben liggen, zoals wettelijk is bepaald. Maar ook boeren zelf kunnen profiteren van gps. Je kunt zo nauwkeurig grond in kaart brengen, dat ze met gegevens van hun land in de computer precies op maat kunstmest kunnen uitrijden.”

Volgens Hamann zou er meer gsm-technologie gebruikt kunnen worden. ,,Het zend- en ontvangstvermogen van de huidige satellieten is aangepast aan de vijf procent van de tijd dat het ergens regent. Ze moeten daarom 95 procent van de tijd een veel sterker signaal uitzenden dan noodzakelijk. Gsm-technologie is slimmer. De signaalsterkte past zich aan de kwaliteit van de verbinding aan.” Ook kan er in plaats van één grote zware satelliet beter een groep kleintjes de ruimte in die samenwerken.

Zijn eigen bijdrage ziet hij op elektrotechnisch vlak. ,,We moeten af van die dradentroep in satellieten”, zegt Hamann. ,,Als je dat ziet, denk je: mijn god, is er geen betere elektricien?” (RZ)

Europa loopt achter in de ruimte, zo vindt eurocommissaris Philippe Busquin (onderzoek). Per jaar wil hij 5,4 miljard euro extra aan ruimtevaart spenderen om de concurrentie met landen als Brazilië en India niet te verliezen. Elke euro betaalt zich zevenvoudig terug, zo zegt hij.

Is dit niet te optimistisch? ,,Nederland heeft net nog dertig miljoen euro betaald om via Amerikaanse satellieten spionage- of communicatiecapaciteit in te kopen”, zegt ir. Robbert Hamann van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. ,,Daar profiteert geen enkel Nederlands bedrijf van. We zijn veel te afhankelijk van Amerika en dat mag best veranderen. Ook loopt alle ruimtevaartexpertise weg naar andere landen als we niet meer investeren.”

Volgens hem lijdt Nederland aan een zuinigheidssyndroom als het op ruimtevaart aankomt. ,,De Belgen besteden meer per hoofd van de bevolking, het dubbele van ons. Dat is met zestien dollar ongeveer evenveel als Europa, maar nog een schijntje vergeleken met de VS. Die sturen alleen al voor civiele doelen honderd dollar per hoofd van de bevolking de ruimte in.”

De ruimtevaart zelf, het lanceren van raketten is niet winstgevend. ,,Waaraan Europa geld kan verdienen zijn de data van satellieten die we rond de aarde brengen”, zegt Hamann. ,,Bijvoorbeeld wat satellieten aan bandbreedte leveren voor telecom. En voor gps-toepassingen. Op dat vlak kan ontzettend veel verbeterd worden.”

Met een gps-satelliet zouden boeren in de toekomst door de EU gecontroleerd kunnen worden of zij een deel van hun grond wel braak hebben liggen, zoals wettelijk is bepaald. Maar ook boeren zelf kunnen profiteren van gps. Je kunt zo nauwkeurig grond in kaart brengen, dat ze met gegevens van hun land in de computer precies op maat kunstmest kunnen uitrijden.”

Volgens Hamann zou er meer gsm-technologie gebruikt kunnen worden. ,,Het zend- en ontvangstvermogen van de huidige satellieten is aangepast aan de vijf procent van de tijd dat het ergens regent. Ze moeten daarom 95 procent van de tijd een veel sterker signaal uitzenden dan noodzakelijk. Gsm-technologie is slimmer. De signaalsterkte past zich aan de kwaliteit van de verbinding aan.” Ook kan er in plaats van één grote zware satelliet beter een groep kleintjes de ruimte in die samenwerken.

Zijn eigen bijdrage ziet hij op elektrotechnisch vlak. ,,We moeten af van die dradentroep in satellieten”, zegt Hamann. ,,Als je dat ziet, denk je: mijn god, is er geen betere elektricien?” (RZ)