Onderwijs

Gebakken lucht verkopen kan ik niet

Onder zijn leiding evolueerde technische bestuurskunde van een wild idee naar een fiere faculteit. Nu treedt hij voor de tweede keer terug als decaan.

Henk Sol over wetenschappelijke footprints, twee keer afscheid nemen, de puber TBM en een spanningsboog van slechts een halfuur.

Was TBM er geweest als u niet had meegedaan?

,,Als, als… De faculteit staat er en we zijn er trots op. In 1984 was er een taakverdelingsoperatie waarbij de TU de toenmalige interfaculteit Bedrijfskunde verkocht aan Rotterdam. Daardoor ontstond er een gat in Delft. Ik begon me bij Informatica te richten op de bedrijfskundige en bestuurskundige aspecten rond informatietechnologie. Dat ging heel moeizaam. In 1989 vroegen hoogleraren Wil Thissen en Warren Walker me of ik iets voelde voor het opzetten van een opleiding technische bestuurskunde. Ik zei: als het besturingskunde wordt ben ik jullie vriend. Dat werd het niet, maar toch zijn we het jaar daarop gaan praten met het college van bestuur. Om politieke redenen % Enschede, Eindhoven en Rotterdam hadden al opleidingen bedrijfskunde % mocht de faculteit geen technische bedrijfskunde heten. Dus besloten we ons te richten op de publiek-private niche. Dat advies kregen we overigens ook van de ministers Pieter Winsemius en Onno Ruding en de toenmalige topman van Schiphol, Hans Smits.”

Mooi, dat pionieren?

,,Per januari 1992 ben ik door het college van bestuur benoemd tot bouwdecaan van een faculteit technische bestuurskunde. Die periode van groei was prachtig: met vijf man op de payroll het onderwijsprogramma voorbereiden. We stemden iedere sheet met elkaar af.”

Wat is het geheim van TBM?

,,Onder docenten leeft een heel sterk gevoel dat ze samen iets nieuws oppakken. Daarbij voelen zij de aanwezigheid van gezamenlijke vijanden % vooral binnen de TU moet de faculteit zich nog steeds bewijzen, tonen dat deze opleiding ook een ingenieur met een maatschappelijke meerwaarde oplevert. Maar dat is niet uniek, hoor: een zelfde scepsis bestaat op het MIT en op Stanford tegenover vergelijkbare opleidingen. Zo’n dreiging houdt de faculteit scherp % dwingt ons een goede visie te hebben en kwaliteit te leveren.”

En op wetenschappelijk gebied?

,,We leven in een kennismaatschappij, waarin technische, bestuurlijke en managementdisciplines geïntegreerd moeten worden. Makkelijk gezegd, maar hoe realiseer je dat? TBM heeft die slag gemaakt. In tien jaar tijd hebben we zijn aan deze faculteit veel ideeën over een integrale systeemaanpak ontwikkeld. Bij faculteiten als Bouwkunde en Civiele Techniek pakken ze die aanpak nu ook op.”

Zwaktes?

,,Soms kunnen de wetenschappelijke en methodologische onderbouwing sterker. Wat zijn de wetenschappelijke footprints van de faculteit? De ideeën zitten in de hoofden, we moeten ze nu netjes neerleggen.”

Waar zien we binnen deze faculteit de invloed van Henk Sol terug?

,,Ten eerste loopt een specifieke benadering van problemen als een rode draad door het onderwijs. Het is geen samenraapsel van losse vakjes. Ten tweede de matrixorganisatie: elke sectie vertegenwoordigt een eigen discipline, maar werkt in onderwijs en onderzoek samen met andere disciplines. En tenslotte natuurlijk de foto’s van boten die door het hele gebouw hangen.”

Iets anders: in 1998 vertrok u als decaan. Binnen twee jaar was u weer terug. Hoe lang blijft u deze keer weg?

,,Ik maak veel fouten in het leven, maar deze fout maak ik maar één keer.”

Spijt gehad van uw terugkeer als decaan?

,,Na de fusie van de faculteit met het toenmalige Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM – red.) vond ik het voldoende. Bestuursfuncties kun je beter niet te lang doen. Voor je persoonlijke ontwikkeling hooguit twee keer vier jaar. Daarna verdwijnen energie, ideeën en acceptatie. Als je merkt dat je bepaalde ontwikkelingen een aantal jaar geleden ook al gezien hebt, ben je verkeerd bezig.”

