Onderwijs

Fraude basisbeurs groter dan gedacht

De fraude met de basisbeurs voor uitwonenden is veel omvangrijker dan gedacht. Het gesjoemel kost de overheid jaarlijks 40 à 55 miljoen euro. Eerder werd uitgegaan van 27 miljoen euro.

“Ik ben hier echt van geschrokken”, aldus VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra. “Een strenge aanpak is noodzakelijk om het misbruik terug te dringen. Dat is ook in het belang van studenten, want zij zijn hiervan de dupe. Elke euro die bij sjoemelaars en fraudeurs terecht komt, kan immers niet worden gebruikt voor onderwijs.”

Verdachte studenten
Frauderende studenten zeggen dat ze uit huis zijn gegaan, terwijl ze in werkelijkheid nog bij hun ouders wonen. Dat scheelt 171 euro in de maand, omdat uitwonende studenten een hogere basisbeurs krijgen. Zijlstra wil binnenkort de wet op de studiefinanciering aanpassen om de fraude te bestrijden.
Controleurs van de gemeente en sociale recherche zijn de afgelopen maanden in allerlei steden langs de deuren van verdachte studenten gegaan. In totaal zijn duizend studenten bezocht, waarvan 28 procent daadwerkelijk bleek te frauderen: die groep woonde stiekem nog thuis.

Terugvorderen
Nog eens tien procent van de bezochte studenten (waaronder ook mbo’ers) woonde niet op het adres dat in de Gemeentelijke Basisadministratie staat, maar de controleurs konden niet aantonen dat deze studenten nog bij hun ouders woonden. In de plannen van Zijlstra verliest ook deze tweede groep studenten het recht op een uitwonendenbeurs.
De nieuwe wet maakt het voor de Dienst Uitvoering Onderwijs makkelijker om de basisbeurs voor uitwonenden terug te vorderen en een boete op te leggen. DUO hoeft straks alleen maar te bewijzen dat de verdachte student niet op het adres woont dat hij aan de Gemeentelijke Basisadministratie heeft doorgegeven.

Aangifte
De bezochte studenten zijn uitgekozen op kenmerken die hen verdacht maakten. Sommigen woonden officieel in dezelfde straat als hun ouders, anderen bleken op de dag van hun achttiende verjaardag prompt uitwonend te worden.
De vorige minister van Onderwijs, Ronald Plasterk van de PvdA, heeft het onderwerp op de agenda gezet en maakte de eerste schatting van de omvang van de fraude. Hij dacht dat het om 27 miljoen euro ging. Zijlstra nam Plasterks plannen over en maakte ze zelfs nog iets strenger. Zijn wetsvoorstel stuurt hij binnenkort naar de Tweede Kamer.
Als een student wordt betrapt op fraude, moet hij voortaan het te veel ontvangen bedrag terugbetalen, plus een boete van vijftig procent. Wordt hij nogmaals betrapt, verliest hij zijn recht op studiefinanciering en wordt er aangifte gedaan.

Wat heeft Eindhoven dat Delft niet heeft?
“Mee speelde onder meer dat we bij deze majeure operatie goed onderdak wilden vinden voor het plasmaonderzoek in Rijnhuizen, dat nu hier de sterkste onderzoekspoot is. De meeste mensen uit dat onderzoek  vinden Eindhoven een goede keuze. Daar komt bij dat Eindhoven een extra groep wil oprichten die bij het FOM zal worden gehuisvest.”

Professor Niek Lopes Cardozo die bij het FOM het plasmaonderzoek leidt, heeft ook een aanstelling in Eindhoven. Speelde dat ook een rol?
“Het uitvoerend bestuur heeft hierover vergaderd bij afwezigheid van Lopes Cardozo. Laat ik heel duidelijk zeggen dat belangenverstrengeling – als dat de suggestie is – niet aan de orde is. We hebben hem gevraagd de vergadering te verlaten voor de behandeling van dit punt. Zonder hem is het besluit unaniem genomen.”

Uit het bidbook begrijp ik dat Delft u zelfs volledige nieuwbouw heeft aangeboden.
“Delft bood aan een onderkomen voor FOM te bouwen dat wij dan zouden huren. Dat was geen aantrekkelijk aanbod. In de gesprekken met Delft zijn we ervan uitgegaan dat FOM zelf de nieuwbouw zou financieren en dat we van dat deel van het Delftse bod geen gebruik zouden maken.”

Nu komen er dus drie energieonderzoekscentra in Nederland: DRI Energy in Delft, FOM bij de TU/e in Eindhoven en ECN in Petten. Hoe ziet u de rolverdeling tussen die centra?
“Die zal nog enigszins moeten worden uitgewerkt. Wij  zijn vanuit het FOM-instituut vooral gericht op het funderende fysische onderzoek. ECN en Delft zijn breder van opzet. U heeft het nu over Delft, maar ook in Twente en Groningen zijn er initiatieven om aan energie te werken. Wij zijn er voor het nationale belang. We willen het fysisch onderzoek versterken door bijvoorbeeld twee of drie medewerkers uit het instituut op andere locaties te laten werken om op die manier onze coördinerende rol te versterken.”

In plaats van het FOM-instituut kunnen we dus medewerkers verwachten?
“Ik kan daar nu geen toezeggingen over doen, maar gezien de overlap in materiaalkundig onderzoek rond het reactorinstituut ga ik ervan uit dat Delft daar een partner in zal zijn.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.