Wie te weinig studiepunten haalt, mag niet verder met zijn studie? Over dit bindend studieadvies zijn de meningen nog zeer verdeeld.Zijn studenten volwassen genoeg om zelf te kunnen beslissen of ze geschikt zijn voor hun studie? Of moet de onderwijsinstelling ze daarbij ‘helpen’? Een debat over loting en selectie hield dinsdag bij Virgiel zestig deelnemers flink bezig.
De discussie, waarop stafleden en studenten waren afgekomen, was georganiseerd door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb).
‘Selectie van studenten is wenselijk uit maatschappelijk oogpunt en is in het belang van zowel de student als de onderwijsinstelling’, luidde de stelling. De aanwezigen discussiëerden over dit thema met vier sprekers, onder leiding van Karl Dittrich, cvb-voorzitter van de Universiteit Maastricht.
Hugo Suidman, voorzitter van de Studenten Groepering Leiden, vindt het bindend studieadvies een goede manier om niet-geschikte studenten kwijt te raken. In Leiden gebeurt dat al: propedeuse-studenten die minder dan 21 studiepunten halen, kunnen vertrekken. ,,Hierdoor kan de universiteit zich richten op serieuzere studenten. Bovendien trekt het al meer gemotiveerde studenten aan”, meent Suidman. De bestaande drempel kan volgens hem zelfs nog wel omhoog naar 28 studiepunten. ,,Een logische keuze. Als je zes jaar over je studie doet, moet je gemiddeld elk jaar 28 punten halen.”
Marlous Veldt, vice-voorzitter van de LSVb, is het niet eens met deze redenering: ,,Een universiteit wil dat studenten diverse kwaliteiten hebben. Maar is de relatie tussen geschiktheid voor het vak en het aantal behaalde studiepunten wel één op één?” Veldt meent van niet, en dus is selectie niet wenselijk voor studenten.
Rector Wakker keurt het bindend studieadvies daarom alleen goed als het propedeuse-onderwijs helemaal in orde is. Dat kan verbeterd worden, en daar richt de TU zich nu eerst op. Echt bindend zoals in Leiden worden negatieve studieadviezen in Delft niet, als het aan Wakker ligt: ,,Studenten zijn volwassen en als zij denken dat ze de studie toch kunnen halen, ondanks ons negatieve advies, mogen ze verder studeren. Ze kunnen dan echter geen aanspraak maken op extra studiehulp, dat gaat ten koste van de studenten waarin wij wel vertrouwen hebben.” Mensen uit de zaal reageren verbaasd: studenten die hun studie toch wel halen, kunnen dus meer hulp krijgen? Terwijl diegenen die het nodig hebben er geen aanspraak op kunnen maken?
De discussie gaat nog voort over het tijdstip van selectie. Aan de poort zoals de opleiding geneeskunde dat bijvoorbeeld wil? Na één jaar? Of pas na twee jaar, zodat studenten zich in het begin een foutje kunnen permitteren? De Leidse student Suidman begrijpt niet waar iedereen zich zo druk om maakt: ,,Zoveel is dat toch niet, 21 punten? Je kunt er ook voor kiezen om gewoon zestig punten te halen.”
,,Ja, in Leiden”, antwoordt iemand uit de zaal.
Wie te weinig studiepunten haalt, mag niet verder met zijn studie? Over dit bindend studieadvies zijn de meningen nog zeer verdeeld.
Zijn studenten volwassen genoeg om zelf te kunnen beslissen of ze geschikt zijn voor hun studie? Of moet de onderwijsinstelling ze daarbij ‘helpen’? Een debat over loting en selectie hield dinsdag bij Virgiel zestig deelnemers flink bezig. De discussie, waarop stafleden en studenten waren afgekomen, was georganiseerd door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb).
‘Selectie van studenten is wenselijk uit maatschappelijk oogpunt en is in het belang van zowel de student als de onderwijsinstelling’, luidde de stelling. De aanwezigen discussiëerden over dit thema met vier sprekers, onder leiding van Karl Dittrich, cvb-voorzitter van de Universiteit Maastricht.
Hugo Suidman, voorzitter van de Studenten Groepering Leiden, vindt het bindend studieadvies een goede manier om niet-geschikte studenten kwijt te raken. In Leiden gebeurt dat al: propedeuse-studenten die minder dan 21 studiepunten halen, kunnen vertrekken. ,,Hierdoor kan de universiteit zich richten op serieuzere studenten. Bovendien trekt het al meer gemotiveerde studenten aan”, meent Suidman. De bestaande drempel kan volgens hem zelfs nog wel omhoog naar 28 studiepunten. ,,Een logische keuze. Als je zes jaar over je studie doet, moet je gemiddeld elk jaar 28 punten halen.”
Marlous Veldt, vice-voorzitter van de LSVb, is het niet eens met deze redenering: ,,Een universiteit wil dat studenten diverse kwaliteiten hebben. Maar is de relatie tussen geschiktheid voor het vak en het aantal behaalde studiepunten wel één op één?” Veldt meent van niet, en dus is selectie niet wenselijk voor studenten.
Rector Wakker keurt het bindend studieadvies daarom alleen goed als het propedeuse-onderwijs helemaal in orde is. Dat kan verbeterd worden, en daar richt de TU zich nu eerst op. Echt bindend zoals in Leiden worden negatieve studieadviezen in Delft niet, als het aan Wakker ligt: ,,Studenten zijn volwassen en als zij denken dat ze de studie toch kunnen halen, ondanks ons negatieve advies, mogen ze verder studeren. Ze kunnen dan echter geen aanspraak maken op extra studiehulp, dat gaat ten koste van de studenten waarin wij wel vertrouwen hebben.” Mensen uit de zaal reageren verbaasd: studenten die hun studie toch wel halen, kunnen dus meer hulp krijgen? Terwijl diegenen die het nodig hebben er geen aanspraak op kunnen maken?
De discussie gaat nog voort over het tijdstip van selectie. Aan de poort zoals de opleiding geneeskunde dat bijvoorbeeld wil? Na één jaar? Of pas na twee jaar, zodat studenten zich in het begin een foutje kunnen permitteren? De Leidse student Suidman begrijpt niet waar iedereen zich zo druk om maakt: ,,Zoveel is dat toch niet, 21 punten? Je kunt er ook voor kiezen om gewoon zestig punten te halen.”
,,Ja, in Leiden”, antwoordt iemand uit de zaal.
Comments are closed.