En toch kwam u terug.

,,Er was nog een aantal zaken af te ronden. De baby was nog niet volwassen. TBM was nog aan het puberen. Maar mijn tweede decanaat was ook een leuke periode. Aan het begin heb ik gezegd dat ik nog drie jaar zou blijven: een jaar van verdieping, een jaar van vernieuwing en een jaar van versnelling. Die jaren zijn nu voorbij. Een leuke periode met duidelijke doelen: financiële en organisatorische knelpunten oplossen. Neem de integratie van WTM en Technische Bestuurskunde % dat waren aanvankelijk twee verschillende bloedgroepen.”

Hoe heeft u WTM en TB samengebracht tot één samenhangende faculteit?

,,Ik ben op zoek gegaan naar thema’s waarin mensen zich gezamenlijk konden vinden. Geen periode van snuffelen en ruiken aan elkaar, maar gezamenlijk nieuw onderwijs en onderzoek ontwikkelen: ik wilde een kristallisatiepunt inrichten. Daar zijn vijf onderzoeksprogramma’s uit voortgekomen waar de hele faculteit aan meedoet.”

En nu laat u de faculteit in perfecte staat achter?

,,Dat weet ik niet, dat moet je aan anderen vragen. Maar de onderwijsvisitatie schreef: ‘TBM heeft de missie meer dan waargemaakt.’ De commissie betitelt de interne sfeer en cultuur als ‘het geheim van TBM’. En de toetsingscommissie TBM van de TU is ook positief. Ze schreef dat TBM een schat in huis heeft die verder geëxploiteerd en geëxploreerd moet worden binnen de TU. Maar het zijn niet alleen de beoordelingscommissies. Ik hoor ook veel van hoogleraren van andere universiteiten dat ze hier graag zouden willen werken % vanwege de uitdagende sfeer, de uitstekende faciliteiten en de leuke dingen die we op wetenschappelijk gebied doen. Daar ben ik wel trots op.”

Wat bent u: een wetenschapper of een bestuurder?

,,Een wetenschappelijke ondernemer % een academic enterpreneur. Ik houd ervan onderwijs en onderzoek op poten te zetten. Niet alleen een idee ontwikkelen, maar ook implementeren. Dan zul je ook moeten bestieren en besturen. Mijn kracht is om iets nieuws neer te zetten of iets bestaands te vernieuwen, en daarna over te dragen. Besturen om het besturen is niets voor mij.”

Veel geld om onderzoek en onderwijs op te zetten is er momenteel niet.

,,Dat is beangstigend. De regering is heel gevaarlijk bezig. Er is geen ruimte meer voor innovatief onderzoek % voor durfonderzoek. Ik ben betrokken bij een aantal projecten met Finse universiteiten en bedrijven als partners. In Finland heeft de overheid al tien, twintig jaar geïnvesteerd in het toepassen van nieuwe technologie. Dat werpt nu zijn vruchten af. In India gebeurt hetzelfde. Nederlandse universiteiten zitten in het politieke verdomhoekje. Ze moeten laten zien waar ze een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Delft heeft veel potentie om met technology een stukje innovatie te realiseren. Maar dat bereik je niet met een laag onderwijsbudget.”

Wat gaat u na 1 september doen?

,,Ik blijf hoogleraar systeemkunde bij de faculteit. Binnenkort hoop ik mijn vijftigste promovendus af te leveren. En ik neem een paar maanden sabbattical om rond te reizen en twee boeken te schrijven. Daar ben ik in die drukke jaren niet aan toe gekomen. Ik moet de tijd nemen om mijn eigen kennis vast te leggen.”

Kunt u wel stilzitten?

,,Nee, dat wordt lastig. Als decaan heb ik een spanningsboog van een halfuur. Daarna begin ik aan andere dingen te denken. Dat kan nog lastig worden bij het schrijven.”

U blijft op de faculteit. Gaat u zich niet met het werk van Priemus bemoeien?

,,Vast wel. Nee, ik werkte ook op de faculteit in de twee jaar dat Idenburg decaan was. In die tijd heb ik me ook niet met de bestuurlijke situatie op de faculteit bemoeid. Ik zal Priemus wel kritisch volgen.”

