Demissionair minister Hermans wil geen nieuwe toponderzoekscholen, maar is wel voor een verhoging van het onderzoeksbudget met tien miljoen gulden.
Het extra geld voor wetenschappelijk onderzoek en het einde van de dieptestrategie (toponderzoekscholen) staan volgens ingewijden aangekondigd in een concept van het Wetenschapsbudget, het stuk waarin minister Hermans zijn wetenschapsbeleid voor de komende jaren uiteenzet. Dat stuk verschijnt later deze maand. Over de punten en komma’s, en ook over de precieze bedragen moet nog beslist worden.
De dieptestrategie hield in dat een grote pot geld, opgebracht door de universiteiten zelf, door onderzoeksfinancier NWO over een klein aantal onderzoeksgroepen werd verdeeld. De TU Delft draagt 7,4 miljoen per jaar bij aan deze pot en krijgt daar weinig voor terug: slechts twee miljoen. Delftse onderzoekers zijn weliswaar bij twee topscholen betrokken, maar het penvoerderschap daarvan ligt bij andere universiteiten. Hermans voorganger Ritzen wilde in 2002 juist een tweede groep topscholen selecteren. Ook daaraan zou Delft 7,4 miljoen per jaar moeten meebetalen.
Hermans onderkent in het Wetenschapsbudget verder het gevaar dat het niveau van de Nederlandse wetenschap afglijdt als er niet meer geld voor komt. De afgelopen tien jaar moest de wetenschap louter bezuinigen. Hermans breekt met die trend door een bescheiden bedrag – volgens het concept tien miljoen gulden – extra te investeren.
Hermans wil de resterende vijftig miljoen gulden uit de dieptestrategie plus het geld dat hij zelf nog extra belooft, steken in een vernieuwingsfonds. Het geld moet niet aan toponderzoek besteed worden, maar liever aan onderzoek op gebieden waar vernieuwingen te verwachten zijn.
Dr. K.W. Maring, hoofd onderwijs en onderzoek van de TU, is blij dat nu niet alleen onderzoekscholen voor extra geld in aanmerking komen. ,,Als goede groepen mee kunnen doen, komen onze Dioc’s beter uit de verf.” (HOP/HOb)
Het extra geld voor wetenschappelijk onderzoek en het einde van de dieptestrategie (toponderzoekscholen) staan volgens ingewijden aangekondigd in een concept van het Wetenschapsbudget, het stuk waarin minister Hermans zijn wetenschapsbeleid voor de komende jaren uiteenzet. Dat stuk verschijnt later deze maand. Over de punten en komma’s, en ook over de precieze bedragen moet nog beslist worden.
De dieptestrategie hield in dat een grote pot geld, opgebracht door de universiteiten zelf, door onderzoeksfinancier NWO over een klein aantal onderzoeksgroepen werd verdeeld. De TU Delft draagt 7,4 miljoen per jaar bij aan deze pot en krijgt daar weinig voor terug: slechts twee miljoen. Delftse onderzoekers zijn weliswaar bij twee topscholen betrokken, maar het penvoerderschap daarvan ligt bij andere universiteiten. Hermans voorganger Ritzen wilde in 2002 juist een tweede groep topscholen selecteren. Ook daaraan zou Delft 7,4 miljoen per jaar moeten meebetalen.
Hermans onderkent in het Wetenschapsbudget verder het gevaar dat het niveau van de Nederlandse wetenschap afglijdt als er niet meer geld voor komt. De afgelopen tien jaar moest de wetenschap louter bezuinigen. Hermans breekt met die trend door een bescheiden bedrag – volgens het concept tien miljoen gulden – extra te investeren.
Hermans wil de resterende vijftig miljoen gulden uit de dieptestrategie plus het geld dat hij zelf nog extra belooft, steken in een vernieuwingsfonds. Het geld moet niet aan toponderzoek besteed worden, maar liever aan onderzoek op gebieden waar vernieuwingen te verwachten zijn.
Dr. K.W. Maring, hoofd onderwijs en onderzoek van de TU, is blij dat nu niet alleen onderzoekscholen voor extra geld in aanmerking komen. ,,Als goede groepen mee kunnen doen, komen onze Dioc’s beter uit de verf.” (HOP/HOb)
Comments are closed.