After life. U bent (bijna) dood en mag in het hemelse wachthokje nog een keer de mooiste gebeurtenis uit het aardse bestaan herbeleven.
Aldus het sterke gegeven van deze fraaie Japanse film (van de maker van ‘Maborosi’) waarin twaalf ‘gelukkigen’ hun mooiste herinnering prijsgeven.
Jude. Onwrikbare negentiende eeuwse ellende over stel dat mekaar niet kan krijgen en als het dan toch lukt, worden ze door de gemeenschap, zo vroom als de neten natuurlijk, uitgekotst. Regisseur Michael Winterbottom wentelt zich in de misere van schrijver Thomas Hardy door zelfs het happy end te veranderen.
Rent-A-Friend. Kunstenaar start bureautje waarbij elke non-valeur een vriend kan bestellen. Prachtig eigentijds commentaar van Eddy Terstall op een wereld waarin commercieel inzicht, een mobieltje en een website garant staan voor succes – en vervlakking. One Day…
The Beach. Ronduit aanmatigende rugzaktoerist (Leonardo di Caprio) speelt Schateilandje in het door toeristen bevuilde Thailand. Krankzinnige Robert Carlyle zorgt voor de vrolijke noot. Rest de vraag wat er aan de hand is met regisseur Danny Boyle (‘Trainspotting’).
The Cider House Rules. Met zeven Oscar-nominaties doodgeknuffelde film van Lasse Hallstrom die boek John Irving verfilmde. Over dommig weeskind dat, volkomen begrijpelijk natuurlijk, domme dingen doet. Michael Caine is de ethersnuivende en luchtig aborterende booswicht.
Beautiful People. Warmbloedige Engelse komedie met vernuftig plot. Over Bosnische vluchtelingen, een Kroaat en een Serviër, die Londoners tot nieuwe inzichten brengen. Weer eens een meelevende kijk op dat Balkan-gebied, waar tussen alle ellende ook nog mensen wonen.
Three Kings. Politiek geëngageerde satire over vier Amerikaanse soldaten die na de Golfoorlog Arabisch goud en Rolex-horloges verzamelen. Sterk eerste deel, slot is tenenkrommend heldhaftig. Fraai camerawerk en veel zonlicht op de lens.
The Talented Mr. Ripley. Matt Damon in de rol van de amorele en ook wel beetje biseksuele Tom Ripley, die zijn stinkende best doet om rijkeluiszoontje te flessen. Hij krijgt een verzachtend karakter aangemeten door Anthony Minghella (‘The English Patient’), en heeft daarom volgens kenners het boek van Patricia Highsmith niet begrepen.
Buena Vista Social Club. Zeventig uur film schoot Wim Wendersvan de Cubaanse krasse knarren die met Ry Cooder dat inmiddels bekende plaatje opnamen. Wat overbleef haalt het niet bij ‘Lagrimas Negras’, maar de heren swingen wel lekker.
Toy Story 2. Vervolg op die onwaarschijnlijk goede animatiefilm van een paar jaar terug. Zezijn terug, Buzz Lightyear, good old Woody en hun schrandere vriendjes, in een nog betere film met nog meer knappe avonturen. Kunnen we kort over zijn. Zo zie je ze niet vaak.
After life. U bent (bijna) dood en mag in het hemelse wachthokje nog een keer de mooiste gebeurtenis uit het aardse bestaan herbeleven. Aldus het sterke gegeven van deze fraaie Japanse film (van de maker van ‘Maborosi’) waarin twaalf ‘gelukkigen’ hun mooiste herinnering prijsgeven.
Jude. Onwrikbare negentiende eeuwse ellende over stel dat mekaar niet kan krijgen en als het dan toch lukt, worden ze door de gemeenschap, zo vroom als de neten natuurlijk, uitgekotst. Regisseur Michael Winterbottom wentelt zich in de misere van schrijver Thomas Hardy door zelfs het happy end te veranderen.
Rent-A-Friend. Kunstenaar start bureautje waarbij elke non-valeur een vriend kan bestellen. Prachtig eigentijds commentaar van Eddy Terstall op een wereld waarin commercieel inzicht, een mobieltje en een website garant staan voor succes – en vervlakking. One Day…
The Beach. Ronduit aanmatigende rugzaktoerist (Leonardo di Caprio) speelt Schateilandje in het door toeristen bevuilde Thailand. Krankzinnige Robert Carlyle zorgt voor de vrolijke noot. Rest de vraag wat er aan de hand is met regisseur Danny Boyle (‘Trainspotting’).
The Cider House Rules. Met zeven Oscar-nominaties doodgeknuffelde film van Lasse Hallstrom die boek John Irving verfilmde. Over dommig weeskind dat, volkomen begrijpelijk natuurlijk, domme dingen doet. Michael Caine is de ethersnuivende en luchtig aborterende booswicht.
Beautiful People. Warmbloedige Engelse komedie met vernuftig plot. Over Bosnische vluchtelingen, een Kroaat en een Serviër, die Londoners tot nieuwe inzichten brengen. Weer eens een meelevende kijk op dat Balkan-gebied, waar tussen alle ellende ook nog mensen wonen.
Three Kings. Politiek geëngageerde satire over vier Amerikaanse soldaten die na de Golfoorlog Arabisch goud en Rolex-horloges verzamelen. Sterk eerste deel, slot is tenenkrommend heldhaftig. Fraai camerawerk en veel zonlicht op de lens.
The Talented Mr. Ripley. Matt Damon in de rol van de amorele en ook wel beetje biseksuele Tom Ripley, die zijn stinkende best doet om rijkeluiszoontje te flessen. Hij krijgt een verzachtend karakter aangemeten door Anthony Minghella (‘The English Patient’), en heeft daarom volgens kenners het boek van Patricia Highsmith niet begrepen.
Buena Vista Social Club. Zeventig uur film schoot Wim Wendersvan de Cubaanse krasse knarren die met Ry Cooder dat inmiddels bekende plaatje opnamen. Wat overbleef haalt het niet bij ‘Lagrimas Negras’, maar de heren swingen wel lekker.
Toy Story 2. Vervolg op die onwaarschijnlijk goede animatiefilm van een paar jaar terug. Zezijn terug, Buzz Lightyear, good old Woody en hun schrandere vriendjes, in een nog betere film met nog meer knappe avonturen. Kunnen we kort over zijn. Zo zie je ze niet vaak.
Comments are closed.