Op uw 32ste hoogleraar, tien jaar later decaan van een nieuwe faculteit. Waar ligt nog een uitdaging?

,,Ach… er staan twintig promovendi te trappelen, we zijn het Airport Development Center aan het opzetten, ik heb een aantal commissariaten. Voorlopig geldt: never a dull moment. Maar misschien wil ik over een jaar weer ergens aan sjorren, hoor. Dan komt er vast iets op mijn weg.”

Minister?

,,Nee, niets voor mij. Daar ben ik te ongeduldig voor. Te rechtlijnig ook. Ik ben allergisch voor politieke spelletjes. Ik wil het gevecht aan, van man tot man en met open vizier.”

Topman bij Ahold misschien?

,,Het salaris van een topman bij Ahold is niet aantrekkelijk genoeg. (lacht) Nee, een functie in het bedrijfsleven sluit ik niet uit. Veel van mijn projecten spelen zich af in de private sector. Maar ik wil wel oplossingen aandragen met een academische onderbouwing. Gebakken lucht verkopen kan ik niet.”

Wie is Henk Sol?

Vanaf het begin was hij erbij. En als iemand dus de naam ‘Mister TBM’ mag dragen, is hij het. Prof.dr. Henk Sol (1951) studeerde econometrie in Groningen, waarna hij promoveerde in de bestuurlijke informatiekunde. In 1984 werd hij in Delft hoogleraar ontwerpen van informatiesystemen bij de toenmalige faculteit Informatica. Begin jaren negentig gaf hij leiding aan de opbouw van een opleiding technische bestuurskunde % eerst als bouwdecaan, vervolgens als decaan. Daarna wijdde hij zich aan de fusie met zijn faculteit met WTM. In 1998 droeg hij zijn werkzaamheden over aan Peter Idenburg. Twee jaar later keerde Sol terug als decaan. Per 1 september treedt hij definitief terug om plaats te maken voor prof.dr.ir. Hugo Priemus, nu nog wetenschappelijk directeur van onderzoeksinstituut OTB.

Onder zijn leiding evolueerde technische bestuurskunde van een wild idee naar een fiere faculteit. Nu treedt hij voor de tweede keer terug als decaan. Henk Sol over wetenschappelijke footprints, twee keer afscheid nemen, de puber TBM en een spanningsboog van slechts een halfuur.

Was TBM er geweest als u niet had meegedaan?

,,Als, als… De faculteit staat er en we zijn er trots op. In 1984 was er een taakverdelingsoperatie waarbij de TU de toenmalige interfaculteit Bedrijfskunde verkocht aan Rotterdam. Daardoor ontstond er een gat in Delft. Ik begon me bij Informatica te richten op de bedrijfskundige en bestuurskundige aspecten rond informatietechnologie. Dat ging heel moeizaam. In 1989 vroegen hoogleraren Wil Thissen en Warren Walker me of ik iets voelde voor het opzetten van een opleiding technische bestuurskunde. Ik zei: als het besturingskunde wordt ben ik jullie vriend. Dat werd het niet, maar toch zijn we het jaar daarop gaan praten met het college van bestuur. Om politieke redenen % Enschede, Eindhoven en Rotterdam hadden al opleidingen bedrijfskunde % mocht de faculteit geen technische bedrijfskunde heten. Dus besloten we ons te richten op de publiek-private niche. Dat advies kregen we overigens ook van de ministers Pieter Winsemius en Onno Ruding en de toenmalige topman van Schiphol, Hans Smits.”

Mooi, dat pionieren?

,,Per januari 1992 ben ik door het college van bestuur benoemd tot bouwdecaan van een faculteit technische bestuurskunde. Die periode van groei was prachtig: met vijf man op de payroll het onderwijsprogramma voorbereiden. We stemden iedere sheet met elkaar af.”

Wat is het geheim van TBM?

