Hoe moet het onderwijs aan de TU er over vijf jaar uitzien? Die vraag wil de Commissie Onderwijsportfolio snel beantwoord hebben. In de tussenrapportage ‘Focus op Onderwijs’ doet de commissie al tientallen voorstellen.
Studentenraadfractie AAG is het op hoofdlijnen eens met de inhoud van het tussenrapport en is blij met de algemene gedachte: meer aandacht voor onderwijs. Eindelijk zet men zwart op wit dat docenten didactische vaardigheden moeten hebben, dat er voldoende aandacht voor gammavakken moet zijn en dat ook de onderwijsorganisatie van hoge kwaliteit moet zijn. Het lijken open deuren, maar het zijn open deuren die jarenlang dicht bleven!
Wij hebben echter bedenkingen bij enkele voorstellen die door de commissie gedaan worden. De commissie stelt bijvoorbeeld voor om nieuwe, aantrekkelijke opleidingen te beginnen op het raakvlak van techniek en maatschappij, om zo meer studenten naar Delft te trekken. Tegelijk stelt zij voor de bestaande, klassieke opleidingen te moderniseren, door meer aandacht te schenken aan de relatie tussen techniek, menselijk handelen en maatschappelijke vraagstukken.
Wij zijn van mening dat het starten van nieuwe opleidingen niet zinvol is, wanneer een vakkenpakket op het raakvlak van techniek en maatschappij ook als variant binnen een bestaande opleiding kan worden aangeboden. AAG pleit voor meer keuzevrijheid in de huidigestudies, in plaats van voor een wildgroei aan opleidingen.
Verder pleit de commissie voor algemene verbreding van de bachelors. Dit betekent dat er in de toekomst nog maar een beperkt aantal bacheloropleidingen aan de TU zal worden aangeboden dat toegang geeft tot een groot aantal masteropleidingen. De reden om dit te doen is dat de motivatie van studenten zal toenemen.
Het is echter maar de vraag of een brede opleiding werkelijk zo aantrekkelijk is. AAG denkt dat. Wij vinden dat je deze mensen geen verbreding moet opdringen. Als iemand voor hoogstaand onderzoek opgeleid wil worden, moet dat ook in de toekomst mogelijk zijn aan de TU Delft. Wederom geldt hier: breng meer keuzevrijheid aan in de huidige studies.
Fouten maken
Voorts is de commissie van mening dat een kortere studieduur de student, de samenleving en de financiën ten goede komt. Het laatste is ongetwijfeld waar, maar de andere twee zijn niet vanzelfsprekend. Studenten komen naar een universiteit om academisch gevormd te worden. Niet iedere student bereikt dat in vijf jaar.
Er is bijvoorbeeld tijd nodig om fouten te maken en daarvan te leren. Het nastreven van een korte studieduur zal ertoe leiden dat studenten minder tijd aan andere manieren van ontplooiing besteden. Terwijl dat naar onze mening, en die van de commissie, heel belangrijk is. In 2001 werd de TU Delft door werkgevers nog als beste universiteit bestempeld. Ondanks of dankzij de lange studieduur?
De commissie stelt verder dat een student zijn eigen leerproces gaat regisseren. Aan de ene kant vindt AAG dit een positief geluid: het zal motiverend werken als je meer over je eigen leerprogramma te zeggen hebt. Toch willen wij ervoor waken dat dit plan te ver doorgetrokken wordt. In het begin van je studie kun je namelijk als student nog niet overzien wat je aan het eind geleerd wilt en moet hebben, noch kun je inschatten wat de meest logische leervolgorde is.
Een goed leerprogramma heeft een bepaalde opbouw waarover door deskundigen is nagedacht. Wij pleiten ervoor dat dat zo blijft.
De auteurs zijn lid van de studentenraadfractie AAG
www.aag.tudelft.nl . .
Studentenraadfractie AAG is het op hoofdlijnen eens met de inhoud van het tussenrapport en is blij met de algemene gedachte: meer aandacht voor onderwijs. Eindelijk zet men zwart op wit dat docenten didactische vaardigheden moeten hebben, dat er voldoende aandacht voor gammavakken moet zijn en dat ook de onderwijsorganisatie van hoge kwaliteit moet zijn. Het lijken open deuren, maar het zijn open deuren die jarenlang dicht bleven!
Wij hebben echter bedenkingen bij enkele voorstellen die door de commissie gedaan worden. De commissie stelt bijvoorbeeld voor om nieuwe, aantrekkelijke opleidingen te beginnen op het raakvlak van techniek en maatschappij, om zo meer studenten naar Delft te trekken. Tegelijk stelt zij voor de bestaande, klassieke opleidingen te moderniseren, door meer aandacht te schenken aan de relatie tussen techniek, menselijk handelen en maatschappelijke vraagstukken.
Wij zijn van mening dat het starten van nieuwe opleidingen niet zinvol is, wanneer een vakkenpakket op het raakvlak van techniek en maatschappij ook als variant binnen een bestaande opleiding kan worden aangeboden. AAG pleit voor meer keuzevrijheid in de huidigestudies, in plaats van voor een wildgroei aan opleidingen.
Verder pleit de commissie voor algemene verbreding van de bachelors. Dit betekent dat er in de toekomst nog maar een beperkt aantal bacheloropleidingen aan de TU zal worden aangeboden dat toegang geeft tot een groot aantal masteropleidingen. De reden om dit te doen is dat de motivatie van studenten zal toenemen.
Het is echter maar de vraag of een brede opleiding werkelijk zo aantrekkelijk is. AAG denkt dat. Wij vinden dat je deze mensen geen verbreding moet opdringen. Als iemand voor hoogstaand onderzoek opgeleid wil worden, moet dat ook in de toekomst mogelijk zijn aan de TU Delft. Wederom geldt hier: breng meer keuzevrijheid aan in de huidige studies.
Fouten maken
Voorts is de commissie van mening dat een kortere studieduur de student, de samenleving en de financiën ten goede komt. Het laatste is ongetwijfeld waar, maar de andere twee zijn niet vanzelfsprekend. Studenten komen naar een universiteit om academisch gevormd te worden. Niet iedere student bereikt dat in vijf jaar.
Er is bijvoorbeeld tijd nodig om fouten te maken en daarvan te leren. Het nastreven van een korte studieduur zal ertoe leiden dat studenten minder tijd aan andere manieren van ontplooiing besteden. Terwijl dat naar onze mening, en die van de commissie, heel belangrijk is. In 2001 werd de TU Delft door werkgevers nog als beste universiteit bestempeld. Ondanks of dankzij de lange studieduur?
De commissie stelt verder dat een student zijn eigen leerproces gaat regisseren. Aan de ene kant vindt AAG dit een positief geluid: het zal motiverend werken als je meer over je eigen leerprogramma te zeggen hebt. Toch willen wij ervoor waken dat dit plan te ver doorgetrokken wordt. In het begin van je studie kun je namelijk als student nog niet overzien wat je aan het eind geleerd wilt en moet hebben, noch kun je inschatten wat de meest logische leervolgorde is.
Een goed leerprogramma heeft een bepaalde opbouw waarover door deskundigen is nagedacht. Wij pleiten ervoor dat dat zo blijft.
De auteurs zijn lid van de studentenraadfractie AAG
www.aag.tudelft.nl . .
Comments are closed.