Geef ingenieurstitel voor vijf jaar

r. J.F. Bolweg, vice-voorzitter van organisatieadviesbureau Berenschot, hebben ook ingenieurs ‘een houdbaarheidsdatum’. Dat verkondigde hij tijdens het symposium ‘Ingenieurs met toekomst’, waarmee het Universiteitsfonds Delft vorige week donderdag haar vijftiende lustrum vierde. Door de ingenieurstitel, net als andere titels, voor vijf jaar uit te reiken, wordt het ‘bijblijven’ van de afgestudeerde bevorderd. Hij of zij zou de plicht hebben dat aan te tonen. De instelling die de bul verstrekte, moet ook de kennis na vijf jaar controleren.

Minister Hermans, evenals Bolweg inleider op het symposium, liet weten niet voor zo’n tijdelijke titel te voelen. Wel hield hij een pleidooi voor het levenslang leren. De markt van het postdoctorale onderwijs is volgens hem ‘rijp om te oogsten’ – al wilde hij zich daar niet mee bemoeien. ,,U vraagt zich misschien af wat u van de overheid kunt verwachten op dit gebied. Het antwoord is: weinig.”

Over het algemeen is de Delftse ingenieur zich van het gevaar van snel verouderende kennis bewust, zo blijkt uit een enquête die het Universiteitsfonds onder ruim twaalfhonderd alumni liet uitvoeren. Ze blijven bij door vakliteratuur te lezen, contact te hebben met vakgenoten en symposia en congressen te bezoeken. Met name de jongere afgestudeerden houden nog geregeld contact met de TU. Een kwart van de geënquêteerden volgde cursussen van enkele maanden.

De Delftse ingenieur blijft niet bij door veel van baan te wisselen. De gepensioneerden spannen de kroon: zestig procent heeft twintig jaar of langer bij dezelfde werkgever gewerkt. Voor degenen die nu nog werken, ligt dat percentage op vijftien procent. Overigens werken de TU-alumni voornamelijk in het bedrijfsleven (zestig procent). Twintig procent werkt bij de overheid, dertien procent is zelfstandig ondernemer.

In het afsluitende forum bekritiseerden enkele captains of industry de Delftse ingenieursopleidingen. ,,Wij hebben de laatste tijd niet zo veel Delftenaren aangenomen”, aldus ir. H.G. Dijkgraaf, president-directeur van Shell-Nederland. ,,Een ingenieursopleiding moet op innovatie gericht zijn. Delftenaren worden opgeleid om conservatief te zijn.”

Academische titels moeten maar vijf jaar geldig zijn. Na die periode moet een afgestudeerde kunnen aantonen dat zijn kennis nog up-to-date is.

Volgens prof.dr. J.F. Bolweg, vice-voorzitter van organisatieadviesbureau Berenschot, hebben ook ingenieurs ‘een houdbaarheidsdatum’. Dat verkondigde hij tijdens het symposium ‘Ingenieurs met toekomst’, waarmee het Universiteitsfonds Delft vorige week donderdag haar vijftiende lustrum vierde. Door de ingenieurstitel, net als andere titels, voor vijf jaar uit te reiken, wordt het ‘bijblijven’ van de afgestudeerde bevorderd. Hij of zij zou de plicht hebben dat aan te tonen. De instelling die de bul verstrekte, moet ook de kennis na vijf jaar controleren.

Minister Hermans, evenals Bolweg inleider op het symposium, liet weten niet voor zo’n tijdelijke titel te voelen. Wel hield hij een pleidooi voor het levenslang leren. De markt van het postdoctorale onderwijs is volgens hem ‘rijp om te oogsten’ – al wilde hij zich daar niet mee bemoeien. ,,U vraagt zich misschien af wat u van de overheid kunt verwachten op dit gebied. Het antwoord is: weinig.”

Over het algemeen is de Delftse ingenieur zich van het gevaar van snel verouderende kennis bewust, zo blijkt uit een enquête die het Universiteitsfonds onder ruim twaalfhonderd alumni liet uitvoeren. Ze blijven bij door vakliteratuur te lezen, contact te hebben met vakgenoten en symposia en congressen te bezoeken. Met name de jongere afgestudeerden houden nog geregeld contact met de TU. Een kwart van de geënquêteerden volgde cursussen van enkele maanden.

De Delftse ingenieur blijft niet bij door veel van baan te wisselen. De gepensioneerden spannen de kroon: zestig procent heeft twintig jaar of langer bij dezelfde werkgever gewerkt. Voor degenen die nu nog werken, ligt dat percentage op vijftien procent. Overigens werken de TU-alumni voornamelijk in het bedrijfsleven (zestig procent). Twintig procent werkt bij de overheid, dertien procent is zelfstandig ondernemer.

In het afsluitende forum bekritiseerden enkele captains of industry de Delftse ingenieursopleidingen. ,,Wij hebben de laatste tijd niet zo veel Delftenaren aangenomen”, aldus ir. H.G. Dijkgraaf, president-directeur van Shell-Nederland. ,,Een ingenieursopleiding moet op innovatie gericht zijn. Delftenaren worden opgeleid om conservatief te zijn.”