,,Onder docenten leeft een heel sterk gevoel dat ze samen iets nieuws oppakken. Daarbij voelen zij de aanwezigheid van gezamenlijke vijanden % vooral binnen de TU moet de faculteit zich nog steeds bewijzen, tonen dat deze opleiding ook een ingenieur met een maatschappelijke meerwaarde oplevert. Maar dat is niet uniek, hoor: een zelfde scepsis bestaat op het MIT en op Stanford tegenover vergelijkbare opleidingen. Zo’n dreiging houdt de faculteit scherp % dwingt ons een goede visie te hebben en kwaliteit te leveren.”

En op wetenschappelijk gebied?

,,We leven in een kennismaatschappij, waarin technische, bestuurlijke en managementdisciplines geïntegreerd moeten worden. Makkelijk gezegd, maar hoe realiseer je dat? TBM heeft die slag gemaakt. In tien jaar tijd hebben we zijn aan deze faculteit veel ideeën over een integrale systeemaanpak ontwikkeld. Bij faculteiten als Bouwkunde en Civiele Techniek pakken ze die aanpak nu ook op.”

Zwaktes?

,,Soms kunnen de wetenschappelijke en methodologische onderbouwing sterker. Wat zijn de wetenschappelijke footprints van de faculteit? De ideeën zitten in de hoofden, we moeten ze nu netjes neerleggen.”

Waar zien we binnen deze faculteit de invloed van Henk Sol terug?

,,Ten eerste loopt een specifieke benadering van problemen als een rode draad door het onderwijs. Het is geen samenraapsel van losse vakjes. Ten tweede de matrixorganisatie: elke sectie vertegenwoordigt een eigen discipline, maar werkt in onderwijs en onderzoek samen met andere disciplines. En tenslotte natuurlijk de foto’s van boten die door het hele gebouw hangen.”

Iets anders: in 1998 vertrok u als decaan. Binnen twee jaar was u weer terug. Hoe lang blijft u deze keer weg?

,,Ik maak veel fouten in het leven, maar deze fout maak ik maar één keer.”

Spijt gehad van uw terugkeer als decaan?

,,Na de fusie van de faculteit met het toenmalige Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM – red.) vond ik het voldoende. Bestuursfuncties kun je beter niet te lang doen. Voor je persoonlijke ontwikkeling hooguit twee keer vier jaar. Daarna verdwijnen energie, ideeën en acceptatie. Als je merkt dat je bepaalde ontwikkelingen een aantal jaar geleden ook al gezien hebt, ben je verkeerd bezig.”

En toch kwam u terug.

,,Er was nog een aantal zaken af te ronden. De baby was nog niet volwassen. TBM was nog aan het puberen. Maar mijn tweede decanaat was ook een leuke periode. Aan het begin heb ik gezegd dat ik nog drie jaar zou blijven: een jaar van verdieping, een jaar van vernieuwing en een jaar van versnelling. Die jaren zijn nu voorbij. Een leuke periode met duidelijke doelen: financiële en organisatorische knelpunten oplossen. Neem de integratie van WTM en Technische Bestuurskunde % dat waren aanvankelijk twee verschillende bloedgroepen.”

Hoe heeft u WTM en TB samengebracht tot één samenhangende faculteit?

,,Ik ben op zoek gegaan naar thema’s waarin mensen zich gezamenlijk konden vinden. Geen periode van snuffelen en ruiken aan elkaar, maar gezamenlijk nieuw onderwijs en onderzoek ontwikkelen: ik wilde een kristallisatiepunt inrichten. Daar zijn vijf onderzoeksprogramma’s uit voortgekomen waar de hele faculteit aan meedoet.”

En nu laat u de faculteit in perfecte staat achter?

,,Dat weet ik niet, dat moet je aan anderen vragen. Maar de onderwijsvisitatie schreef: ‘TBM heeft de missie meer dan waargemaakt.’ De commissie betitelt de interne sfeer en cultuur als ‘het geheim van TBM’. En de toetsingscommissie TBM van de TU is ook positief. Ze schreef dat TBM een schat in huis heeft die verder geëxploiteerd en geëxploreerd moet worden binnen de TU. Maar het zijn niet alleen de beoordelingscommissies. Ik hoor ook veel van hoogleraren van andere universiteiten dat ze hier graag zouden willen werken % vanwege de uitdagende sfeer, de uitstekende faciliteiten en de leuke dingen die we op wetenschappelijk gebied doen. Daar ben ik wel trots op.”

Wat bent u: een wetenschapper of een bestuurder?

,,Een wetenschappelijke ondernemer % een academic enterpreneur. Ik houd ervan onderwijs en onderzoek op poten te zetten. Niet alleen een idee ontwikkelen, maar ook implementeren. Dan zul je ook moeten bestieren en besturen. Mijn kracht is om iets nieuws neer te zetten of iets bestaands te vernieuwen, en daarna over te dragen. Besturen om het besturen is niets voor mij.”

Veel geld om onderzoek en onderwijs op te zetten is er momenteel niet.

,,Dat is beangstigend. De regering is heel gevaarlijk bezig. Er is geen ruimte meer voor innovatief onderzoek % voor durfonderzoek. Ik ben betrokken bij een aantal projecten met Finse universiteiten en bedrijven als partners. In Finland heeft de overheid al tien, twintig jaar geïnvesteerd in het toepassen van nieuwe technologie. Dat werpt nu zijn vruchten af. In India gebeurt hetzelfde. Nederlandse universiteiten zitten in het politieke verdomhoekje. Ze moeten laten zien waar ze een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Delft heeft veel potentie om met technology een stukje innovatie te realiseren. Maar dat bereik je niet met een laag onderwijsbudget.”

Wat gaat u na 1 september doen?

,,Ik blijf hoogleraar systeemkunde bij de faculteit. Binnenkort hoop ik mijn vijftigste promovendus af te leveren. En ik neem een paar maanden sabbattical om rond te reizen en twee boeken te schrijven. Daar ben ik in die drukke jaren niet aan toe gekomen. Ik moet de tijd nemen om mijn eigen kennis vast te leggen.”

Kunt u wel stilzitten?

,,Nee, dat wordt lastig. Als decaan heb ik een spanningsboog van een halfuur. Daarna begin ik aan andere dingen te denken. Dat kan nog lastig worden bij het schrijven.”

U blijft op de faculteit. Gaat u zich niet met het werk van Priemus bemoeien?

,,Vast wel. Nee, ik werkte ook op de faculteit in de twee jaar dat Idenburg decaan was. In die tijd heb ik me ook niet met de bestuurlijke situatie op de faculteit bemoeid. Ik zal Priemus wel kritisch volgen.”

Op uw 32ste hoogleraar, tien jaar later decaan van een nieuwe faculteit. Waar ligt nog een uitdaging?

,,Ach… er staan twintig promovendi te trappelen, we zijn het Airport Development Center aan het opzetten, ik heb een aantal commissariaten. Voorlopig geldt: never a dull moment. Maar misschien wil ik over een jaar weer ergens aan sjorren, hoor. Dan komt er vast iets op mijn weg.”

Minister?

,,Nee, niets voor mij. Daar ben ik te ongeduldig voor. Te rechtlijnig ook. Ik ben allergisch voor politieke spelletjes. Ik wil het gevecht aan, van man tot man en met open vizier.”

Topman bij Ahold misschien?

,,Het salaris van een topman bij Ahold is niet aantrekkelijk genoeg. (lacht) Nee, een functie in het bedrijfsleven sluit ik niet uit. Veel van mijn projecten spelen zich af in de private sector. Maar ik wil wel oplossingen aandragen met een academische onderbouwing. Gebakken lucht verkopen kan ik niet.”

Wie is Henk Sol?

Vanaf het begin was hij erbij. En als iemand dus de naam ‘Mister TBM’ mag dragen, is hij het. Prof.dr. Henk Sol (1951) studeerde econometrie in Groningen, waarna hij promoveerde in de bestuurlijke informatiekunde. In 1984 werd hij in Delft hoogleraar ontwerpen van informatiesystemen bij de toenmalige faculteit Informatica. Begin jaren negentig gaf hij leiding aan de opbouw van een opleiding technische bestuurskunde % eerst als bouwdecaan, vervolgens als decaan. Daarna wijdde hij zich aan de fusie met zijn faculteit met WTM. In 1998 droeg hij zijn werkzaamheden over aan Peter Idenburg. Twee jaar later keerde Sol terug als decaan. Per 1 september treedt hij definitief terug om plaats te maken voor prof.dr.ir. Hugo Priemus, nu nog wetenschappelijk directeur van onderzoeksinstituut OTB.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.